Wimpers

Spijt, 2013, schets

2013_spijt_schets

Kinderjaren

Een kinderhand is gauw gevuld zeggen ze, maar dat slaat nergens
op. Kinderhanden blijven hongerig en willen altijd meer. Als kind
is het niet zo vreemd om vragen te stellen aan zogenaamde dode
dingen.
Kinderen strooien graag met losse gedachten. Ze kunnen zich met
groot gemak in tweeën of drieën splitsen. Kennen geen spijt.
Kijkend naar een leeg vel papier komt direct de vraag: ‘wie ben jij?’.
Het papier antwoordt gelijk met ‘IK?’. Het kind weer: ‘ja, jij! Ik zal
eens wat voor je opschrijven……’ en dan komt er een tongbreker,
een niet uit te spreken woord.
Het papier: ik snap er niets van, je moet me helpen.
En dan gaat het spel verder. Papier en kind zijn één, zonder verlies.
Het is een speelveld waarbij ze elkaar zoeken en ontwijken.
Een kinderhand strooit graag losse ideeën.
Zo hoorde ik laatst dat een kind in volle ernst tegen een ander kind
zei: ‘jij bent heel mooi, ik helemaal niet. Mag ik vandaag je wimpers
lenen? Morgen krijg je ze terug’.
Het andere kind was niet eens verbaasd of geschokt, deed alsof ze
haar wimpers af deed en gaf ze snel aan de vrager. Die keek eerst
erg gelukkig, liep anders, maar gaf het mooie toch weer snel terug
en zei: ‘hier heb je ze weer, ze passen me niet en zijn ook te zwaar’.
Daarbij keken ze beide zo lief en ernstig dat ik moest glimlachen.
Ik denk dat ze later gaan trouwen.

Zonnig

Italia, 2012, boek 102, pagina 16

2012_boek 102_p16

Nieuwe plek

Dat is het leuke van een nieuwe situatie, je kan er zo heerlijk over
filosoferen.
Zo rijmde ik op de wimpers van de dag deze vertelling:

ik zou stevig gezogen zijn
als ik niet stevig vastgehouden werd
nu, zoveel jaren later
ben ik hier en is daar daar gebleven
het is de duizeling die mij verder bracht
naar nieuwe leegte en vervulling

Wat is die leegte dan? Een nog niet opgevuld gat?
Kijk, vroeger kwam de betekenis der dingen van boven. Nu moeten
we in eigen beheer eigen wegen gaan zoeken.
Waarschijnlijk gaat het nog steeds om hetzelfde: de leegte is een
godvormig gat. Daarom is er ooit bedacht in de taal van ouds dat
de mens geschapen is naar het beeld van god.
Tegenwoordig is dat allang anders, nu is de mens de maat der dingen.
Is dat erg?
Natuurlijk niet, het is goed voor de dichters. Als andere goede moe-
ders ruimen ze de wereld op met hun verklaringen. Desnoods door
te zeggen dat niet alles verklaarbaar is. Ze troosten de ontstane pijn,
die wordt geleden en verzoenen middels het zorgvuldig formuleren
nieuwe wijsheden.
Elk effect is toegestaan, lijken ze wel te denken (waarschijnlijk komt
dat uit het boek Dwaalgasten).
Ik zou verder kunnen vrijrijmen:

dan worden de tanden ontbloot
daar waar de lucht massief en heet is
kijk, als mobiele verbindingen worden verbroken
kleedt men zich uit om de huid te verkoelen
de geschiedenis moet zich even herhalen

In de nieuwe ruimte voeg ik toe: zelfs een oordeel biedt geen
oplossing.
Het is iets om later over na te denken.
Misschien.

Start

Portret van de hemel, 2016, acryl, 40 x 60 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

De natuur leeft

Als een schilder leeggeschilderd is, rest een ongeschilderde leegte.
En als die ongeschilderde zich ontpopt….ja wat dan?
Dan was de schilder lui en was dus helemaal niet zo leeg.
Net als bij een ogenschijnlijke lege tube verf kun je, als je je best
doet, altijd nog wel een klein kwakje produceren. Gebruik desnoods
de hamer, met flinke klappen! Niets doen is altijd zonde.
Maar in de verstomde, lege wereld zwijgt men meestal.
Het beste kun je dan de natuur gaan bezoeken, die geeft altijd.
Zeker voor de drukke, stadse mensen.
Ook is het plezierig te merken dat grote leegte geen details kent.
Geen bombarie van elektrische gitaren of het geluid van scherp
snijdende orgeltjes. De natuur haalt niet uit, de natuur is stil van
nature. De natuur heeft alles al verteld, ziet alleen maar, laat het
gebeuren.
Op zo’n stilte kun je heerlijk studeren en sjamanen.
En dan komt de liefde vanzelf om de hoek kijken. Dat zul je zien!
Na een lange, slapeloze nacht zie je ineens zonder moeite de
schoonheid van alle grenzen en al snel laat je je heupen, borsten,
billen genieten van het meest frisse lentegroen.
De natuur blijkt bij het blauw van de hemel te beginnen.

Nachtman

Schaduwman, 2016, schets

2016_s_schaduwman

Nadenken/nachtdenken

Een lezer schrijft om te mogen klagen.
Hij vindt iets wel of niet en zegt hier heb je er één.
Die lezer zal niet bellen, hijzelf belt noch ontvangt.
Hij schrijft het liefst heerlijk klaaglijk.
De dichter zegt natuurlijk gelijk houdt daar mee op!
Per onmiddellijk!
Hij kan de merel niet horen zingen als er zo geklaagd wordt.
De dichter zet alles weer mooi recht en verknoeit geen woorden.
Een klager moet een hart van steen hebben om zo blind en boos
te schrijven. Hij ziet niets uit onvermogen, is thuisloos thuis.
Het nacht nadenken is niets voor hem. Dat doen alleen de vrijen
van geest. Die hebben aan één nacht nooit genoeg, zij willen
doorwandelen onder het dekbed van blauw gebloemde bomen.
De zomer schreeuwt een kleine verrassing en de nieuwe wending
die ons liefdesleven heeft genomen verrukt het geheim.
Toch vraag ik mij af: waarom duren zulke ontdekkingen zo lang?

Vals

Ongeduld van het moment, 1996, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Zenuwen

Als alles lust is, dan breekt het zweet nat uit.
Zwijgen is nu werkzaam, maar dat kan alleen met de mond van
een zonderling. Die schrijven brieven voor geld. Rovers!
Diezelfde nacht vond ik dat dieren de stilte ontsierden. Daar was
ik het overdag niet mee eens. Geluiden kunnen nooit ontsieren.
Een verse regenbui schildert de opspattende plassen. Dat kan nooit
geruisloos.

Wolken bootsen boten na en botsen daarna weer andere vormen.
Soms meende ik vreemd genoeg de wimpers van een wandelaar
te herkennen. Dan hoorde ik weer iemand ontredderd zingen. Zo
lichtvoetig had ik het nog nooit gehoord. Prachtig!
Een nervenman is supersnel. Hij is ruimdenkend.
Luie geesten begrijpen hem niet. Onmogelijk!
Hun trage geest bedwelmt hun altijd te dichtbije horizon. Met een
weemoedig gebaar herkauwen ze hun oude vruchten. Dat doet
pijnlijk zeer als een slecht zittend vals gebit.

Het wordt tijd te onderhandelen met het geduld.

Zingen

Nice Beatrice, 1999, tekening, 65 x 95 cm

1999_ nice beatrice_65x95

Mooie bloem

Jij was als een mooie bloem: je ogen deden zeer als je te dichtbij
kwam. Alsof zij onbezwaard buitenkinderen, de bloemblaadjes, naar
je hoofd slingerden.
Ik weet wel, een tuin hoort meer dan een schone tempel te zijn,
maar om nu half gebroken uit de kleurrijke natuur te komen lijkt me
ook niet de bedoeling.
Wat te doen?
Misschien zo schilderen als Augène Brands (1913-2002) deed.
Hij schilderde even uitzinnig als voorzichtig. Alles op zijn tijd.
Zo moet je de natuur benaderen. Zo kom je kwijlend binnen de
randen van de tijd. Samen met de stilte van het leven kan je dan
alles verduren. Onzichtbare muren worden voelbaar, zodat je er
niet meer tegenaan botst.
Blijf je halsstarrig en ongezeglijk, dan kan je voortaan maar beter
zwijgen. Dan heb je niet het recht de natuur in de ogen te kijken.
Dan ben je ongeschikt voor de liefde.
De natuur draagt iedere kleur aan, zelfs van een grijze film is zij
niet vies. De meest schommelende twijgjes weten daar alles van.
Als vodden hangen zij nog steeds correct gesneden aan hun ijle,
dunne takjes. Vogels vinden het vreemd en studeren daar lang op.
Pas als zij helderheid hebben gekregen bezingen zij de natuur zoals
alleen goed geschoolde zangeressen dat kunnen doen.
Zij zingen dan voor het geoefend groen en ruimen alle dode takjes op.

Geniaal

Neder(s)laag, 2016, schets

2016_s_neder(s)laag_schets

Spiegeling, spiegelding

In het niemandsland tussen de media van het beeld en die van het
woord ligt zijn geschiedenis. Waren Magritte en Broodthears de
pionieren, dan was hij de gids. Belangrijke invloeden laten altijd
sporen na. Het schrift neemt zijn plaats in het werk in de vorm van
titels, die in het beste geval meestal niet passen bij de voorstelling.
Met behulp van het woord of schrift wordt een schemergebied tussen
aanwezigheid en afwezigheid gecreëerd. Verbale misverstanden geven
meerduidige voorstellingen.
Is dat dan wartaal?
Welnee, meer plaats zonder plaats. De meeste schilderijen zetten de
tijd stil, gaan over pas op de plaats. Het werk is meer een werk over
het werk, waardoor het iconische teken steeds verschuift.
Ontwricht aanwezig zou een mooie omschrijving zijn.

Oud werk is niet altijd goed werk.
Een schriftelijke verwijzing is vaak te letterlijk. Alleen de
sculpturale aanwezigheid klopt hier en daar.
Een vriend zei hier over: Je had er beter met vette koeienletters
LEEG op kunnen zetten. Zijn twinkelogen wilden grote indruk maken
en de rest doen verbleken. Als extra drukmiddel werd daarbij een
wenkbrauw speels opgetrokken, maar ik pareerde het speels terug
met ja, dat is ook een oude Wiederholung.

Kunst is geen amusement, maar kan wel lichtvoetig zijn.
Dat bevrijdt het werk niet alleen van zijn karakter, maar het verlost
ook het beeldende vlak. Er ontstaat een nieuw perspectief.
De muze wordt met veel plezier uitgekleed en ontmaskerd.
Zo toont ze haar geniale zones.

Leegte

Dreams and shadows, 1997, tekening, A4

MINOLTA DIGITAL CAMERA

De ruimte

Het verschrikkelijke was dat helemaal niemand kwam.
Hoe zondig kan leegte zijn?
En is dit wel vermeldenswaard?
Ik vind van wel.
Ik ben een liefhebber, op mijn manier, van vernissages met een
speciaal karakter. Kleine bombarie is altijd vermakelijk!
Hier had de kunstenaar de ketting van Maria willen tonen.
Het leek hem een leuk idee, hij had er nog veel werk aan gehad.
En nu was er niemand, men deed kennelijk aan de sneuste sport.

Jammer dan, zijn tastbaar geheugen was hierdoor niet versneden.
Hij hield zijn gloeiend goud goed in het oog. Als men zijn vruchten
niet lustte dan at hij alles zelf wel op. Het ging tenslotte om de groei.
De galeriehouder wou nog wat mensen gaan bellen, maar dat had
hij gelijk afgewimpeld. Deze historische maaltijd hoefde geen groot
onthaal of aalmoes.
Kortom, hij brak de tentoonstelling terstond af, het wachtwoord
was gekraakt. De kieskauwende kijkers bleven maar mooi in hun
eigen saaie hersenschim. De eigenaar van de ruimte keek treurig,
zag de dollars allemaal wegvloeien. Hapjes en drankjes werden
snel opgeruimd.
Later:
Weer thuis voelde hij zich moe maar voldaan. Zijn vruchtgebruik
lag her en der, schoon en altijd eetbaar. Hij liet zijn gedachten de
vrije loop en kwam tot de conclusie dat hij voortaan over zijn eigen
adem zou spreken. Zijn gammele en geestige materie zou iedereen
opnieuw verbazen, men zou er zeker snedig van gaan stotteren.
Na een kleine vrolijke huppel, er was immers alle ruimte, schonk hij
nog eens in.

Stilte

De legende, 2006, acryl, 100 x 70 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Wie is wie?

Een weg loopt niet. Jij loopt de weg.
Niemand ziet mij, behalve een hond misschien.
Dan komt de wegloper thuis en krijgt zijn vragen.
Ben je trots op je werken?
Je zegt dat je alleen een beetje verbaasd bent, dat je het allemaal
hebt mogen realiseren. Maar jij was het wel die dat deed zonder er
mee bezig te zijn. Het is een lange weg, die nu ook kort lijkt te zijn.
Zijn kunstenaars onderling vrienden?
Kunstenaars zijn daar niet mee bezig, zij maken kunst.
Vrienden zijn grote schilders, maar voelen ouderwets aan. (lacht)
Ze weten ook dat ik er zo over denk en ik vind het ook leuk hen
te choqueren. Ze willen voor hun inspiratie niet meer putten bij
mensen die beïnvloed zijn door onze cultuur, want dat geeft oorlog.
Liever komen ze van kinderen en geesteszieken lenen, omdat die
nog zuiver zijn en niet beïnvloed door onze cultuur.
Dat heet inspiratie. Heel fris en vernieuwend in de kunst.
Therapie?
In zekere zin, het is maar net hoe je het bekijkt of wil bekijken.
Eigenlijk zou ik onder ieder werk moeten zetten: ik heb dit voor
u mogelijk gemaakt. Dan zou het pas af zijn.
Uiteindelijk heb je dan alles bereikt en dan?
Ach, oh, dat is niet altijd zo. Je begint met iets en het schilderij
zegt je om dat anders te doen. Je doet een actie en dan word je
verplicht dat erbij te voegen en dat erbij te doen en zo gaat dat
verder. Dat is de praktische taal. En als zo’n werk lukt, dan zeg je:
“Heel goed gedaan!” (lacht).
Ben je een gelukkige man?
Ja, ik ben gelukkig dat ik dat allemaal heb kunnen realiseren.
Maar ik ben ook wel een verbaasd man dat ik dat allemaal héb
gerealiseerd. Als ik verbaasd blijf dan is het goed. Ik geloof in
een sterke geest.
Is er muziek als je werkt?
Altijd!
Laten we daarom in stilte eindigen.

Vreemd

All is said, 2013, boek 106, pagina 36

2013_b106_p36_all is said-k

De mens hoopt

Nu kruipt, nu komt, nu gaat en keert de mens, kunnen dieren
denken. Nu springt het donker in het bos, nu keert het licht
weer terug. Nu moet ik oppassen.
Alleen dieren denken in volkomen nu. Dat telt alleen.
Heel mooi. Heel instinctief.

Heel anders doen dichters, die leven voornamelijk in de schaduw
van iets.
Zij lopen altijd achter en denken voor te zijn is mijn ervaring.
Zij leven in herinnering, zelfs onmogelijke, toekomstige.
Zij dansen als een verschrikte kikker in het weerlicht van de helle
bliksem, zonder ooit getroffen te zijn.
Kijk, als het aan de  gesmokkelde sterren lag, was de wereld heel
anders. Dan liepen alle dieren rechtop om de mensen in hun
poten te wiegen, dan was er geen honger. Bittere beten werden
niet meer uitgedeeld. Ook planten konden niet meer netelen.
Alles zou lust zijn zonder het te weten of te benoemen. Het zoe-
te zweet zou niet meer stinken. Bomen zouden niet meer bomen
heten maar werden bruggen voor vogels.
Maar ja, de bazige mens doet anders met zijn ogen vol achterdocht
en drukt met volle kracht zijn voeten in de aarde, die zijn aarde is.
De beesten knielen onder zijn boze bed tot bloedens toe.
Alleen de droom biedt uitkomst en bolt het hemd en de rok.
Vreemd om lid te zijn van zo’n kudde. Heel vreemd.