Expositie, 2016, boek 114, pagina 51
Witte wanden
Natuurlijk zijn de wanden wit. Ze kijken en zien me in eerste instantie
niet, ze zijn loos.
Intussen sta ik helemaal open, het werd tijd, mijn zoeklicht is uit.
Deze ruimte heeft een wens. Ik glimlach nu al en zal de kamer vullen
met fris werk. Ik ben mijn eigen anekdote voorbij. Het lege museum
is volop gevuld. Men zal verbaasd kijken naar die stroom. De muren
zullen blij zijn. Het onophoudelijk zwijgen is niet langer stil.
Schilderijen op een witte muur heet expositie.
In mijn hoofd wil alles verbaasd zijn, nog nooit zag ik alles zo. Ik
vond alles terug omdat ik luisterde waarvan ik hield, werd mijn eigen
mededeling. Het dichtgevroren raam ontdooide, gaf zicht. Het idee
werd geboren. Met mijn adem kon ik bloemen breken.
Ik houd van die natuur en van de witte wanden.
Er is zoveel waars dat het kunst is.