Vriendschap, 1984, acryl, 50 x 80 cm
Herfst
Ik hoorde je laatst iets zeggen, je oude vriend is weg en de nieuwe
ook al. Niet dat ze weg zijn, maar ze galmen niet meer.
Ik zei toen: dat zal de herfst wel zijn.
Bedrogen worden is ook niet leuk, voegde ik er nog aan toe.
Je terugblik deed me verder zwijgen. Ik was als dood.
Nu de bedenktijd om was, bleek er niets meer te zijn.
Heel raar na al die zomerse tinten. Alle anekdotes zijn nu helaas
plompe, warrige woorden geworden, je kan er niets aan doen.
Het is een feitelijk feit en feiten tellen.
Een nieuw bod is nog niet gedaan.
In de herfst valt alles neer om in de lente weer op te staan.
Dan gaan de loskomende tongen onvervalst bekje rollen.
Alle verzamelde tinten zingen opnieuw een eigen lied.
Op dit moment kan ik met veel moeite allerlei praatjes in je hoofd
laden. Dat heeft geen enkele zin. Het komt er niet in. Je hersens
zijn een woordeloos stilleven geworden.
Je ooit zo ruime bezoekkamers blijven leeg.
Als ik je vlezigste schaal zoek voel ik een snoeimes.
Ik weet, ook ik moet geduld hebben.
Het veelbesproken hoofd doemt ooit op.
Dan zal er weer vriendschap zijn.