Rood

Soort leven, 2016, schets

2016_soort leven

Alles stroomt, niets blijft

Wie trouw wil zijn moet er een dubbel leven op na houden,
schreef hij ooit aan zijn vriend. Was dat zijn conservatieve
stuk? En wat is eigenlijk ontrouw?
Toen de vriend hem ooit eens had bekend dat hij wel eens
over andere vrouwen fantaseerde werd dat meteen als een
vorm van pornografie gehoord.
Elke werkelijk bestaande vrouw weet dat mannen dat doen
en omgekeerd, vrouwen vinden het normaal om over andere,
onbekende of bekende, mannen te dromen.
Als de vermeende vrouw uit droomstof bestaat, bestaat op
dat moment de fantasierijke persoon ook uit droomstof.
Beide personen komen elkaar ergens tegemoet.
Het grote verlangen en de liefde wordt ineens sterk verhevigd.
Zij bevinden zich ergens ver boven de boomgrens. Heel hemels.
Na een mislukt avontuur was hij weggedwaald zonder iemand
daarvan op de hoogte te stellen. Dat is pas ontrouw!
Later verklaarde hij: ik werd meegenomen door degenen die
mij als geen ander kennen, ik was hun instrument, hun eigen
gevangene.
Het was niets meer dan een limonadegevoel, zei de vriend.
Ergens kwam het rood op de kaken snel aanblozen.

Verbinding

Dag en nacht, 1997, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Tijdsgeest

zie maar liever niet om
dan is het water breder
het niet handelbare verleden
is al onderweg

de tijd geeft en leeft
dan weer dit, dan weer dat
de onwetende toekomst
is al onderweg

pak mij vast
zie liever niet om

Nacht

Verlichte man, 2001, tekening, 50 x 65cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Vreemde man

Hij was een Einzelgänger zei men. Eenzelvig, onbereikbaar.
Men praat wel meer onzin. Hij was gewoon gelukkig met zichzelf
en schreef mooie brieven voor zijn hoofdkussen:

Jij, die diep in mijn woud bent geweest en gevochten hebt met mijn
vocht, jij verdraagt mijn vluchtige dronkenschap.
Puur uit gewoonte laat jij mijn ogen iedere nacht weer sluiten.
Daar ben ik je dankbaar voor, dat weet je, want ik gehoorzaam je.
Geboren uit lichte veren en dons lig je graag onder mijn hoofd.
Soms omhels ik je of sla je in vorm.
Nooit zeg ik je naam, dat is te gevaarlijk, het zou mij wakker houden.
Jij beveelt, dus ik beveel en slaap mijn slaap.

Steeds werd het briefje onder het hoofdkussen gelegd.
Altijd was het ’s morgens weg.
Klaas Vaak is een verlichter.

Hersenen

Zo, zo’n, zoon, 2010, tekening, A4

2010_zo zo'n zoon

Wolkenman

Vandaag ben ik me bewust van de lucht. Dat weet ik omdat er
dagen zijn die ik niet zie of voel omdat ik in de stad leef.
Dus nu ben ik met mijn hoofd in de wolken en zie ik geen enkel
gevaar. Ik onderzoek mezelf en ken mezelf niet. Het maakt me
nog nieuwsgieriger, ik zit vol wil.
Daarvoor deed ik nog niets wat nut had. Ik verspilde mijn tijd met
het warrige interpreteren van iets niets. Die kleurloze droom bracht
opnieuw niets.
Wolken…ze zijn mijn alles, zij ontwrichten het werkelijke.
In die wanordelijke overgang tussen hemel en aarde leven de im-
pulsen, die je ver van het dagelijkse lawaai vrolijk maken.
Pas als je denkt dat je aan alles hebt gedacht trekken de wolken
snel aan je voorbij.
Alles vergaat  weer in de herfst als opgebrande lucifers, die links
en rechts op de grond dwarrelen.
Zoiets kan je bedenken als je slaapdronken bent.
Dan doet je hart zeer en brandt in een vreemd lichaam.
Dan slapen je hersenen, dan voel je niets.
Op dat moment is de lucht en mijn ziel zonder glimlach.
Geef mij de wolken en de dag zal geen einde kennen.

Sikkel

Wanneer wordt het eindelijk dag?, 1993, acryl, 100 x 80 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Rottigheid

Lucebert zei het al: vliegen en schurken slopen het ontbijt.
Helemaal mee eens. Ik ken dat. Als kind al.
Toen zochten de half versleten moeders al stukken karton om hun
dikke kinderen te beschermen tegen het koude vocht. In diezelfde
tijd pakten gemene anderen de klaargezette boterhammen.
Al het eten was meegenomen door die brutale apen (die met hun
rode apenkonten in de wegwaaierende palmen sprongen).
Hoe kan een mens dan nog tevreden blijven?
Dikke druppels vocht vallen dan uit de kraan van je hart. Ja, hele
dikke! Ik zag het zelf!
Gelukkig was er altijd wel ergens een verstopte of gevallen boterham.
Als je eerst een stinkende wolk wegtrok vond je gelijk een snee
volkoren met flink wat pindakaas. Bovendien zijn moeders waakzamer
dan menigeen denkt.
Vaders niet, die hebben het veel te druk met het bestormen van
eigen ego-denken. Als die ooit uit hun vermolmde auto’s stappen is
het kwaad al geschied en opgelost.
En de kinderen dan?
De kinderen zien kunstzinnig door elke spleet met hun verwonderde
ogen. Zij kunnen voorlopig nog blanco zien en dat is mooi.
Heel mooi zelfs!
Het vermolmde kijken komt pas later, als ze leren rekenen.
Daar weet de sikkel maan alles van!

Trauma

Cypresvrouw, 2016, schets

2016_cypresvrouw_s

Koud / warm

Diep onder de indruk van haar nieuwe leven liep ze als een goed
gevulde pion. Ondertussen riep ze naar binnen: Ik hoef me nergens
voor te schamen, ik ben zo, ik ben mijn eigen toekomst.
Thuisgekomen was ze pas echt enthousiast over haar geleverde
prestatie, ze voelde zich aan de rand van de hemel. Spontaan
tekende ze een passende tekening aan de grote tafel.
Later, na een lange lopende band met een vrijer en wat ongeboren
kinderen, koos ze op goed geluk een deur met een andere naam.
Ze projecteerde zichzelf in een nieuw landschap en huppelde weg.
Toch was het een misstap of misschien een mishuppel in dit geval,
want het landschap bleek luchtledig te zijn. Het landschap had geen
innerlijk.
Ze voelde zich een zeepbel worden.
Iemand zei dat dit haar jeugdtrauma was en dat was best mogelijk
(al had ze zelf meer het idee dat ze juist het eerste uur van het nieuwe
had gezien).
Beter was het om alles maar open te laten, om zo te kunnen ontsnap-
pen om de rand van het grote bos te kunnen vinden.
Op afstand hoorde je al een hond huilen.
Heel aandoenlijk.
Haar haar ging rechtovereind staan.

Snuiter

Ho, 2012, boek 102, pagina 18

2012_boek 102_p18

Rare ontmoeting

Die dag begon hij rond te slobberen, zonder te stoppen. Dat leek
hem leuk. Vooral de verbaasde reacties van anderen deed hem
goed. Als hij vlak voor iemand stond deed hij met een grote zwaai
zijn jas open en zei:
Kijk, de werkelijkheid kent geen schaarste om snel te vervolgen
met gulzig is mijn zichtbaar geel. Men deinde vol ontzag terug.
Ware schoonheid liegt niet.
De slobberatleet, driedubbel bemand en goed geschoren, genoot
van hun schrikreactie. Tot de nederlaag van het avondrood bleef
de stakker zich herhalen. Floeps jasje open, floeps jasje dicht.
Steeds bleker werd hij door zijn afdekking, totdat hij zo wit was
als een pasgeborene. Dan was het over en riep hij HO.
Ik ben slechts vluchtig aanwezig was zijn lijfspreuk.
Dat gold overigens niet voor zijn geel, zijn bezem, nee zijn plumeau.
Die moest regelmatig luchten, die moest het schaamrood op ander-
mans kaken brengen.
Het stralend laten schrikken was en bleef zijn grootste ding.
Kortom, de slobberjak woonde in zijn eigen verwaande nut en
wenste dat zijn kwaal nooit over zou gaan. Eerlijk gezegd hoopte
hij nog eens een maagd te zien wegsmelten om hem zo te bevrijden.
Dan pas zou hij echt gelukkig zijn en voor altijd willen verdwijnen.
Sterven in een geopende jas, daar hunkerde hij naar.

Paradox

Lege personen, 2016, schets

2016_lege personen

Niets

Aanwezig afwezig.
Dat klinkt paradoxaal, maar die vreemde aanwezigheid doet er
juist toe. Niet volledig aanwezig zijn, wel teruggebracht tot de kern,
dat minimale is zo vrij als de lucht.
En dan?
Dan maak je gebruik van de leegte, niets ligt nog op de loer. Het
is zoiets als eeuwig, maar dan anders. Mens en ding vallen samen
tot een mooi moment. Zonder woorden is zonder voorwaarden. Je
bestaat om te bestaan, dat is genoeg.

Volgens haar was het haar essentie, dat afwezig aanwezig zijn.
Niets mis mee. Ontmoetingen worden niet langer belemmerd. In
uitgewiste toestand zien anderen je tenminste niet bloot.
Dat verdwijnen in de leegte geeft alles een kans. Niets is iets, het
is een kwaliteit van zien.
Misschien zie je alles in gedachten opkomen, misschien is dat wild
denken. Wild denken hapert niet, het schetst en staat altijd in de
kinderschoenen. Bij het wild denken voel je je absolute nabijheid,
je voelt dat je ergens moet zijn. Alles is op een vreemde, indruk-
wekkende manier met elkaar verweven.

Dit alles zou je ook kunnen samenvatten met de zin: Ik omhelsde
haar, ik was helemaal stil en zij was helemaal stil.
We maakten elkaar leeg.

Spiegel

Witte schaduw, 2016, schets

2016_witte schaduw

Fata

naast de romige wetten
raast het koude ruit
naast gekweld plezier
spiegelt de spiegel

rondreizend naakt
kale, koude pijnbank
een oud verleden
geurt een rozenperk

voor de vitrage
van achteren gezien
aan elke voet
een loden bol ketting

de ziel danst zich leeg
als een dronken vlieg
verse vlokken pakken
de lege ruimte

nu nog even schonen
na het vloervegen
is de leugen gesmoord

of dit de moeite waard was?
het was een geloof
een witte schaduw sprak