Bijpersoon

Open mind, 2015, computertekening

2015_open mind_ct

Mysterie

Hij baadde volledig in een negentiende-eeuwse mentaliteit. Met veel
behoefte aan obsessionele zoektochten. Koste wat het koste
moesten er sluitende verklaringen en waarheden worden gevonden.
Hij was er van overtuigd dat alles opgelost kon worden mits je het
maar logisch benaderde.
Geen probleem, geen raadsel was per definitie te ingewikkeld.
Daarmee was hij een mens van iedere tijd, want zolang we niet
begrijpen lijden we. Zonder de extase van de oplossing kunnen we
niet goed leven en krijgen we bange, boze dromen.
Eigenlijk hield hij niet van geheimdoenerij. Het maakte hem onrustig.
Onvolledige vertellingen kwamen bij hem niet voor. Spanning was
bijna een vloek of goor woord geworden. Daardoor kreeg hij op den
duur een zware keelaandoening.
Zijn virtuoos denken werd op de proef gesteld. Onfeilbare logica stelde
ineens niets meer voor. Heel teleurstellend! Uiteindelijk kon hij zelfs
niet meer spreken. Het oorzaak en gevolg systeem doet soms flink
overdreven en slaat vervolgens gemeen toe.
Hij werd daarna een bijpersoon met diep ingekeerde ogen.

Fraai

Blauwe wolk, 2015, computertekening

2015_blauwe wolk_ct

De haringman

Ik at een haring en dacht aan Paul.
Wij stonden rond het middaguur vaak samen aan de kar. Na eerst
een uiterst hoffelijke begroeting begonnen we dan ons klein gesprek.
Hij sprak zo mooi voorzichtig Nederlands. We lieten elkaar altijd in
alle rust zinnen uitspreken, ieder op zijn beurt. Beide met een ruimte-
gevende, onschuldige glimlach. Maar nu is hij dood.
Ineens. Ineens was hij verdwenen. Zijn huis was al leeggehaald,
de familie wist het ineens weer te vinden.
Nu moet ik voortaan alleen gedachten knutselen en haring eten.
Heel jammer, maar het is niet anders. Ergens was ik altijd wat jaloers
op hem geweest. Uit alles bleek dat hij een grote vrijheid bezat. Had
ik maar een beetje daarvan gehad. Hij werkte hard, maar altijd met
de vrijblijvendheid van een amateur. Ontspannen en bescheiden.
Mensen zoals Paul zijn de aardigste mensen die ik ken, zij leven ter-
loops en maken mooie bijvoorbeeld dingen. Geen statements. Hij gaf
me vaak de indruk dat hij alle tijd had, hij hoefde nooit iets te doen,
nooit iets eerst af te maken.
Hij kon goed luisteren.
Sommige mensen scheppen zichzelf tot iets fraais.

Dichters

Niet kunnen slapen, 2015, computertekening

2015_niet kunnen slapen_ct

Bij volle maan

Volle maan maakt de mens vaak slapeloos.
Groot, dik, blank is zijn zonnige gezicht in het maanlicht.
Hij ziet van de verschrikte sterren de harten opengaan en draait
daarbij een willekeurig pirouette. Als hij ineens zijn benen strak
verankerd draait zijn hoofd en lijf nog wel vijf slagen door.
Stilstaan onder de maan maakt dat de aarde ook stil staat. Even
is er dan alleen een wonder, geen drieste dood.
Ik die dit zeg, waarschijnlijk niet goed wijs, ben slaapdronken
(wat overigens niet erg is) en tol.
Buiten bewaakt de boom voor het huis iedere opstandige opzet.
Een enkele ster valt. Een enkele mens wenst zich iets moois, om
weer verder te verdwijnen in eigen droom.
Natuurlijk weet ik ook wel dat als een ster valt, de lucht aan het
aderlaten is om de volgende dag weer fris en vrolijk te kunnen zijn.
Dat heeft de uit steen geboren aarde nu eenmaal nodig. Net zoals
ze af en toe vol walging gloeiend moet spuiten. De vervloeide ogen
braken dan onbesuisd, terwijl de voorraadschuren en de troggen
vol vruchtbaar leven kreunend verschrompelen.
Ik zei het al, de volle maan maakt dat je anders denkt en doet.
Bij volle maan groeien de dichters om overdag leeg te stromen.

Nacht

Old Flames, 1997-2015, computertekening

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Komende nacht

De zon keert zich bijna van haar vlammenwagen, het zal zo nacht
worden, de schemering hangt al in het dal. De zware dagtaak is op
een haar na gedaan.
Zij zingen samen een mooi avondlied.
Hij vertelt haar een verhaal over zeelui. Die gaan ’s avonds, als de
zon baadt, in een stille baai voor anker. Zij slapen onder het ruwe
dek, moe van de wilde vaart. Voor het slapen gaan vertellen zij
elkaar hijgerige, hartstochtelijke verhalen. Zo krijgen zij rust en
worden in slaap voor het kwaad bewaard, ondanks hun groot
verlangen.
Zij luistert met rode wangen naar zijn zachte stem. Haar ogen
staan vochtig. Hij kon niet weten dat al die vertelde beelden haar
in de herinnering sneden. Een pijnlijk verleden laat nooit los.
Dan ziet ze ineens een rare broodkruimel in zijn linker mondhoek.
Ze probeert het weg te vegen, maar hij zit zo in zijn verhaal dat
hij denkt dat het een aanval is. Voordat hij het beseft geeft hij
haar een lel en zij suizebolt bleek neer.
De gesel van het beeld slaat vaak raak. Dat is het mooie van kunst.

Jeuk

Gebeurtenis, 2015, computertekening

2015_it happens_ct

Geschiedenis

De volgende dag kijkt hij zichzelf met een ander oog aan. Er schiet
een ouderwets woord voorbij: nijdig. Nijdig is hij op zijn opgezwollen
gezicht. Het jeukt enorm. Woedend verschijnt er rondom de mond
een rode-roze snor. Afblijven! Je mag er nooit aan zitten te krabben,
dat maakt alles alleen maar erger en het zal nog langer gaan duren
voordat het over is. Handen op de rug en aan wat anders denken!
Met zijn vijftien jaren besluit hij een enorme historische roman te
schrijven. Je moet toch wat. Wat voor onderwerp? Iets over alle
beroemde mannen. Alle grote veroveringen in één groot, dik boek!
Dat zou vast aanslaan!
Het ontsnappen aan de jeuk drijft hem op die weg. Met kinderlijke
overgave maakt hij lange dagen achter zijn schrijftafel. Hij voelt
zich af en toe zelfs goed, jeukvrij en denkt dat hij beslist een nog
niet ontdekt genie is.
Ineens begint het eczeem te huilen, alle blaasjes barsten open en
een vies, gelig vocht stroomt op het net beschrevene. Al het recent
gecreëerde lost op als sneeuw door de zon. Heel de geschiedenis
is in één keer uitgewist. Een hele opluchting volgde.
Op dat moment werd hij volwassen.
Het eczeem bleef voortaan weg, werd geschiedenis.

Verleden

Winterhoofd, 2015, computertekening

2015_winterhoofd_ct

Ergernis

Als allereerste nemen wij afscheid van de groene boomtoppen.
Als de vleugels het laatste uit de lucht verzamelen en wij varen in
de beschutting van onze jeugd, dan draaien we als de dood aan
het kompas in ons hart.
Waarom bedenk ik dit nu? Wat wil ik zeggen? Ben ik oud?
Ik denk dat ik wat duizelig was van de vingerafdrukken van het
licht. Zo werd ik ineens de tiran van de herinnerde klok.

Kijk, de hemel likt zijn wonden graag van het bleke gezicht.
Sterren reserveren de nacht voor hun theater, de bergpas gaat de
maan tegemoet, mijn hersens staan op scherp…
Maar wat moet ik met die wetenschap?
Als ik weet dat de zon haar oogverblindend scherm kan optrekken,
wat moet ik dan nog? Alles is daarna blind, niks, nada, verlies.
Ik ben een bewegende vreemdeling op een kale weg. Meer niet.

Nu is het wel zo dat iedere brug een gat in de lucht dicht en dat
bouwterreinen verdampen door het zinderend bouwlicht. Dat is
mooi, maar dat maakt alles echt niet gemakkelijker, dan begint
het eigenlijk pas!
De taaie taalkwaal van een volwassene wappert jammerlijk op de
blindheid van de jeugd. Op de hoogte van de jaren, bij het eindpunt
van je vader, loop je met grote passen door de grote velden van je
voorthollend verleden.
Daar kan ik me dus behoorlijk aan ergeren.
Waarom doe ik dat? Het is zo zinloos.
Je zou er een winterhoofd van krijgen.

Idee

Het zwarte gat, 2015, computertekening

2015_het zwarte gat_ct

Kaal

Het gat zegt wat het is: een gat, geen snotneus.
Levend is het woord.
Anderen zeggen dat dit misschien een slopende zomersla is of een
stuk vlieg.
Mij maakt het niets uit. Ik vergrendel mijn cabine nooit, besteed
veel aandacht aan mijn lenige geest. Ik kan bij wijze van een steen
drinken.
Andere ogen zien nooit mijn verte, ik ben er aan gewend. het is dus
draaglijk. Ik kan goed oogsten in eigen dwaaltuin en ook lachen om
hoog gezeten ideeën.
Nu bedenk ik ineens dat dit werk een afbeelding is van een verkoold
oog. Een nachtschrik doofde het ziende oog, liet de nachtuil zingen.
Voortaan zal deze persoon voor de blanke schone knielen zonder
haar te zien. Schoon en omwolkt zal zij voor hem blijven.
Toch is het leven dan niet kaal. Je kan gewoon de lichtsmid laten
komen en je hebt weer zicht.
Beelden schamen zich nooit beelden te zijn.

Vreemde vogel

Grey Man, 1999, computertekening

1999_2015)grey man_ctk

Verder weg

Zijn gezicht is niets meer dan een roze schaduw, zijn oogleden iets
te stijf samengeknepen. Misschien komt het ook wel doordat
die middag de zon te fel ging schijnen. Even geen gezicht, te pijnlijk.
Wat je niet ziet is dat er ondertussen heftig wordt getrokken en ge-
schoven aan datzelfde gezicht. Het lijkt wel of de ogen, neus en
mond het voor altijd op willen geven en hop, daar is het gezicht
groot en rood. De stijve ledematen zullen spoedig wel gaan volgen.
Is er dan niemand die even kan helpen vraag je je af.
Het duurt even een tijdje voordat iedereen beseft dat hier iets niet
klopt. Men is liever traag en staren de niet-kop met open mond aan.
Het is best griezelig zo’n roze, weggegomd hoofd.
Gelukkig komt er een klapwiekende vogel aanstormen. Hij gaat op
de schouder van de man zonder gezicht zitten en peuzelt in volledige
overgave al het roze op. Maakt van de man weer een man. Het blijkt
Picasso te zijn, die net een al te overijverige bui heeft gehad.
Picasso heeft zelf van vele gezichten een rare rotzooi gemaakt, maar
deze vogel kan er ook wat van. Alles zit nu op de verkeerde plek,
alles is verwisseld. Zo praat Pablo voortaan met zijn ogen, ruikt met
zijn oren en ziet hij met zijn scherpe neus.
Het gekke is dat je hierbij een veilig gevoel hebt.
Hij heeft zijn eigen leven totaal in dienst gesteld voor de kunst.
Hij geeft je daardoor zijn broekzak met de juiste temperatuur.
Voor mij is hij een voorbeeld. Niet hèt.
Ik ken mijn eigen voorbeeld.
Ik ben mijn eigen voorbeeld.

Energie

Lopend hoofd, 2015, computertekening

2015_lopend hoofd_ct
Het allerbeste

Buiten het montuur van de tijd luidt de herinnering, die altijd op
zoek is naar storm. Pas op voor de heimweepolitie, die is dan erg
actief, zij willen al je vingerafdrukken verzamelen.
Maar goed, als het laatste licht dan eindelijk valt en we afscheid
hebben genomen van alle boomtoppen, dan kunnen we heerlijk
verder golven op het kompas van het hart. We voelen ons in de
nacht snel meer dan jeugdig en varen graag op die hitsige golven
mee.
Laat mij dan je blinde gids zijn, in de nacht heb je immers geen
zicht nodig. Ik kan de sterren laten schitteren in het nachttheater.
Ik laat de hemel in de vijver likken zonder dat je het merkt. En dan
is het voorwaarts! tot diep in de morgen. Je zult spreken in de
kwaaktaal van een kind en met grote passen ben je in één nacht
over de top van de hoogste berg.
Het is een gave, ik haal het allerbeste in mensen boven, mijn toren-
kraaien doen de rest.
Kijk, nee kijk maar niet, ik loop nu recht op je af. Als leidsman van
alle wegen weet ik maar al te goed dat het boek der aarde nu open
ligt. Ik laat iedere sneeuwbui tot vonken omsmelten door mijn
energie. Je hoeft alleen maar toestemming te geven en alles wervelt
oneindig rond.