Vieze vlek

Achterzon, 2013, computertekening

2013_achterzon_ct

Zo uit het leven

Een vieze vlek kan best een net gezicht zijn, daar hoef je niets
meer aan te doen als je vette ogen maar verzorgd zijn, lijkt deze
man te denken. Zijn twee vijandige ogen, wonend boven de wallen,
houden de slaap wakker. Wat hij denkt laat zich raden.
Is hij een bastaard?
Niets is beter dan in het teken van de vlek te staan, vertelt zijn op-
lichtend gelaat. Hoezo in verwarring doordouwen? Ik dacht het niet,
zelfs niet naar een plotselinge aardverschuiving. De pudding van
zijn bolle brein maakt overuren. Nog even en hij krijgt straf van zijn
oude moeder, het duurt te lang dat nadenken.
Zijn hersenwerk zit vol vlekken. Stille vlekken, dat wel. De raderen
raderen niet, ze kunnen geen voorschriften lezen. Hij herinnert zich
alleen de smaak van stof.
Anderen willen weer stamppot maken van zijn spieren, het schijnt
gezond te zijn. Niet doen, hij is niet zo gevaarlijk als hij er uit ziet.
Vogeltjes gaan binnenkort een nestje maken in zijn nek, het is ten
slotte lente.
En de oude moeder? Die slaat de duiven en slangen uit het vlekken-
nest. Nooit gesmaakte herinneringen hebben geen nut, die moet je
snel stofvrij maken.

Wakker

Experiment, 2013, computertekening

2013_experiment_ct

Links op rechts gevouwen

Je werd wakker en hoorde mijn stem.
Je ving stukjes natuur op en uiteindelijk waarachtig de hele na-
tuurlijke wereld. Dat was zo ongewoon dat het prettig was. Je
voelde mijn krachten, omdat ik beschreef wat ik beschreef. Mijn
hart huilt niet, maar ligt in een warm bed. Ik barst van het leven.
En wie leeft zoals wij leven?
Kijk, als je niet leeft, beweegt je gevoel ook niet. Dan wordt het
leven opgegeten door woorden, door drank. Dan blijft de rivier
ontzettend leeg. Dan ben je een schrijver die niet schrijft. Dan
zwaaien de wilgen een zacht gedag. Dan stroomt de schemering
vol niets. Dan wordt de doodlopende straat vertrapt.
En nu ben je wakker en hoort mijn stem. Je legt je hoofd op mijn
schouder. De magie hangt in de lucht. Zonder pijn geen leven.
Even later lagen we in het eens verwenste gras en volgden ons
vlees. Ik raakte je arm aan en je week niet terug. We leken wel
kronkelend klei. Jij raakte mijn heup aan, voelde tot op het bot.
De zee werd zee. Links werd op rechts gevouwen. We hadden lief
en eisten mooi weer tot we ons helemaal hadden verslonden.
Toen moest ik weg, zei je.
Onder de kruin van mijn geliefde acacia bleef je achter.
Je danste je tienerdans nog licht na.
Je draaide je niet op tijd om en verloor je hoofd.
Ik liep mijn weg en herinnerde iets wat ik was vergeten.

Glimp

Verkeerd bericht, 2013, computertekening

2013_verkeerd bericht_ct

Gesloten man

Hij leeft solitair, is moeilijk te benaderen.
Alle bewoners van zijn straat beschrijven hem als een zonderling.
Een echte, eigengereide kleinreiziger.
Ze weten alleen van hem dat hij een grote verzameling ansicht-
kaarten heeft. Mijnheer Porecs, zo heet hij, wil daar niets over kwijt.
Het zou hem kwetsbaar kunnen maken.
De verzameling, alles op alfabetische volgorde, is van hem, voor
zijn netvlies. Hoe je ook aan zou dringen op maar een glimp, je
krijgt echt niets te zien.
Het moeten ondertussen honderden dozen vol plaatjes zijn.
Het zijn zijn herinneringen, die laten zich niet mededelen.
Alles over zijn leven staat erin. Zo kan hij niks vergeten.
Vaak bladert hij de collectie door en knikt en mijmert even voor hij
verder gaat. Alles is van groot belang.
Een paar dingen wil hij misschien nog kwijt. Wat harde feiten.
Bijvoorbeeld dat er een keertje bij hem was ingebroken.
De inbreker had toen al zijn kleren meegenomen, terwijl er toch
meer waardevolle dingen voor het grijpen waren geweest. Zoals
zijn kostbaar talent.
Je hoort Mijnheer Porecs soms rare geluiden maken.
Ze gaan dwars door de muur. Onplezierige schelle kreten. Vooral
’s nachts.
Misschien is hij ziek of de weg wat kwijt.
Het zou zomaar kunnen, hij is niet meer zo jong.
Hij herhaalt dan vreemde, zachte zinnen zoals:
Niet repareren of Ga weg, zelfbenoemde engel…..
Hij heeft zich nu al langer dan een maand niet meer laten zien.
Zelfs geen glimp.
Wat te doen? Zou hij dood zijn en ergens liggen?
Moet de politie gewaarschuwd worden? Moet je niet even door de
ramen loeren?
Ach, mijnheer Porecs is een bescheiden mens, dus dat zal zijn stilte
wel verklaren.
Het blijft toch wat eng dat zwijgen van hem. We doen nog niets.
Nog niets.

Liefde

Lovers, 2013, computertekening

2013_lovers_ct_k

Overgave

De menselijke liefde is als een kunstwerk dat zich zuchtend gewon-
nen geeft. Door herhaling en variatie vormen fragmenten een nieuw
verband. Hoe wonderlijk mag het zijn!
Het verlangen naar bewegen en verdwijnen met een ander is net
zo oud als de wereld. Tot het landschap tintelend uit de ooghoeken
verdwijnt is alles nieuw. In echte liefde zit ontspanning, overgave.
Het vloeibaar worden is mooi, lekker, opwindend. Soms ook grappig,
maar dan moet je elkaar al wat langer kennen. De naar binnen ge-
slagen aandacht maakt de geest ruim. Speelse gevoeligheid, plezier
in eigengereidheid is een aangename sensatie. Door de snelle op-
eenvolging van draaiingen kun je verdwijnen in een samen-niets.
De taal erbij laat alles zweven. Ongeduld valt af. Verboden blikken
bestaan niet. Het meezingen door het grote verlangen lijkt einde-
loos te zijn. De aanraking verstoort niets.
Even lijkt het alsof je niet bestaat. De tijd staat stil bij het bestem-
pelen van elkaar.
Levenservaring is van nature traag gelukkig.

Soms

Blue and green, 2008. computertekening

2008_blue_and_green_ct

Een soort diagonaal

Ongekende schoonheid zie je niet, die is er.
Soms als je je ogen, je oren en je hart opent ervaar je iets in
die richting. Soms.
Als vrije kunstenaar verwerk je een vluchtige wereld, je doet je
slag in de rondte. Je zoekt naar de ziel der dingen met een groot
oog voor het terloopse toeval. Dan pas bereik je heel eventjes de
kortst mogelijke troost. Je drijfveer loopt met de bestemming mee.
Het is een patroon van wendbaarheid bestaande uit een groot
aantal meanders. En dan, als de schets van gedachten zich hecht
aan zijn drager, dan bestaat het vastgelegde moment tot de ver-
nietiging.

Bovenstaande schreef ik in een prelude voor het boek Tekentapijt,
wat ik in 2005 (i.v.m. een gekregen stipendium) samenstelde.
Op een vel of doek kan alles gebeuren, zou ik nu schrijven. Als je
voorbij het lege midden bent ben je al een heel eind. Zoek dan de
diagonaal op en de helft is al geschiedenis geworden.
Wat ook mooi is dat na de herinnering altijd de tijd van nu komt.
Nadat je je gedachten hebt gekorfd, doet je losse pols de rest.
Je bent even tijdelijk elders. En daar is het zo mooi, dat je er wel
voor altijd wilt blijven.

Lippendienst

De vrouw is van elastiek, 2013, computertekening

2013_de vrouw is van elastiek_ct

Het leven in beweging

Een hoog heelal is vast een verkreukelde toestand.
Tussen alle kleumende wolken is weinig ruimte en overal staat de
huid van nieuwkomers op een kier. De engelen hebben geen tijd
voor herschikking van wolkpartijen. Zijn moeten liplezen en gaan
kiezen.
Liplezers zijn de beesten onder de doven. Zelf op de geur vinden
zij nog alles in de mond. Hoe gevoelig kun je zijn?
Nu is het zo dat de meeste vrienden wel beter weten. Die gooien
gewoon alle remmen los en slaan daarbij flink op hun geborduur-
de daar heeft de verklikkerkist uit de hemel geen antwoord op.
Wie goed doet goed ontmoet is hun spreuk. Daarvan springen de
sproeten spontaan rond mijn toet. Ik kruip door mijn eigen bruis
en val nog meer af dan het afgelopen jaar. Prima!
Het echte festival is dus gewoon op aarde. Daar blazen alle boeren
hun eigen boerse blues. Dat is echt het mooiste recht voor de raap
repertoire. Daar vind je alle lenige dames, die hun kunstjes voor je
tonen.
Dit alles is de neerslag van mijn elastieken herinneringen.
Je zou het ook artistiek gekwaak kunnen noemen.
Het leven is geen verhaal, maar een grote omhaal.
Half afgepakt doe je best. Je sluit je mond meestal gepast, zodat
de verdwaalde liplezer werkeloos achter blijft.
Tenslotte zal het wit sluiten, maar dat duurt nog lang.

Ander mens

Romantic man, 2013, computertekening

2013_romantic man_ct

Kort briefje

Vandaag wil ik je zoete mondje zijn.
Vandaag en helemaal.
Weet je dat ik je…
Ja, dat weet je wel. Ik hoef niets meer te zeggen.
Of alleen dat ik een ander mens ben geworden na je telefoontje.
Meteen!
Hoe kan het toch dat iets wat voor een ander misschien weinig
betekent voor mij alles is? Het komt natuurlijk doordat ik niet
méér heb, het is alles wat ik heb. Je blijdschap door de telefoon
deed me zweven. En nu weer.
Ik proef ons geluk.
Vandaag schrijf ik maar heel weinig, het doet nu te zeer.
Ik schrijf alleen om te zeggen dat mijn mond nog steeds zoet is,
misschien wel omdat ik het zo wil. Het moet zo blijven tot ik je
weer zie. Dan ga ik al je zoets opeten en jij mag steeds zeggen
dat je niet tevreden bent.
We zullen buiten onze positieven zijn. Help!

X.

Brein

Donker hoofd, 2013, computertekening

2013_donker hoofd_ct

Uit eind jaren zestig

Hij wil het je laten weten: hij is niet zo van de verwilderde oplossing.
Geen enkel stukje brein werkt daar aan mee. Dat bureau is totaal
dichtgeplakt wat hem betreft.
Liever woont hij tussen zijn eigen alleenstaande ledematen, dan kan
geen enkele schaduw hem overlappen. Het vreemde gevolg hiervan
is wel een vette bankrekening. Eind jaren zestig kon je nog wel met
niets doen zeer rijk worden.
Nooit verveelt hij zich en wanhoop doet hem ook niet wankelen.
De aarde moet in alle nederigheid op hem afdalen. Zo zit dat!
Het enige wat hem bezig houdt is zijn hobby: nachtreiniging.
Hij zegt dat dan de inteelt lekt; weet er kennelijk het fijne van. Door
zijn nachtelijke geur gaat het snel op de loop. Zijn zweet is niet be-
vriend met die teelt. Slaapkamers blijven terecht dicht.
Op zijn nachtkastje ligt zijn kaalhoofdige waarheid, zegt hij zonder
daar over op te scheppen, het ligt daar hartstikke bloot en piemel-
naakt. Die waarheid gaat vergezeld met een grote pot met geld.
Daarnaast voelt hij zich meer dan geslaagd.
Een andere uitspraak van hem ik ben nog vromer dan een kerstster
doet je vermoeden dat er iets mis is met zijn geloof. Nog even en
dan maakt hij een verkeerde wereldstad door zelf een prijsvraag uit
te schrijven. Hij is volgens eigen zeggen volmaakt en bohemien.
De enige ster die ik kan bedenken bij deze man is een leegloopster.
Hij is een smeerlap, een uitvreter waar Nescio bleek van zou worden
of ineens weer Jan Hendrik Frederik Grönloh, zeg maar Frits, zou
heten.
Een volmaakte bohemien bestaat niet.
Een kunstenaar komt daar misschien nog het dichtste bij in de buurt.

Spek

Problem, 2013, computertekening

K…RNER2

Zwarte gaten

Het was in het jaar dat men ons voor gek verklaarde, omdat wij het
spek in de ogen en mond hadden. Nou ja, spek, verbrand spek, we
hadden net iets te lang met het vuur gespeeld.
Natuurlijk waren we niet van slag, alles wat dwaalt heeft gewicht.
Dus deden we op zijn mooist een galmende zwaan na, wat veel bij-
val genereerde. Alle kakkerlakken lakten zich los van de dansvloer.
Ze hadden geen enkele notie meer van de wegtikkende seconden.
We konden onze ogen nauwelijks geloven. Het was een mooi en
vreemd gezicht. Het leek er sterk op dat het veel meer was dan
denkbeeldige beelden. Voor halsstarrige principes was bepaald geen
plek meer. De kakkerlakken lieten veel ruimte tussen hen en de
sterren. Zij voelden zich de schatten van de nacht.
Alleen de arme eenzelvige stond beteuterd aan de kant zich dood te
vervelen. Hij had geen bloed voor feesten. Hij had de pest in.
Pas toen ik helemaal overliep van dromen, diep in mij gebeurde alles,
werd ik wakker met hele wilde ogen. Ik zag mijn liefste naakt staan
en begon snel aan mijn tweede droom.
Zoals het gaat zal het komen.

Drijfijs

Nachtbeet, 2013, computertekening

2013_nachtbeet_ct

Voor niets

Wat woorden werden onder elkaar gezet en verdraaid. Ze leken
te dichten in een zeepfabriek. Goed getimed ongemak rijmt snel.
Ook lyriek en liefde slaat gemakkelijk aan. Zijn puffende penis
deed de rest. Plof poëzie en klaar.
Later bleek alles geland op drijfijs wat nog niet goed was ontdooid.
Echt eng. Wie  niet gevoelig is voor dit doodfluitend gevaar merkt
niets. Alles gaat gewoon door.
En zo was het. Alles was lekker, verwarmend, overtollig misschien.
Daarna sliepen de tien tenen samen een gat in de dag. Alleen de
regen deed verward, kreeg kippenvel omdat het verhaal verteld
werd in een verkeerde taal.
Toen kwam een zogenaamde wijsneus, die beet de vrouw op een
gevoelige plaats. Dat werd verschrikkelijk verkeerd begrepen, hij
moest weg, werd vieze vlek.
Nu is het zo dat een vieze vlek zomaar een gezicht kan krijgen
tussen de bedrijven door, mits de vette ogen goed verzorgd worden.
Dat spreekt voor zich. Zo ontstonden twee slaperige, vijandige wo-
ningen, vlak voor de hongerige afgrond.
Tegenwoordig wonen in de hersenvlek stille mensen, volledig stofvrij
met hun ooit gesmaakte herinneringen. Het lijkt wel stamppot van
spieren.
Deze droom ben ik dus niet.
Ik hoef zodoende niets uit te leggen.