Waannacht, 2012, computertekening
Ingezonden brief
Beste Paul,
Dit antwoord komt laat. Rijkelijk laat, maar dat heb je vast
niet gemerkt omdat je het vast de laatste tijd druk had met
andere dingen aan je hoofd.
Eerst en vooral: ik denk vaak aan je, vooral in de nacht, wat
goed is voor mijn stof voor een nieuw werk (een uitgewerkt
idee is er nog niet, het wankelt nog wat). Je zult het later zien
en beleven. Dat is het.
Iets anders. Het viel me op dat je niet zo goed op dreef bent.
Zo ken ik je niet. Je verhaal over de affaire met M. bevalt me
niet zo. Ik ken de ware reden niet, maar je theorieën lijken
wat mij betreft een beetje te theoretisch en hangen er wat
verfrommeld en flets bij.
Als onschuldig persoon heb ik er meer dan genoeg van de
details van dat stuk leven. Ik mis een precieze reden. Ik vraag
me af of die er wel zijn. Waarschijnlijk niet.
Uiteraard is dit een eerste visie en moet ik alles nog eens on-
der de loep bekijken, dus trek het je niet al te sterk aan.
Voorlopig is M. erg dociel en vervelend onderdanig. Zij her-
haalt het vorige leven en blijft steken in zijn adjectieven.
Alles is eenzaam en alleen bij haar. Bovendien is ze nogal
perfide. Ergens vind ik haar zo slap als een vodderige zeem-
lap.
Dit is mijn mening. Bij deze.
Ik wens je, beste Paul, veel courage in je onderneming.
Waarschijnlijk is het toch de moeite waard.
(niet ondertekend)