Stem

De weg, 2015, computertekening

x.2015_de weg_ct

Vrije droom

Vrijheid hoeft niet iets te zijn. Vrijheid is gewoon een vlek.
Dat voelde ik op een feest in Italië, Ik heb gezien dat de schedel
bijna uit puur genoegen van de romp afviel. Ik zag dat er een
constante stroom uit beide ellebogen kwam. Je kon er met gemak
een heel dorp mee verlichten. Dankzij die uitzinnige mensen voelde
ik mijn vrije vrijheid en daardoor botte ik flink uit.
In mijn mooiste Italiaans zei ik inhoudelijk zoiets als:
Dare la voce rotta più aria, danno occhio fratturato più luce
(geef de gebroken stem meer lucht, geef het gebroken oog meer
licht).
Men was diep onder de indruk, veel meer dan nodig was.
Eigenlijk vond ik het zelf wat overdreven en nogal aanstellerig.
Ik bleef dus meer een half tevreden buitenstaander, die half dronken
van hervonden vrijheid gekscherende dingen zei.
Dus waar hebben we het over?
Ik moest de echte dingen nog meemaken voelde ik. Ik was nog niks.
Maar goed, zo’n belachelijk onderonsje deed me ergens toch goed.
Een poosje later bleek dit een vrije droom te zijn. Ook goed.

Laatste

Sterfdag, 2016, computertekening

x.2016_sterfdag (schiele)_ct

Uittreding

Er kwamen gevaarlijke stralen uit zijn ochtendlijf.
De kwade reuk van de boze droom roeide nog oppervlakkig voort in
zijn onderhuid. Zijn stem had nog geen stem.
Over een uurtje zouden zijn ogen wel weer zo vrolijk als de zon
zijn. Misschien. Eerst moest hij de bergen vol rimpels verwijderen.
In de nacht had hij over iets gedroomd wat onuitvoerbaar was: hij
moest een lijst maken van woorden die men nooit uit zou spreken.
Iedere keer hoorde hij het woord wat hij op zou gaan schrijven diep
in zijn linkeroor gefluisterd. Irritant!
Wat hij ook probeerde tussen de listen en het schuimbekken, het
lukte hem niet iets op te schrijven. Daarom werd hij boos wakker.
Maar inderdaad, na een uurtje smeulde zijn goedheid alweer en
werd zijn hart een dansende schelp. De harmonie was daardoor uit
de envelop gehaald. Schelpen glanzen mooi in ieder vocht omdat zij
het geheim van verborgenheid met zich meedragen.
Pas in de nacht kwam het akelig verval. Het vervagende lichtte de
leegte op. Met een beetje geluk gingen daarna zijn handen dansen en
zo ontstond een groots en laatste werk.
Dat kan omdat het hart altijd gelijk heeft en het laatste woord pakt.

Glorie

Blue night, 2016, computertekening

NGA 019

Laatste tocht

Zijn mond lijkt droog van het jeuken van verlangen dat zich niet
ontlaadt.
Het witgele gelaat staat strak, te strak voor zijn ouderdom.
Ik wil dat ik al je oude glorie van je ziel kan wassen, om het daarna
in een doosje te doen, maar ik weet dat ik te laat ben.
Je bent onomkeerbaar dood, ik moet je nu ongerept achter laten
om zelf verder te ontwaken.
Je kwam tot mij in alle glorie, van aangezicht tot aangezicht, al keek
je niet terug.
Je ligt daar vol lef roerloos stil  in je strakke, houten kist en laat
anderen ultiem, ontvangend toe.
Elke porie heeft geleefd. Alles liet tenslotte los. Een laatste gevecht
is  geweest.
Deze tocht der tochten is als een vlammend en universeel gedicht,
waarvan ik de woorden niet weet maar wel voel.
Er is nu bijna stilte.
We zijn weggegaan.

Wolfsmelk

Nachtmerrie, 2016, computertekening

x.2016_nachtmerrie_ct

Angst voor het niets

In een druilerige zomerkou probeer ik je stilte te doorgronden.
Je uitgestrektheid trekt me aan.
Men is bang voor je. Ze kleuren je zwart. Waarom? Wat heb je
gedaan dat mensen je willen zien als een hoopje verrotte bladeren?
Ik hoor bij jou juist het vertrouwde leven. In de diepe poel waar ik
als kind speelde hoorde ik ook al vogels roepen. Dat zal het zijn:
we leven waarschijnlijk beide in omgekeerde tijd!
Omgekeerd en bevroren voor anderen, niet door onszelf.
Boven op de ruige rotsen is het altijd eindeloos. Daar zie je alles
voor je hongerogen verschijnen. Wolken, beladen met de lelijkste
dromen, schieten voorbij. Je kunt zo opstappen, verder dromen.
Laat de anderen maar mooi de rotsblokken zoeken om rustig te
mijmeren, zij spoelen toch weg bij de eerste wolkbreuk, terwijl
wij leunend tegen het klokgelui met gemak de schemer in gaan
om een nieuwe nachtmerrie te pakken.
De gapende afgrond doet ons niet stilstaan. We springen er gewoon
overheen omdat we ons overgeven aan het gapende niets.
Als ik een plant naar ons zou noemen is het wolfsmelk.
Kruisbladig trompetteren we de wereld in, wachtend op een
hongerige snuitkever.

Vel

Verbond, 2016, computertekening

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Oeuvre

Meestal ben ik lief voor dingen die er niets aan kunnen doen.
Ik ben vrij in al mijn gedachten, ik kan denken wat ik wil. Als
ik op zoek ben naar een taal, een gebaar, vind ik het meestal
zodra ik ga lopen. Lopen is goed voor je hersens, ze gaan er
van stralen. Benen en hersens hebben een verbond.

Dit is geen dag om met stralende argwaan te beginnen, nee,
dit is een dag om wonderbaarlijke kinderen op te tillen, al zijn
die kinderen niet van vlees en bloed.
Het aantal kinderen heb ik nooit geteld maar neem maar aan
dat het er vele duizenden zijn, waarschijnlijk rond de twintig-
duizend na vijftig jaar zelfstandig werken.
Vele kinderen bestaan allang niet meer, zijn verkocht of vaak
weggeschilderd in de creatieve nacht.
De meeste werken hebben iets van vlugverkering. Je weet zeker
dat na een aantal jaren, maanden, nee uren, alles weer uit elkaar
zal vallen. Iets nieuws neemt het over, omdat ik zo vrij ben om te
vrijdenken.
Ik kan aanwijzingen zoeken en ook vinden, oplossingen voor grote
orkanen en cyclonen aandragen, omdat ik nooit wegren en andere
dingen zie.
Anderen, meelopers, zullen mij daarin volgen.
Klinkt goed.
Waar ik niemand ben, vlij ik mij tegen zonbeschenen gevels.
Ik ben op zoek naar de zachtste plek van mijn vel.

Geest

Schemering, 2016, computertekening

x.2016_schemering_ct

In het hoofd, uit het hoofd

Het gebaar van afscheid murmelde wat.
Adieu.
Murmelen heeft iets te doen met het geluid van de vage wind.
Soms lijkt het ook wel wat op het ketsen van langs elkaar schuren-
de bakstenen. Een mooi zacht geluid. Aangenaam.
Het geluid bleef lange tijd in mijn hoofd zitten.

De zomer is heet en laat de lucht trillen.
Er ontstaat een onduidelijk landschap. De aarde ademt heet.
In de verte hoor je de hoge, schrille stemmetjes, kreetjes van
spelende kinderen. Ze bewegen hun tongetjes in hun mondjes en
leggen de woorden op onze wangen.

Ik glimlach. Voel me veilig.
Vannacht zal ik vast schimmen zien.
Het is toegestaan. De natuur wil. Er zullen kleine witte vrouwen of
meisjes zijn. Ze gaan me in de nacht vergezellen tot het slechts
onmogelijke vouwen zijn in mijn lakens.
Was het maar nacht, dan kon hij in het hoofd uit het hoofd doen.
Alles blijft, niets gaat verloren.
Denk je.
Maar het wordt hooguit een geheim. Meer niet.
Je naait in het donker je eigen masker, haakt je afweerkleed.
Soms lijkt het dat je steelt uit je eigen bagage.
En dat mag, want het is allemaal van je alledaagse jou.

Dan komt een kolossale geest je pakken en slaat je met een stok
op je kop.
Je slaap droomt gewoon verder.

Natuur

Volle vogel, 2016, computertekening

x.2016_volle vogel_ct

De natuur is natuurlijk

Op een ochtend opent zij het raam.
Verschrikt fladderden de vogels op. Ze kijkt ze verbaasd, nog half
slapend na. Ze wist niets van haar morgenmacht.
In deze verdwenen, onzalige zomer heeft ze wel wat anders aan
haar kop: ze denkt te veel na…
Alleen een heel sterke kop kan dat verdragen, en zo sterk is ze niet.
Ze heeft te veel tijd kennelijk. Te veel denktijd is ongezond voor een
matig mens.
Zo vroeg ze zich af of vogels bomen seksueel vinden. Het zal wel
niet, maar je weet het niet, waarom zitten ze er anders zo vaak in?
En hoe zit het eigenlijk met de bloemen? Is hun libido gezakt als
ze verleppen?
Iedereen heeft zo zijn problemen. Je moet sterk zijn om er geen
last van te hebben.
En als ze een gekreukeld hemd heeft en ziltig ruikt is ze dan nog
wel natuurlijk? Of moet ze dan met een zucht terug naar bed?
Ach, de natuur vraagt zich niets af.
De natuur leeft met een volle bek.

Omkijken

Volle vrouw, 2016, computertekening

x.2016_volle vrouw_ct

Uitdijend verhaal

Ik keer me weg van de wind. Langzaam vormt de wolk zich tot een
donkere massa. Op dat moment moet ik terugdenken aan een vreemd
voorval:
Een vis besloot de zee te verlaten. Zij had een mooie stem.
Toch ruilde zij haar stem in om zo benen en armen te krijgen.
Het waren benen die pijn konden doen, maar ook benen waarmee
ze op de glimmende dansvloer rondjes kon draaien. Ze kon ermee
dansen als een betoverende witte zwaan.

Ik weet niet precies hoe het afloopt, maar ik benijd haar omdat ze
iets kon ruilen. Ik heb alleen maar een gave en moet daar iets mee
doen, anders is het zo zonde, zegt men.
Maar hoe dan ook, op een bepaald moment gaat het verhaal toch
verder:
Ze strekt haar dunne armen naar me uit. Ik schrik ervan. Zoiets heb
ik nog nooit gevoeld. Ze zegt dat ze mijn lichaam wil. Ik wil wat jou
tot een mooie zonnebloem maakt…
Ze maakt me bang. Ik ben geen zonnebloem. De nieuwsgierigheid
wint, dus vraag ik haar hoe wil je mijn lichaam en waarom?
Ze zegt cryptisch dat ik uiteindelijk weer een zonnebloem ga worden.
Dan kom ik weer terug. Dan kom ik je halen om je aan iemand te
geven.
Het wordt steeds vreemder. Ik snap er niets van.
Ze wijst me dwingend de kant van haar wijzende vinger op te gaan.
Ik doe het maar, al was het alleen maar om van haar af te komen.
Er is veel ruimte.
Kijk niet om, roept ze me nog na, want dan zul je sterven!
Ik kan met een gerust hart heengaan.
Andere mensen kijken om.

Ruimte

Het gele huis, 2016, computertekening

x.2016_het gele huis_ct

Nieuwe plek

Dat is het leuke van een nieuwe situatie, je kan er zo heerlijk over
filosoferen. Zo rijmde ik op de wimpers van de dag deze vertelling:

ik zou stevig gezogen zijn
als ik niet stevig vastgehouden werd
nu, zoveel jaren later
ben ik hier en is daar daar gebleven
het is de duizeling die mij verder bracht
naar nieuwe leegte en vervulling

Wat is die leegte dan? Een nog niet opgevuld gat?
Kijk, vroeger kwam de betekenis der dingen natuurlijk van boven.
Nu moeten we in eigen beheer alles uitzoeken.
Waarschijnlijk gaat het nog steeds om hetzelfde: de leegte is een
groot, godvormig gat. Daarom is er ooit bedacht in de taal van ouds
dat de mens geschapen is naar het beeld van god.
Tegenwoordig is dat heel anders. Nu is de mens de maat der dingen.
Is dat erg?
Natuurlijk niet, het is goed voor de schrijvers en dichters. Als
andere goede moeders ruimen ze de wereld op met hun vage
verklaringen. Desnoods door te zeggen dat niet alles verklaar-
baar is. Ze troosten de ontstane pijn, die wordt geleden en ver-
zoenen middels het zorgvuldig formuleren van nieuwe wijsheden.
Elk effect is toegestaan. Er zijn geen dwaalgeesten.
Ik zou verder vrijrijmen:

dan worden de tanden ontbloot
daar waar de lucht massief en heet is
kijk, als telefoonverbindingen worden verbroken
kleedt men zich uit en verkoelt de huid
de geschiedenis moet zich even herhalen
woont in een geel huis

In de nieuwe ruimte voeg ik toe: zelfs een oordeel biedt geen
oplossing.
Het is iets om over na te denken.
Gaan we later doen.

Geduld

Dromer, 2016, computertekening

x.2016_ dromer_ct

Klein vuurwerk

als jij hier en ik daar
op onze plaatsen staan
om enkel de neergeslagen ogen
weer aan anderen door te geven
dan kunnen we zien wie we zijn
als echte momento maatjes

soms danst de ziel
als een zwierige hommel-bom
soms hinkt de zieke ziel
in verband gepakt door beulen
maar wij zuchten niet meer
nu komt de blije bevrijder

met een brandglas steken we
kaarsen aan, die onvoorzien
in anderen gaan ontbranden

we zijn zo geduldig als de natuur