Ochtendkop, 2015, bewerkte foto
Zenuwpil
Als alles lust is, dan breekt het zweet met gemak nat uit.
Zwijgen zou werkzaam zijn, maar dat kan alleen met de mond van
een zonderling. Die schrijven mooie brieven voor geld. Tenminste
dat vertelde de nacht mij eens.
Diezelfde nacht vond ook dat dieren de stilte ontsierden, daar was
ik het ook al niet mee eens. Geluiden kunnen nooit ontsieren, ze
zijn er. Een verse regenbui schildert de opspattende plassen.
Ja toch?
Kom nu maar met je applaus, al is het hier niet op zijn plaats.
Als iets mooi is uit zichzelf hoeft het geen uitvergroting.
Het is vanzelfsprekend waar. Bewaar dat handgeklap maar voor
iets anders. De wolken zullen boten botsen en daarna weer andere
vormen aannemen.
Aanname is toch al zoiets vreemds.
Soms meende ik vreemd genoeg de wimpers van een wandelaar
te horen. Ik hoorde een soort ontredderd zingen, zo lichtvoetig
had ik het nog nooit gehoord. Een beetje zenuwachtig, prachtig!
Mijn nervenman is een supersnelle man. Hij is ruimdenkend.
Luie geesten begrijpen hem niet. Hun trage geest bedwelmt hun
altijd te dichtbije horizon. Met een weemoedig gebaar herkauwen
ze hun oude vruchten. Het doet pijnlijk zeer, als een vals gebit met
foute etensresten. Je zou er gestoord van kunnen worden als je
zwakker was.