Nachtschat

Blue, 2015, bewerkte foto

2015_blue_bf

Zwarte gaten

Het was in het jaar dat men ons voor gek verklaarde, omdat wij het
spek in de ogen en mond hadden. Nou ja, spek, verbrand spek dan,
we hadden net iets te lang met het vuur gespeeld.
Natuurlijk waren we niet van slag, alles wat dwaalt heeft gewicht.
Dus deden we op zijn mooist een galmende zwaan na, wat veel succes
genereerde. Alle kakkerlakken lakten zich los van de dansvloer.
Ze hadden geen enkele notie meer van de wegtikkende seconden.
We konden onze ogen nauwelijks geloven. Het was een mooi en
vreemd gezicht. Even leek het er sterk op dat het veel meer was dan
denkbeeldige beelden. Voor halsstarrige principes was bepaald geen
plek meer. De kakkerlakken lieten veel ruimte tussen hen en de
sterren. Zij voelden zich de schatten van de nacht. Pas als de nacht
oud werd zouden ze, net als de sterren, gaan versplinteren. Mensen
gingen van alles wensen.
Alleen de arme eenzelvige stond beteuterd aan de kant zich dood te
vervelen, hij had geen bloed voor malle feesten.
En toen ik helemaal overliep naar dwaze dromen, werd ik wakker met
grote, wilde ogen. Ik zag nog net mijn liefste poedelnaakt staan en
begon snel aan mijn tweede droom.
Zoals het gaat zal het komen.

Vader

Wandeling, 2015, bewerkte foto

2015_wandeling_bf

Ooit

Ik zag mijzelf lopen in een ver ver verleden. Een bleke geest met
een donkere hoed diep op de voorhoofd. Onbescheiden zat de
schimmel diep in de lucht. Wat ik dacht? Dat pijn geen getal heeft.
Herinneringen zijn feitelijk ontstoken brillen. Je kan niet helder zien.
De scherven op het geleden vuur maken lichte duisternis.
Zulke gedachten krijg je bij langdurige regen, zoals nu. Door emoties
omstrengelde pijpenstelen brengen oude schaduwen terug. De vuile
was is niet in de kuil vergaan. De herinnering is een koppige ezel.
Wat moet je er mee?
Ik scharrel wat mompelend in het donker tegen de tafels en de
stoelen. Mijn vader is de laatste gast van alle schaduwen en stoffige
hoeken. Hij staat daar maar wat te staar staan en zegt: raak mij
niet aan als ik sterf!
Het wordt tijd voor de zon.
Ongedwongen springt het licht in mijn gezicht.

Gif

Handberg, 2015, bewerkte foto

2008_handberg_bf

Vaarwel

Een meester zette wat kleurvlekken op de wand omdat zij helemaal
wit was. Iets kleuren is een daad en doet er toe. Zonder kleur kan
de papegaai niet paaien. Goed gekleurd goed gekeurd.
De kleurenman staat daarbij aan gevaren bloot, men kan gaan
spotten met zijn daad. Het giftige cadmium zal altijd terugslaan.
Bij nadere beschouwing maakten de vlekken een warme hand, een
adieu, geen kleurloos lied.
Toen de schilder met al zijn vingers schilderde was zijn hoofd vol
goud, de schellen vielen hem uit de mond. Hij gaf troost aan het
beton. Het zoeklicht van de liefde heeft meer dan tien vingers aan
één hand. De verf druipt uit zijn baard.
De kunstenaar droomt wat de bezoeker ziet. Het is zijn kiekeboe
carrière. Zijn bron is vuur op het water, er is geen andere bron. Hij
houdt de bron schoon en schudt de kleuren van het onwerkelijke,
ook voor de kleingelovigen.
Voortaan wordt er gehoord, gezien hoe het leeft voor de dood.
Zo werd het verwekt, zo werd het ontdekt. Wat niet zoekt moet
worden gezocht.

Bestaan

Het witte gat, 2015, bewerkte foto

x.2015_het witte gat_bf

Opletten

Wij waren allemaal te laat natuurlijk. Het witte gat was al begonnen.
Niemand merkte wat. We waren allemaal net even weg, omdat je
altijd toch te laat bent en omdat altijd altijd is.
Het witte gat zonk dieper dan ooit. Toen zwaaide hij lachend om
vervolgens langs onze hoofden te schieten. In het einde vond hij
nog zijn verre verte. Hij voelde zich daar gewenst.
Zou je de tijd hebben om alles te zien dan zou je zeker verwonderd
zijn. Als slapen ophoudt met slapen dan zul je het gaan beleven.
Het witte gat is geduldig. Hij kan met getuite mond je laten horen
dat je niet alleen bent. Je moet ook niet treuren om het gebeurde
gebeuren. Dat is al geweest en keert niet meer terug. Het witte gat
heeft alles opgegeten.
Even opletten zeiden we tegen elkaar, maar het was toen al gebeurd.
Nu zijn we op zoek naar zijn afwezigheid.
We vinden niets van wat is achtergelaten.
Nu pas begrijpen we dat we hem nooit meer zullen zien.
En inderdaad, we zien hier niet meer iets menselijks dan het spraak-
gebrek van de verbeelding, die stottert omdat wij zo onbereikbaar
zijn.
Zo bestaan wij.
Zo bestaat het witte gat niet.

Spons

Algenman, 2006, bewerkte foto

x.2006_algenman_bf

Later

I could no longer see you in on-coming time, and yet I was holding
your hand. For me you were colored with absence, and somehow
condemned to have no imminent future. I looked at you close on,
but saw you far off.
Your very eyes no longer had duration.
It seemed that between you and me there were two distances,
one still imperceptible, the other already immense; and I did not
know which one to take for the more real of the two…

Paul Valéry, from Monsieur Teste (Princeton University Press, 1989)

Daar moest ik ineens aan denken op de één of andere manier.
Ooit gelezen toen mijn ogen nog de tijd hadden. Ik was toen erg
geïnteresseerd in onderlinge afstand tussen verschillende personen.
En hoe bepaal je de juiste keuze. Van die dingen.
Nu weet ik dat het onmogelijk is en waarschijnlijk ook niet eens
interessant. Waarom zou je alles moeten verklaren? Van alles wat
je beweert is het tegendeel minstens even waar.
Nu heb ik genoeg aan de gouden golven van mijn gedachten.
Ik lap alles nog even na met een zoute spons.

Flirt

Silence, 1966-2010, bewerkte foto

1966_2010_silence_bf

Blokkade

Zijn silhouet was half ingedut en uitgekleed.
Voor het raam hing een oud, rafelig gordijn dat zelden werd dicht
geschoven. Hij deed alsof hij een icoon was van een onbekende
heilige. Nou ja, onbekend is overdreven, hij was die heilige namelijk
zelf. Hij was eigenlijk altijd alles zelf.
Maar nu had hij al een tijdje niets meer te zeggen. Er kwam niets
meer uit zijn geweldig hoofd. Al het gereedschap lag te verroesten.
De boom was omgehakt. De wind gierde vol overgave en in volle
vrijheid door de kieren van zijn lege ziel. Je zou misschien nog
kunnen zeggen dat hij sprak in zwijgen.
Hij had het zwaar. Niets bereikte zelfs een dichtbije rand.
Het grote bellenblazen is nu voorbij had zijn vriendin nog half plagend
en dus serieus bedoeld gezegd. Voortaan moest hij wonen in eigen
leegheid en dat valt niet mee voor een wanhopig figuur.
Kortom: de gelukzaligheid van vroeger was totaal weg.
Hij was volgens eigen zeggen van de werkelijkheid weggerukt. Kon er
totaal geen grip meer op krijgen. Deze blokkade was gewoon te groot.
Voor het ontwaken van enig zelfbesef moet je meer terugverlangen.
Hij schoot handelend te kort. Ieder middelpunt verplaatste zich per
direct.
De meeste uren van zijn leven waren nu buiten hem om. Alles leek
verloren of onzinnig.
Maar toen kwam de flirt en die verloste hem van zijn weemoed.
Zijn verlangen begon weer zonder pijn te groeien. Hij ontsloeg
zichzelf als het ware en begon over nieuwe grenzen heen te trekken.
Verbijsterend wat een mens kan doen als de verveling niet meer
plaagt!
En zo kwam hij uiteindelijk in hogere kringen en zag de vrouw van
zijn leven.
In waarheid werden ze meer dan gelukkig, ondanks moeheid van
vorige eeuwen.
Alles was zo mooi dat het best waar kon zijn.

Kwaak

Open Mind, 2000, bewerkte foto

2000_open mind_bf

Het allerbeste

Buiten het montuur van de tijd luidt de herinnering, die altijd op
zoek is naar storm. Pas op voor de heimweepolitie, die is dan erg
actief, zij willen al je vingerafdrukken verzamelen.
Maar goed, als het laatste licht valt en we afscheid hebben genomen
van de boomtoppen, dan kunnen we heerlijk verder golven op het
kompas van het hart. We voelen ons in de nacht snel meer dan
jeugdig en varen graag op die hitsige golven mee.
Laat mij dan je blinde gids zijn, in de nacht heb je immers geen
zicht nodig.
Ik kan de sterren laten schitteren in het nachttheater. Ik laat de
hemel in de vijver likken zonder dat je het merkt. En dan is het
voorwaarts! tot diep in de morgen. Je zult spreken in de kwaaktaal
van een kind en met grote passen ben je in één nacht over de top
van de hoogste berg. Het is een gave, ik haal het allerbeste in
mensen boven, mijn torenkraaien doen de rest.
Kijk, nee kijk niet, ik loop nu recht op je af. Als leidsman van alle
wegen weet ik maar al te goed dat het boek der aarde nu open ligt.
Ik laat iedere sneeuwbui tot vonken omsmelten door mijn energie.
Je hoeft alleen maar toestemming te geven en alles wervelt oneindig
rond.

Biggel

Frau Antje, 2005, bewerkte foto

2005_Frau Antje_bfk

Over mooi

Het mooiste ogenblik is grenzeloos, als een constant openbarstende
bloem. Vaak lukt het haar dit geluks-punt te vinden en op te rekken
tot het volslagen tijdloze. Ze weet natuurlijk wel dat het bij uitstek
juist tijdelijk is en dat er ook onbereikbare dagen zijn.
Op onbereikbare dagen wordt het ogenblik snel nagekeken door het
rood van de wangen. Het bloost zich zo een schaamtevolle weg.
Het lichaam laat zich van zijn meest lullige kant zien en speelt eigen
rechter.
Het mooie is dan dat de natuur een biggeltraan laat vallen in de tuin,
waarop vooral de jonge merels actief reageren. Ze zingen zich de
longen uit hun bek. Vogels hebben ook hun mooie momenten (vaak ’s ochtends).
Op dit onbeschermde ogenblik ziet ze even niets zolang ze wegdenkt.
Ze weet niet of het een vorm van ijdelheid of echtheid is.
In elk geval speelt ze haar eigen hoofdrol. Ze herkent alles driedubbel
en helder. De langgerekte momenten spiegelen het verleden genadeloos
terug.
Ze weet niet of het kunst of echt is. Zeker tijdelijk mooi.
Dan zal het wel kunst zijn.

Charlatan

Bessenman, 2015, bewerkte foto

2015_bessenman_bfk

Theater

Even leek het er op dat hij onverschillig was voor vormen, maar
wij hoorden niets omdat de wind zijn mond liet wegwaaien, zodat
ieder woord voortvluchtig werd.
Daar zit je dan als valse Pinokkio onder de jammerende bessen.
Uiteindelijk versnipperde de wind ook nog zijn schaduw, dus er
bleef niets over van deze charlatan. Hij hoefde nooit meer te werken
voor de waarheid. Het was gedaan. De lampen van de waarzegsters
werden niet meer opgewreven voor een positieve uitkomst.
Als taal niet meer taal is wat is er dan nog over?
Dan is het komen en gaan misschien ook niet meer van belang.
Dan kun je alle bloemen net zo goed naar de maan gaan gooien,
voordat je weer met je liefje een lekker hapje eet.
Hij was afwisselend een trage of een driftige man die een mijlpaal
zocht, maar met zijn woordeloze gulzigheid kwam hij nergens.
Ooit leek de toekomst nog lekker te smaken, maar nu is zijn gezicht
één en al pap.
Hinkend liep hij achter zijn vroegere salvo’s aan. Niemand vond het
vreemd dat smart een totaal theater was. Je kreeg er nadorst van.

Klontertijd

Headprint, 2015, bewerkte foto

2015_headprint_bf

Ingewikkelder dan gedacht

De tijd klontert.
Voor de meeste mensen vliegt of kruipt de tijd, maar zij had ont-
dekt, door berekening, dat tijd ook kon klonteren. Dat wil zeggen:
de muzikale tijd.
Noten. Maten. Ritme. Regelmaat. Ordening. Rust.
Als de regelmaat ontbreekt, ontstaat er iets onverwachts, wist zij.
Dat onverwachte is natuurlijk op zijn mooist als je het echt niet
meer verwacht.
Dan komt de grootste emotie los.
Kom laten we herrie gaan maken, maar dan ongeordend en niet
doen alsof een menselijke stem een viool is.
Klontertijd, oneindige tijd, zee van tijd.

En als je dat niet kan?
Dan sop je op een glibberig terrein en daar kun je maar beter niet
komen. Een wensdroom kan dan al gauw omgezet worden in een
diepe vrees.
Het oor wil wel luisteren, maar gelooft niet niets zomaar. Fatale
vanzelfsprekendheid maakt onttakelde klanken. Ruimte en tijd nemen
je in bezit. Binnen één minuut is al je schoonheid bedorven, weggetikt
in wanbeheer.
Voortaan ben je je eigen tegenhanger. Je praat roestbruin en kraakt
maar door.
Je zit in een klinkend bederf. In deze laatste minuten doe je modern
geheimzinnig; je gaat gluren. Die trage, vage klanken sterven weg
als een muzikale levitatie.
Glibberig terrein zweeft zwaar.
Nogmaals: daar kan je beter niet zijn.