Stil

Das Schweigen, 2015, bewerkte foto

2015_das Schweigen_bf

Beter stil

Mooier dan de oude leugen is een nieuw terloops.
Ik wandel schouderophalend, soms neuriënd, aan de voet van eigen beschaving.
Wat denkt een mens hier eigenlijk te doen?
Ondergaan in eigen temperament? Per ogenblikkelijk?
Ik dacht het niet, ik heb er geen tijd voor, ben te nieuwsgierig en
kijkkleurig. Mijn morgen is steeds vandaag.
In mijn wereld vraag ik je met blote handen rozen te plukken.
Ter geruststelling: alles blijkt veel meer dan een illusie te zijn.
Kom manmoedig aan tafel zitten. Schuif niet te voorzichtig aan.
Zwijg niet.
Steek bij wijze van creatieve daad je naakte voeten in mijn volle soepkom.
Zwaai daarbij flink met een morsig servet. Het zal veel indruk maken.
Stille mensen vergeet je snel.
Benieuwd wie straks gaat praten.

Mensentaal

Not the pale moon, 2000. bewerkte foto

2000_not the pale moon_bf

De bleke klok tikt aan de hemel

Je zou van de nacht kunnen zeggen dat het zwaar beduimeld licht
is. Alleen een waterig, beek maantje steekt misschien nog wat af.
Vergis je niet, de taal waar je in die tijd doorheen moet waden is
zuivere mensentaal.
Dichters dichten de nacht vol. Een maan wordt vuil ei en krijgt de
schuld van alles wat in de weg loopt. Toch treft deze dichter geen
blaam, hij heeft ons bedorven materiaal weer rechtgezet, bijgesteld.
Zijn gezuiverde mond heeft gezegd hoe het er met ons voorstaat.
Dus luister goed naar die tijdelijke geest.
Misschien is de nacht ook wel een schaduw in een ondoordringbaar
woud. Als je voldoende tijd neemt is er veel te bedenken. Overal.
De plaats speelt geen rol. Over het gezicht van de nacht dacht ik
wel eens dat geel bebloed was. Of dat de maan een hemelklok was,
die de sterren wegtikte.
Dat zou zomaar kunnen, al moet je daarbij oppassen voor de och-
tend van het oog, die vreet alles weg.
De donkere dochter van de nacht laat zijn sporen na. Haar lippen
vernielen de lucht als ze lacht. En jij mag daarna alles weer dansend
opfleuren. Het morgenland zal je blij begroeten met zijn ingeblikt
licht. Groot geluk verdraagt veel licht en laat onze vrijheden spelen.
De gele klok tikt aan de hemel gewoon door.

Palet

Zwarte maan, 2012, bewerkte foto

2012_zwarte maan_bf

Eigen wil

Als ie fluit, vallen zijn tanden eruit, dat is beter voor het geluid,
zong het in mijn hoofd. Ik kreeg het er niet meer uit, het was
kamerbreed gevuld.
Ik kan dus lachen om zoiets onnozels, mijn lachsmid komt niet
van ver tot mijn groot geluk.

Maar als je palet je in de steek laat door niet ontvankelijk te zijn,
dan  ervaar ik het als verraad. Mijn schilderskroon verdwijnt in een
bos verlepte bloemen, mijn blijdschap verliest zijn geur. Ineens is
je palet een rottig monster, je gaat er van stinken, het rot aan jezelf.
De dichte deur is ook nog eens op slot.
Je ogen zijn dun geworden, maar je weet nog van schone tempels
waar vloervochtigheid je doet wankelen. Pas op voor een spagaat!
Nu wordt het tijd dat we weer de baas worden over het palet.
De kleuren moeten aandragen. Al het stijfzinnige smelt. Zelfs de
modderglansen willen sprankelen. Kleuren die vruchtbaar zijn vinden
vanzelf de oevers. De ijdele roem wil beslapen worden met het groot geoefende groen.
Zo gaat het, anders wordt het nooit wat.
Ook:
Het palet heeft de elegantie van een wendbare kont en is gewassen
door pigment.
Dit alles schreef ik bij zwarte maan.

Overbelichting

Absent, 2015, bewerkte foto

2015_absent_bf

Je weet het niet

In het stof, in het gouden licht, zag ik haar blauwend silhouet.
Ze was bezig zichzelf weg te schilderen, voor altijd te verdwijnen,
in de verte te vertederen, op te lossen in groot niets.
Ze wou in alle stilte wegvallen. Onzinnig dus, dat valt niet op, daar
merk je helemaal niets van. Dat is net zo onopvallend als lang uit
een raam staren.
Ze wou weg van de geraniums en thee. Het zonnescherm was al
neergelaten. De zomer raasde buiten. Alles gaat gewoon door.
Boven de stoelen speelden de vliegen tikkertje. Een bromvlieg
sloeg te pletter tegen het glas, ze tolde even na op de vlakke vloer.
Haar rechterhand was actief, schilderde door. De linkerhand hing
willoos onder de pols, slap langs haar vrouwelijk lijf.
Als het nu ging onweren zou het licht direct uitvallen. Overbelichting.
Zo schilder je jezelf dan weg, denk je.
Je weet het niet meer. Er was wat kortsluiting.
Later ging de telefoon.
Moeder, zei de verklikker.
Nu niet opnemen, gewoon doorschilderen. Het is nog niet af.

Geel

At home in the wilderness, 2015, bewerkte foto

2015_at home in the wilderness_bf

Alles blijft

alles wat hier is
blijft
de stof van geel
geurt
het bloemige verleden
ontkiemt

niets van wat hier is
ziet
het ooit zo frisse
verlept
het fleurige boeket
treurt

het vervoerend gedicht valt
stil
de immer goede god
verdween
alles rondom blijft
bestaan

Portier

Vase of Peonies, 2015, bewerkte foto

2015_Vase-of-Peonies_bf

Heroverd

Ooit vond ik wat oude glasnegatieven van mijn grootvader. Het
was moeilijk om te zien wat er op stond. Je moest er schuin langs
kijken bij een bepaald strijklicht, dan zag je enigszins de afbeelding.
Nu had ik in die tijd een vriend die fotograaf en artistiek was, een
zeldzame combinatie bij dat beroep. Hij wist er wel raad mee en
zou mij laten zien wat mijn grootvader ooit beroerde.
Een week later zag ik het resultaat en was ontroerd: het was een
halfprofiel van mijn grootvader (die in hetzelfde jaar stierf toen ik
werd geboren). Ik zag een sprekende gelijkenis, bijna eng. Het
negatief was door de tijd nogal beschadigd, waardoor het net leek
alsof het hoofd in een grote kool zat verstopt. Het was mooi om
even door de straten van hem te lopen. Zijn ijskoude slaap leek
gesmolten.
Later siste de opwinding in stilte weg en staarde ik verder dan
onze koppen. Een huis is zomaar vol. Mijn ruisende huig draagt
ver. Alle trilharen wuiven heftig in mijn steeds grotere oren.
Pas als de bron langzaam weg klapwiekt, zie ik ineens de vaas met
kop op tafel staan.
Ik laat mijn grootvader los. Snipper met mijn ogen. Zie een glim-
lach. Ik wil mijn lust lessen. Ik wil in eigen armen wiegen.
Zo kan ik bloemen van geluk rapen.
Ik open mij als een kabbelend boek. Ik wandel en wankel.
Wij veroveren elkaar. Ik lees mij als een boek van een ander.
Ik ben mijn eigen portier.

Melodie

Als ik vleugels had, 1980, bewerkte foto

1980_als ik vleugels had_bf

Muziek zat

Het wonderlijke van muziek is dat zij muziek zat heeft.
Van de natuurlijke dingen op aarde vind ik de meanderende muziek
nog het meest geslaagd. Uit al haar armen brandt de rivier onder
de rotsen los, zoekt zijn vallende weg. Zonder water is er niets. Een
rivier is een soort natte tong van de aarde.
De mens doet zijn best om die wereld klein te krijgen. Soms fraai,
maar meestal lelijk. Vooral daar waar mensen te veel op een kluitje
wonen is het zichtbaar mis. De weegschaal snel overbelast en moe.
Een versnipperde aarde zonder melodie.
Geef mij daarom maar de muziek, die zal de mens wel leren. Daar
stottert ieder vuur van. Als de dauw de bloemen laat rinkelen en
alle luie larven zuchtend hurken onder oude stenen, dan hoor je
mij fluiten, dan heb ik mijn vlezige stad verlaten, dan ben ik het
meest gelukkig.
Soms, traag in de ochtend, zie ik het haastig trillen van de lucht.
Dat zijn de stille snaren van de natuur. Ik zie het als ik mijn
venster open doe. Dan weet ik iedere cel van mijn lichaam helder
te vinden. Dan zie ik dat planten en wolken bij elkaar horen en
is mijn geduld ook ongeduld.
Als wind en aarde om de zon roteren hoef je alleen maar te zijn.
Net als de meanderende muziek, zoek je je weg van de dag. Er is
ruimte zat. Alle geleidelijke ogenblikken gaan van A naar B, met
zijn ah en oh en zijn ja en nee.
Onder mijn eigen zomer blaast de wind door mijn dunne haar.
Ergens staan drie vazen van de keuze, maar ik vind een vierde
vaas en ontdek stil iets wat even vergeten was. Uiteindelijk is
er niet zoveel echt nieuws. We vliegen maar wat tussen het waken
en slapen door. We zijn liefhebbers van muziek.

Gele muur

Maankus, 2013, bewerkte foto

2013_maankus_bf

Tijdsprong

Zonder ervaring is ze dol geworden, terwijl ze juist een kruisje sloeg.
Nu begint het te dagen, dat zij hem nooit heeft gekend.
Niet echt tenminste.

En nu wacht zij geduldig op een aanwijzing van boven om de klok
en de onmogelijke liefde te begrijpen. Het spoor ratelt maar door
richting bijster. Kleine ogenblikken lijken direct al overspannen.
Het is niet overdreven te veronderstellen dat ze een sprong heeft
gemaakt. In haar eentje in het duister.
In dit nieuwe land zitten veel spionnen. Dat weet ze zeker en die
willen al haar geld. Het maakt haar onzeker.

En waar is hij nu?
De losse schemer valt. Haar stem breekt bijna, ze doet de lamp
aan, wil zicht.
Hij zit op de rand van het bed en glimlacht bijna uitnodigend.
Eén ding wil hij wel kwijt. Zijn lach, bij volle maan.
De lach in zijn leven klinkt even aanstekelijk als eigenzinnig.
Er is wel degelijk echte humor, al is het nooit vet schaterend.

Kortom: de schalkse schrijver kreeg evenveel vrienden als verhou-
dingen. Hij werkte zich uit de naad, voelde zich meer dan wie dan
ook en had bovendien bij zijn geboorte een beetje zicht verloren,
waardoor hij veel langer kon leven.
Volgens de overlevering kreeg God hoofdpijn van hem.
Terug naar haar:
Een oude emotie verplaatste zich van de ene naar de andere kant,
met de bedoeling het onderwerp te veranderen van verleden naar
toekomst.
Het lukte in een tijdsprong. Twee manen kusten elkaar.
Missie geslaagd.

Geest

Dragend blauw, 2015, bewerkte foto

2015_dragend blauw_bfk

Bijzonder geval

Als kind had hij er al last van, hij werd geplaagd door een rond-
zwervende geest. Het was bovendien ook nog eens een trage,
afgedankte en blauw. De geest omhulde alle diepere ruimtes en
reflecteerde daardoor een nog grotere spirituele ruimte. De evolutie
van het menselijk lichaam leek nog lang niet uitgewoed.
O nee!
Zodoende kwam hij in een nieuwe fase terecht. Hij kon alle pro-
ducten van eigen geest van te voren al aanschouwen en hoefde
daarop alleen nog maar te reageren. Dat scheelde tijd!
Hij doorbloeide tot een super volwassene, werd nooit weggeduwd
of veroordeeld. In tegendeel, men vond hem een Orakel Nuova.
Zijn virtuele ruimte bood kans om het lichaam te verplaatsen.
Met een beetje wil was dat zo gepiept. Zo was je hier, zo was je
daar. In een nieuw veld van avonturen was de reis altijd aange-
naam. Het reizen door de Neo Natuur was in feite een reis door
het Zelf.
Bij hem was dus geen scheiding tussen lichaam en geest, nee,
hij had slechts last van een uitdijen spectrum van levensenergie.
Voorbij was het trage leven. Bruggen werden niet allen bedacht,
maar ook nog eens geslagen. Kortom: één en al invullende ver-
vulling!
Vervulling kent geen verveling. Zijn constant dromende geest
ontvouwde zich her en der. Hij was een mens die zich bewust was
van zijn mooi vermogen en noemde het liefkozend zijn natuurlijke
ziel, wat ergens te aards was voor die gave.
Geen misbruik maken van de aarde, de meest oorspronkelijke
natuur, stond hoog in zijn vaandel. Je moest de natuur gewoon
met rust laten. Afblijven! De aarde is goed! Punt uit.
Er zijn nu nog enkele mensen die deze levensenergie bezitten,
zij leven in tijd en ruimte, hebben kracht, geen macht.

Liefde

Kleuterknipsels, 1950, bewerkte foto

1950_kleuterknipsels_bf

Hoe te knippen

zeker en tevreden knip je
vormen uit je ongegrendeld hoofd
met ogen als zakdoekknopen
vreet je door de tijdelijke tijd

morgen zal je zien
dat je stijfkoppige wagen
naar elke horizon reist
en je keus verplaatst

als je wakker wordt
bijna volwassen bent
zul je de schaarse taal
van zand en water spreken

nu is nog voor altijd nooit
abstracties zijn signalen
van gezwollen letters
en veel vette natuur

het is de diepte
de tast van de fantast
die kleurig lawaai maakt
we noemen het liefde