Werk

Na de nacht, 2000, boek 72, pagina 94

2000_b72_na-de-nacht_p94

Elke dag is nieuw

Elke dag breken harten.
Elke dag komt de zon op.
Elke dag lopen we een stukje verder.
Daar zou je een goed gevoel van kunnen krijgen, maar als je mobiel
geen bereik heeft piep je wel anders. Dan komt de toekomst niet
meer vooruit. Schijnt.
Schijn bedriegt vaak.
Mensen die daar last van hebben heb ik al eerder gezien, die zagen
het vuur ook niet vanzelf branden. Het vuur belichtte eerst een
andere tijd. Het slikte met zijn vurige, hongerige tong alles in van wat
we net hadden opgeschreven.
Elke dag maak ik werk.
Als ronde wereldburger is mijn honger niet te stillen.
Ik blijf maar creëren om de as van de eeuwigheid.
Dat vuur wil niet doven maar zaaien.
Dat vuur is een werk zonder titel, het duwt je omhoog.
Daarna rol je snel weer naar beneden.
Elke dag opnieuw.

Wekken

Verteller, 2016, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Vreemde woorden

Hij bladerde wat in een zwart gekartonneerd schrift met linnen rug.
In stijve, keurige blokletters stond op het gelinieerd papier:

staand lopen
met gesloten ogen
het strottenhoofd stamelt
bewegingloos
vluchtende vliegen vonken
het bos brandt
alle kleur is weg
de natuur hoort zwart-wit te zijn
totdat de wekker rinkelt
de ware werkelijkheid
is halleluja anders

Sinds zijn tiende schreef hij alle dromen al op. Het was zijn tweede
ik geworden. Zonder dromen viel er niet te leven.
Hij tuurde net iets te lang in de spiegel. Zijn zware wenkbrauwen
gingen ervan omhoog. Opnieuw dacht hij aan zijn mooiste kindertijd,
toen alle woorden nog nieuw waren of nog niet eens bestonden.
Daardoor legde je de vreemdste verbanden.
Zo had hij wenkbrauwen altijd als wekbrauwen verstaan. Die waren
er om je na de slaap wakker te maken, ze wekten je brauwen!
Geen idee wat die brauwen eigenlijk waren. Vast iets heel nuttigs.
Morgenavond droom ik weer verder – zei hij hard op in de spiegel,
om zichzelf flink overdreven te overtuigen.
Ik verheug me nu al op alle nieuwe woorden.

Pijnlijk

Mental Hospital, 2016, computertekening

x-2016_mental-hospital_ct

Zenuwpil

Als alles lust is, dan breekt het zweet met gemak nat uit.
Zwijgen zou werkzaam zijn, maar dat kan alleen met de mond van
een zonderling. Die schrijven brieven voor geld. Tenminste dat heb
ik op een nacht gehoord.
Diezelfde nacht vond ook dat dieren de stilte ontsierden, daar was
ik het ook al niet mee eens. Geluiden kunnen nooit ontsieren. Een
verse regenbui schildert de opspattende plassen. Ja toch?
Applaus is hier niet op zijn plaats, het hoeft immers niet, het is iets
moois dat vanzelfsprekend is.
Bewaar het handgeklap voor iets anders.
Wolken bootsen boten na en botsen daarna weer andere vormen.
Soms meende ik vreemd genoeg de wimpers van een wandelaar
te herkennen. Dan hoorde ik weer iemand ontredderd zingen. Zo
lichtvoetig had ik het nog nooit gehoord. Echt prachtig!
De nervenman is een supersnelle man. Hij is ruimdenkend.
Luie geesten begrijpen hem niet. Hun trage geest is bedwelmd bij
de altijd dichtbije horizon. Met een weemoedig gebaar herkauwen
ze op oude vruchten. Het doet zo zeer als een vals gebit.

Ruimte

Primo Momento, 2016, bewerkte foto

x-2016_primo-momento_bf

Met stip

Het vreemde aan een besloten ruimte die ineens openbaar wordt,
is de nieuwe dialoog. Alle onderdelen, zoals plafond, wand, raam,
vloer, deur worden herbenoemd.
Dezelfde ruimte kan optisch groter en kleiner door kunstenaars
ingevuld worden. Door de perceptie en interpretatie krijgt de context
een andere dimensie toegemeten.
Als je je bezielende kracht in een ruimte de vrijheid mag geven is
het mogelijk om tijdelijk te domineren. De eventuele bezoeker zal
alles wat hij/zij ziet dieper gaan ervaren. Wie weet is de nieuwe
betekenis van de ruimte zo uniek dat het tevens onvergetelijk blijkt
te zijn.
Een kunstenaar is zich bewust van zijn grote innerlijke rijkdom, van
zijn overdonderde oorspronkelijkheid, zowel reëel als fictief. Kennis
en geloof gaan immers altijd samen in creatieve krachten.

Een expositieruimte is eigenlijk net zoiets als een klooster. Je ervaart
een soort herinnering aan een geestelijk leven. Je bent even diep in
eigen spirituele vereniging. In dat spanningsveld heerst goed geluk
naast grote onrust. Het lijkt wel of al je gevoelens veel echter zijn
geworden.
Het kan zelfs zover gaan dat je als mens onbescheiden wordt en je
de gedachten van bezit van iets wat je aantreft niet los kan laten.
Je gaat over tot de aanschaf van een stukje meer dan mooi.
Thuis is dat stukje bezieling ineens toch heel anders. Er ontstaat een
nieuw gesprek door de anders gevulde  ruimte. De mens moet in
de bocht van het geloof zijn plaats weer versterken door het huis
opnieuw in te gaan richten. De inhoud moet ruimer, anders kan
Kunst zich niet verheffen, dan lost het op in het grote niets.

Stijl

Terugblik, 2016, bewerkte foto

x-2016_terugblik_bf

Alles heeft zijn eigen tijdsbeeld

Als ik in mijn vol getekende boeken kijk realiseer ik me dat ik nu
al vijftig jaar beroepsmatig teken en schilder.
Nog steeds komen er onverwachte dingen te voorschijn.
Hoewel ik weet dat jaartallen geen excuus moeten zijn om iemands
werk te tonen, denk ik toch ook dat het ergens wel degelijk telt of
op zijn minst een goede aanleiding is. De aanhouder wint.

Ik heb mij nooit willen beperken tot één bepaalde richting of stijl
in de kunst. Je stelt je werk aan de orde en alle tegenstellingen
mogen zelf gaan ruziën. Mijn stijl omschrijf ik, als het moet, vaag
genoeg, als Nieuw Figuratief.
Dat geeft genoeg ruimte.
Daarmee moet je het doen.
Onmiskenbaar zal ik een eigen stijl of manier hebben. Dat mogen
anderen bepalen, ik ben er niet mee bezig. Ik wil me niet beperken,
daar zakt mijn broek van af.
Alhoewel ik van huis uit het liefste teken, staat het schilderen
voor mij voorop. Ik ben bezig met de illusie en abstractie, dat wil
zeggen ik probeer op een plat vlak een stuk wekelijkheid weer te
geven zonder echte hulpmiddelen als perspectief of schaduwwerking.
Ik ben mij bewust van het platte vlak.
Mijn gelaagdheid speelt er graag op in.
Er komt een illusie van net echt tot stand.
Het mooiste is als je kijkgewoontes kan doorbreken door ineens
iets ongewoons toe te voegen. Conventioneel kijken is aan mij
niet echt besteed. Het indirecte werken maakt het beeld vrij, is
daardoor meer oorspronkelijk.

Tijdelijk

Afscheid van een punt, 2016, schets

2016_afscheid-v-e-punt_s

Over mooi

Het mooiste ogenblik is grenzeloos, als een constant openbarstende
bloem.
Vaak lukt het haar dit gelukspunt te vinden en op te rekken tot het
volslagen tijdloze. Die punt weet natuurlijk op haar beurt wel dat het
bij uitstek juist tijdelijk is en dat er dus ook onbereikbare dagen zijn.
Op onbereikbare dagen wordt het ogenblik snel nagekeken door het
rood van de wangen. Het bloost zich zo een schaamtevolle weg. Het
lichaam laat zich op dat moment van zijn sulligste kant zien en speelt
eigen rechter.
De mooiste uitlopende punt is natuurlijk een biggeltraan, die zich in
de tuin laat vallen, waar vooral de merels tuk op zijn. Ze zingen zich
daarna de longen uit hun bek. Vogels hebben van nature ook hun
mooie momenten. Vaak ’s ochtends.

Op dit mooiste ogenblik ziet ze even niets zolang ze wegdenkt.
Ze weet niet of het een vorm van ijdelheid of echtheid is.
In elk geval speelt ze haar eigen hoofdrol.
Ze herkent alles driedubbel en helder.
De langgerekte momenten spiegelen het verleden genadeloos terug.
Ze weet niet of het kunst of echt is. Zeker tijdelijk mooi.
Dan zal het wel kunst zijn.
Punt.

Koning

Nonsense Uomo, 2016, schets

2016_nonsense-umono_s

Lichtelijk overdreven

Hij maakte carrière door geboorte. Hij was tenslotte prins.
Er werd van hem veel verwacht in een korte tijd. Het was een
heksentoer om dit contract tot een goed einde te brengen.
Het begon bij de opvoeding, alles was erg ethisch. Hij raakte
daardoor nogal geïsoleerd. Voedsel en schema-leer volgden.
Soms zag hij zichzelf als een kleine wereldramp (een grote kon
dus nog volgen).
Zover kwam het niet.
Hij maakte een keuze om voortaan alleen maar achter de feiten
aan te hollen, dat gaf veel ruimte. Antwoorden stelde hij graag uit.
Ook weer tijdwinst!
Toen hij wist dat er van mannen steeds meer een multipele
perfectie werd verwacht ging hij snel zijn borst waxen, plus een
frappante wenkbrauwlift doen. Hij bleef daardoor jong en fris,
ondank het vele bier en vele vriendinnen.
Zijn eetstoornis was nog niet bekend in zijn land, ook de kwalijke
gevolgen daarvan niet.
Het mooie van alles was dat zijn uiteindelijke vrouw hem feitelijk
redde door altijd en op ieder moment de show te stelen. Ze gaf
het volk een krachtige boodschap en men was nog heel lang zeer
tevreden met die fopspeen.

Werk

Portret van een metselaar, 2016, schets

2016_portret-van-een-metselaar_s

Fata Muratore

naast waaiende wetten
razen de koude stenen
naast gekweld plezier
spiegelt het water

rondreizend cement
korrelt de koude steiger
een oud verleden schuurt
geurig is het rozenperk

achter de vitrage
van achteren gezien
steekt aan elke voet
een loden bollen ketting

de dag is lang
een wegtikkende klok
pakt verse meters
in de lege ruimte

nog even volhouden
na het vloervegen
is het werk gedaan

of dit de moeite waard was?
het was meer een geloof

Venter

Gele man, 2016, computertekening

x-2016_gele-man_ct

Geil geel

Die dag begon hij rond te slobberen, het leek hem leuk.
Vooral de verbaasde reacties van anderen deed hem goed.
Als hij vlak voor iemand stond deed hij met een grote zwaai zijn
jas open en zei:
Kijk, de werkelijkheid kent geen schaarste, om snel te vervolgen
met: gulzig is mijn zichtbaar geel. Men deinde vol ontzag terug.
Ware schoonheid liegt niet en hoe mooi kan geel zijn!
De slobberman, driedubbel dik en goed geschoren, genoot van
hun al of niet gespeelde bewondering. Tot de nederlaag van het
avondrood bleef de stakker zich herhalen. Floeps jasje open,
floeps jasje dicht.
Steeds bleker werd hij door zijn afdekking, tot al het geel totaal
verdwenen was en hij zo wit werd als een pasgeborene.
Albinowit is erg kwetsbaar.
Ik ben slechts vluchtig aanwezig, wilde hij ook nog wel eens zeggen.
Dat gold niet voor zijn geel, zijn bezem, nee zijn manlijke plumeau,
die moest regelmatig luchten, die moest het felle schaamrood op
andermans kaken brengen. Het stralend laten schrikken was zijn
grootste ding. Hij trok er veel tijd voor uit.
Kortom, de slobberman woonde in zijn eigen verwaande nut en
wenste dat zijn kwaal nooit over zou gaan. Eerlijk gezegd hoopte
hij nog eens een maagd te zien wegsmelten om hem te bevrijden.
Dan pas zou hij echt gelukkig zijn en voor altijd verdwijnen.
Sterven in een geopende jas, daar hunkerde hij naar.
Daarna mocht hij wel groen worden.

Wandeling

Natuurzin, 2016, computertekening

x-2016_natuurzin_ct

Herfst

Ik hoorde je laatst iets zeggen, je oude vriend is weg en de nieuwe
ook al. Niet dat ze weg zijn, maar ze galmen niet meer.
Ik zei nog: dat zal de herfst wel zijn.
Bedrogen worden is echt nooit leuk, voegde ik er nog aan toe.
Je terugblik deed me verder zwijgen.

Nadat de bedenktijd om was, bleek er niets meer te zijn. Heel raar na al
die zomerse tinten ooit. Alle anekdotes zijn nu helaas loden woorden
geworden, ze wegen zwaar en je kan er niets aan doen. Het is een
feitelijk feit geworden.
Het ene is verbluffend snel afgedaan, het andere balanceert misschien
nog op de rand van het adorabele. Een nieuw bod is nog niet gedaan.
In de herfst valt alles neer om in de lente weer op te staan om de
loskomende tongen onvervalst te laten rollen. Alle verzamelde tinten
gaan dan weer een eigen lied zingen. Je kan niet wachten, maar moet
toch geduld hebben.
Op dit moment kan ik ongeschonden allerlei praatjes in je hoofd laden.
Het komt er toch niet in. Je hersens zijn een woordeloos stilleven
geworden. Je bezoekkamers blijven leeg.
Als ik je vlezigste schaal zoek voel ik een snoeimes.
Ik weet, ook ik moet geduld hebben.
Het veelbesproken hoofd doemt wel weer op.
Zeker als ik veel wandel.