Stroom

Dwarrelman, 2015, computertekening

x-2015_dwarrelman_ct

Egovriend

Ik weet niet waar mijn huis en tafel volgend jaar staat om deze tijd.
En dat is maar goed ook, zo blijft het leven vol verrassing zitten en
kraait de haan niet naar zijn doos vol treurnis.
Liever laat ik de wakkere knuppel in het hoenderhok waaien.
Het dak en de muren stromen vanzelf een keertje weg om ergens
anders weer met veel beringde handen iets nieuws op te bouwen.
Soms wordt ik in mijn oude ik opgeblazen wakker uit een droom van
de laatste zware loodsen. Ik tril dan nog een kwartiertje na en dan
weet ik niets meer van die dromen, dan doe ik gewoon verder.
Ik herinner mij de liefde, de getekende gevechten, de eenzaamheid.
Het is verleden, sissende bloemen, gingen groeien. Op mijn bevel
reed ik verder. Ik jaag naar nieuwe letters voor mijn verhaal. Doop
me in vrije muziek. Overal stroomt mijn oog en oor. Laat nu de
lavendel maar geuren!
Ik zal de kracht van water en aarde zo goed mogelijk doorstaan.
Voor aangeschoten wieken is nu geen plaats.
Luister: ik heb honger!
Hier gaat het tenslotte om: eten om niet gegeten worden.

Stil

Spirito, 2015, computertekening

x-2015_spirito_ct

Donker type

gal verpest
de schoonheid van een meisje
blijkbaar woordeloos geboren
je hoort niets

maar ik zie die zwarte klont
donkere ijle stemmen
vermoeden zwanenzang
engelen trekken

gal verraadt
haar zang en drang
blijkbaar geluidloos
je hoort niets

gal vergeelt
de huid, leegstaand wit
op de hemelrand
trekken engelen

het is stil
je hoort niets

dat kan

Mist

Mr. Craque, 2016 computertekening

x-2016_mr-craque_ct

Onderweg

Hij lijkt te verdwalen tijdens zijn lallende strooptocht door een voor
hem vreemde stad. De straten zijn ineens niet meer zo recht als
vroeger. Overal liggen gebroken tegels, het is werkelijk lastig lopen.
Het voetvolk wordt gemakkelijk een held door niet (op) te vallen.
Af en toe zie je bedwelmde slapers als niet meer blatende schapen
scheef in portieken liggen: zij dolen niet meer rond.
Zus of zo komt van een te vol toilet, roept een bordeelwoord en wordt
verder rondgedragen door hossende aanverwanten. Zijn broek vlekt
donkernat.
Dollars en dukaten vliegen in het rond, er wordt veel uitgegeven. Het
grote vermogen moet klein worden.
Alles wat stoffig was krijgt er vet van langs. Brallerig gezang tanden-
knarst niet, het vindt zijn smakelijke, dubbele woorden.
In deze tijd moet je niet alleen de zin naast de onzin bewaren, je
moet ook nog bedaard in beide blijven geloven.
De conversatie, zeg maar geklets, valt als een pot erwten in je oor.
Het vage gekeuvel van vroeger is ver weg, zit achter een dikke deur.
En dan, dan klim je langzaam de steile trap op, om voor altijd in de
mist te verdwijnen met je oude, houten kop.

Speelbeest

Nachtwitje, 2001, tekening, 50 x 65 cm

2001_nachtwitje_k

Roddel

Groot en leeg, de bomen stijf op rij, is daar het bos. Zij wacht op
de complete duisternis, als al het licht is ingepakt. Als alles zwart
is ben ik nog steeds wit, denkt ze.
Haar buikje rondt al wat, beginzwangerschap. Dag niet-weet-kindje,
zegt ze zacht en aait zachtjes over haar bolling. Zij heeft gehuild
over de goedheid van het nieuwe leven en probeerde iedere nacht
een ander leven voor te stellen. Nooit meer alleen!
En de vader?
De vader is elders.
Hij denkt met veel weemoed iedere ochtend aan de thee. Hij trekt
zijn schoenen uit, doet zijn voeten onder zijn gat.
Tussen de latten van de stoel klaagt zijn enkel, nauw bepaald. Hij
duwt het weer goed of beter en ziet in de verte een kletspraat voorbij
komen. Men roddelt door hem. Wie denkt verliest, wie doet is kwijt.
Hij wist niet dat hij droomde, hij vocht zich overal vandaan. Heel
vermoeiend. Tijd voor meer verlichting.

Zang

Holding the Face, 2016, schets

2016_holding the face_s

Onderlijf

het hoofd
verlaten onder de gordel
net huilden
de prachtige lippen
haastige handen
houden vast

veelkleurige kennis
rijpt slapende dingen
cellen verzadigen
een lied
bezingt de buik
nu verder dromen

kortademig
tussen de gordijnen
haar ondergoed gloeit
de glanzende heup
is een glazen poort
de keel sneeuwt zacht

moed
en onwetendheid
schommelen vluchtig
de huiver blaast
verliefde vruchten
het is voorjaar
het groen jubelt

we houden vast

Ontzet

Warrig persoon, 2016, tekening, 50 x65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Bekentenis

Voor mensen die niet kunnen spreken zijn kleren een soort van
taal. Dat ervaren ze als heel prettig en draagbaar. Het is als een
toneelstuk dat ze overal en altijd bij zich hebben. Alles zit als het
ware in hun eigen foedraal.
Ze ervaren het niet als iets tweederangs.
Het leven veranderen in een toneelstuk vinden ze niet gezond.
Mensen van de grote wereld doen dat allemaal anders, zij hebben
eerst een beeld van de zee voor ze de zee zien, zij lezen eerst
over de liefde voor ze liefde bedrijven. Goed belezen en bewapend
mengen zij zich in de massa en de maneschijn  doet de rest.
Over maneschijn gesproken:
Toen ik een jaar of twaalf was wandelde ik eens bij maneschijn met
een clubgenootje door een min of meer verlaten straat. Alleen de
straatlantaarns volgden ons met steeds inhalende schaduwen.
Zij was ietsje ouder dan ik en ze zei: “Ik hou veel van jou, maar ik
weet niet welke gevoelens jij voor mij hebt”.
Het klonk wat plechtig in mijn jonge oren, maar ik was zeer verguld.
Dus antwoordde ik:’ Ik ben…buiten mijn moeder ben jij de enige die
ik heb”.
Dat sloeg in zag ik, ze was diep onder de indruk. Ik zelf ook.
Aangenaam verward was prettig nieuw.
Zo’n moment is onvervangbaar.
Telkens als ik er aan terugdenk ben ik ontzet, waarschijnlijk omdat
ik de waarheid sprak en niet loog.

Vulling

Het gewicht, 2016, computertekening

x.2016_het gewicht_ct

Tijdelijk gevuld leeg

Elk ogenblik is een gloednieuw vel wit papier.
Dicht aankruipend tegen het heelal onderzoeken neergeschreven
zinnen kronkelend rond vingers van vuur. Wat levert het op?
De temperatuur van je gezicht en wangen laten je hart dubbel
kloppen, laten het tweemaal gestorven maanlicht, als voorteken
van groot geluk, onder je keel zien.
Pas op als alles net iets te dichtbij komt!
Als een ontbrandende roos verschroeit het alle vaste patronen en
begint de nieuwe geschiedenis al te ruiken. Omhoogvliegende rook
steelt snel de horizon. Je groeit dicht.
Je oorschelpen, vol golven gehoor, sprenkelen nieuwe melodieën.
Alleen je hoest land als een zwarte zwaan in het schemerlicht. In de
aftelling van geduld zit een soort vreemde hunkering.
Soms ervaar ik bij gevulde leegte de trillende uitdrukking van een
pauw. Het is een bijzonder moment.
In dat uitgemergelde uur ontvouwt zich vaak een gedicht.
De verlichting van woorden maakt alles een beetje mooier. Het is
de aan flarden gescheurde taal van de goudgele zonnebloem.
De zoektocht naar het juiste woord is angstaanjagend eindeloos en
kent geen vastgestelde laatste dag.
Kortom: het gemurmel laat voortdurend horen dat je vrij en gewoon
gevuld wilt zijn.

Schaduw

Jaloezie, 2016, computertekening

x.2016_jaloezie_ctk

Wat wil je

ik wil dat jij leeft
terwijl ik slapend wacht
ik wil dat je weet
dat ik je lief had
boven alles

mijn schaduw wandelt
voor altijd in je haren
niemand kent de grond
zo goed als mijn stem

dring mij binnen met
je nachtelijke ogen
laat me varen in je tunnel
spreek in letters van
het helende hart

mijn rimpels
mijn hoofd
ik wil dat je weet
dat ik je lief had
en heb

zie mij!

Vlindertje

Spiegelbeeld, 2016, computertekening

x.2016_spiegelbeeld_ct

Hoofd

Zij was een droommens, een doler. De werkelijke werkelijkheid
was haar niet groot genoeg. Veel te saai.
En als zij geen droommens was, was zij vaak een engel in verval.
Haar overbeladen kop verbleekte vaalwit door oplopende inspanning.
De afgrond voelde niet alleen dichtbij, maar wàs ook dichtbij.
Best eng.
Daarbij hingen de wolken als wolven boven de gebraden bergen.
Je moest echt leeuwenogen hebben om niet stekeblind te worden
door het lage, valse gebedelde licht. Onafwendbare orkanen hoorde
je verbazingwekkend snel aanvliegen. Dan is er echt geen tijd voor
geneugten in de toekomst. Je staat op springen en je slechtste masker
jubelt in extase.
Op zo’n moment wilde zij zich het liefst in laten sneeuwen. Al was het
alleen maar om wat af te koelen. Waarschijnlijk zou haar overproductie
aan koel koud wit de verse sneeuw laten smelten om vervolgens als
roofzuchtige rivieren de aarde kaal te spoelen.
Haar leven was best zwaar, tenminste zo zag zij het zelf.
Anderen vonden haar meer een weerzinwekkende vlinder zonder
vastigheid en lieten, waar mogelijk, hun baard groeien. Zo dachten
ze hun stemband uit te kunnen wissen.
Een mottige spiegel wist wel beter.

Obsessie

Gossip, 2016, schets

2016_gossip_s

Andere werkelijkheid

Hij kijkt graag vooruit en naar een ander. Zo krijgt hij hoop en is
al het andere snel geschiedenis. Zijn anders-zijn is een obsessie,
een ziekte om aandacht te krijgen. Zo kan je ook een bril willen,
of een been in het gips. Willen is niet hebben.
Hij wil verzorgd worden en verlangt ongezond naar een prothese,
maar hij is gezond en normaal. Dan moet je het doen met de
dagelijkse saaiheid.
Hij vindt daardoor zijn ziekte in de muziek. Hij geeft muzikanten
een spraakgebrek door de grammofoonplaten sneller of langzamer
te draaien. Het achterste voren afdraaien behoort ook tot zijn
favoriete bezigheden. Hij houdt van de nieuwe kracht die het hem
geeft, de mens wordt half mens half machine, een soort opgelapte
perfectie komt naar voren.
Er is geen pathos in deze realiteit. Daar hebben we opera’s voor.
Het is wel een persoonlijk, klein verhaal. Deze muziek leeft en maakt
elk mens verschillend. Aantrekken of afstoten, daar gaat het om.
Toen ik hem eens vroeg waar alles was begonnen zei hij na een
kleine aarzeling: de slaapkamer, alles begint in de slaapkamer. Daar
is de mens het meest vrij, de slaapkamer als laboratorium voor de
micromuziek voor een nieuwe tijd. De kamer mixt en remixt. Voor
alles is een mogelijke oplossing. Ieder maakt zijn eigen versie of
hoort wat hij graag hoort.
Tot slot is er nog troost: alles eindigt zoals het begint. De roddel
regeert, steeds opnieuw.