Roos

Portret van een man, 2016, bewerkte foto

2016_portret van een man_bf

Het rood en geel van de tijd

als de deurwacht diep in slaap is
keer je dan weerom naar mij
wat oud is laat zich omhelzen
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht in slaap is
kijk dan terug naar de zakkende zon
wat verdwijnt verschijnt
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht diep in slaap is
kom dan snel over de brug
schreeuw je liefde voor me uit
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht diep in slaap is
schrik dan niet van mij
in mijn opengaan en bloei is
de roos is geel en van deze tijd

Verleden

Vanaf morgen heeft alles zin, 1997, tekening, 80 x 65 cm

1997_Vanaf morgen heeft alles zin_80x65k

Toen is geweest

Halverwege leg ik het gesprek stil. Ik heb er schoon genoeg van,
waarom moet hij zijn hart altijd zo luchten ? En bij mij?
Fel zeg ik: Waarom altijd zo autobiografisch?
We zitten toch allemaal ergens in dezelfde shit?
Hij pruttelt nog wat na, iedereen maakt toch gebruik van zijn leven?
Waarom mag het niet over jezelf gaan?
Kan ik het helpen dat ik zoveel beleef?
We stonden mijlenver tegenover elkaar blijkbaar.
Nou ja, ik deed misschien ook wel wat overdreven en waarschijnlijk
was ook niet alles echt voor hem bedoeld, maar al dat gezeur en
gestamel over toen en toen en ik en ik was ik zat. Dus benadrukte
ik nogmaals dat hij nogal in hoofdletters sprak.
Je bent overspannen, liet hij weten.
En dat was waar. Van schrik tik ik nogal hard met mijn aansteker
op de houten tafel. Over irritaties gesproken! Ik zag zijn strakke
blik en hield er snel mee op. Van mijn moeder wist ik nog dat
dodende blikken een waarschuwing vooraf zijn.

Over doden, de mensen die er niet meer zijn, kun je blijven praten,
vulde ik aan, die hebben geen weerwoord meer en dus zijn ze on-
gevaarlijk, ze zwijgen eeuwig.
Daarna vielen we meer samen. Vroeger was toen is zo’n mooi begrip.
Het haalt de stilte in huis.
Hij haalde spontaan een frase uit een mooi gedicht aan:

je sterft gewoon, sprak ze
uit de binnentuin kwam ze
op stamelvoeten
die nacht was de wind
niet in de oleanders

de rest was hij vergeten net als de naam van de dichteres.
Het verleden wordt steeds leger, het vergeten vergroot.

Jaloers

Jong geluid, 2010, boek 100, pagina 30

2010_jong geluid_b100_p30

Op de grond

Kijk zij heeft gehuild, zegt de dichter. En die kan het weten, die
heeft oog en oor voor alles. Ze had inderdaad een schitterende
wimpering rond de ogen, het leek wel wat op een uitgelopen
feestelijke etalage (beslagen ramen, condens-vocht).
En toen werd ze door een ander levend oog bewogen.
Opgetogen sloeg ze denkbeeldig een bladzijde om en verbleef met
veel drank lang bij haar nieuwe minnaar. Haar stank van zonet sloeg
verbluffend om in een overheerlijke parfum.  De geur was zo adem-
benemend dat de maan er doorlatend van werd.

Kijk, zei zij, mijn schatkamer laat geen blinden wachten en is niet
afgesloten voor overgrote macht. Mijn schoonheid mag naakt zijn.
En ze gaf zich aan hem, hij raakte haar bestaan.
Met een totale glimlach om de nieuwe zekerheden omarmde ze
haar mondige vrijer, die haar kamer vol loverlust ging bewonen.
Even leek het eeuwig zomer. De verveling lag nergens op de loer
of liet het lijden op zijn beloop, verwatering kreeg geen enkele
kans, omdat de waakhonden als handdoeken werden uitgewrongen.
Dit alles gebeurde op de grond, een plek waar menigeen uiteindelijk
beland.
Tenslotte regende het uitmuntende wit op de buik van de waarheid.
De dichter was allang afgehaakt. Terecht!
Zijn gevleugelde woorden bleken jaloers.

Tik tak

Italiaan, 2016, boek 115, pagina 56

2016_b115_p56_italiaan_k

De vrije hand

Hij is Italiaan en weet niet meer wat er vooraf is gegaan.
Italianen leven in het heden.
Het zeurt al de hele dag in zijn kop.
Waarschijnlijk is er sprake geweest van wat onzekerheden.
Een onaangenaam vacuüm volgt dan snel.
Even later valt het woord ‘vergrijzing’. Een heel naar, niet passend
woord, Italianen worden nooit ouder.
Een soort oude, vage zwart-witfoto daalt op hem neer.
Thuis    is    nu    even    ver    weg.
Zulke toestanden duren nooit lang. Bovendien, als dat wel het geval
zou zijn, zou je het niet eens herkennen. Zo snel passeert de tijd je.
Onverhoeds en tegelijk dient zich een groot gevoel van geluk aan.
Zoiets kan je niet van te voren bedenken.
Je zou het hoogstens misschien willen.
Een paar momenten lang kun je er even van genieten, daarna rest
alleen de herinnering, die tenslotte weer even grijs oplost in de
van ooit en te voren.
In geluk woont ook een vernielende wekker.
De tijdelijke tiktak is net kunst: het is anderen laten voelen wat
wij zelf voelen, hen bevrijden van zichzelf door hun onze eigen
persoonlijkheid aan te bieden voor hun bijzondere bevrijding.

Zoiets, maar dan heel anders, voelt hij bij het net iets te dicht
naderen. Als de verwarring en de onrust slaapt, gaat de emotie
vrij vertalen, om je een zuiver leven te geven. Het is constant op
zoek naar de verloren mooie kinderjaren.
Hij heeft de sleutel van de deur en liegt niet.

Ego

Verwerking, 2016-1987, bewerkte foto

x.2016_1987_verwerking_bf

Af en toe

Soms weet je het zeker: je draaft maar wat door in je eigen bedrijf.
En als je piepertje niet piept in je borstzak, grabbel je maar wat door
tot je er bij neer valt. Ingeblikt en onverplicht krijg je vervolgens de
zak.
De zak?
Ja, de zak van fluim en plof. Je kan er behoorlijk ziek van worden.
De spiegel laat dan je vaagste evenbeeld zien. Het enige wat je nog
goed afgaat is verblind en doof door het leven vegeteren.
Je zou ten einde raad moeten zijn, maar je bent zo vermagerd dat je
hongerig, snel, het verkeerde kiest.
Om aan jezelf te werken en te bouwen moet eerst de glorie van een
rijk verleden langskomen. Die draait je dan opnieuw een loer, maakt
je nog meer kapot.
Af en toe, in een vage vlaag van besef, heb je genoeg gehoord en
gezien en weet je de ruïnegekte af te breken.
Op weg naar de leefbare wereld klinkt al snel een nieuw en opgewekt
lied. Alle hoop en verwachting staat op scherp.
De zon doet de rest en maakt van jouw god een andere god.

Ansicht

Oorsprong, 2016-2013, bewerkte foto

x.2016_2013_oorsprong_bf

Berenman

Wie was je dat je zelfs dit hebt meegebracht?
Overal zette je vreemde muren op, zodat de oude kamers niet
meer herkend werden.
Wie was je dat je niemand kon zijn?
Duizend zwart-wit krassen liet je achter, maar waar was jij?
In het huis van je ouders leek alles nog vertrouwd, maar toen je
van ons vervreemde was het net een verlaten schapenstal.
Hier hoef je niet te fluisteren. Hier ben je vrij. Hier vallen schaduwen
wit uit. Hier is niets nodig, hier is alles welkom, hier is de buitenkant
van de woorden nooit hetzelfde.
Je hoeft niet te fluisteren, maar ook niet te schreeuwen.
Niemand hoort je. Wees gerust, er komt nooit iemand.
Niemand bezoekt je. Je duisternis beperkt je horizon.
Tot zover de berenberg, die je zelf creëerde. Tot zover de berg
onder je navel.
Pas wanneer je je beeld hebt verlaten ga ik je opzoeken en omring
ik je met dampende thee.
Dan stuur ik je een ansichtkaart waarop met een blauw potlood staat geschreven:
Ik houd veel van U.

Beeldenaar

Werker, 2016, computertekening

x.2016_werker_ct

Weerspiegeling

Soms ben ik een woord, dan ben ik buitenissig.
Dan doop ik mijn dove hoofd in mijn buik en stoot mij uit. Het gat
wat daardoor ontstaat is als een lichtvlek in de ruimte. Een vlek die
alles zegt waaruit ik ben geboren.
Tja, en dan zit je met een aandachtig gezicht te kijken naar mijn
hersenpan vol wierook, dat snap ik.
Kijk, als dichter dring ik graag door tot de aarde.
Tot in de binnenstad van een salon ben ik meer dan een vol café,
waar het kaarsvet vol langs de tafel druipt.
In mijn onderaardse jaaggangen ben ik zeker buitenissig. Als mijn
besuikerde ezel als een tijdelijke maagd stil en stoer staat te staren,
dan ben ik het onvolprezen woord.
De lome oren luisteren graag naar mijn orakel gekakel. Zelfs de
betraande bomen van buiten wiebelen zachtjes mee. Ze druppelen
mijn natuur.
Soms ben ik dus het woord, dan ben ik de navelbodem van eigen
beeldenaar.
Verder rammel ik graag wat aan de zakken van de lasthebbers.

Kwab

Dag en nacht, 1997, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Haar boom weet

Op de grens van fantasie en gekte kust zij bij herhaling een boom.
Haar boom.
Echte vrienden of vriendinnen heeft ze niet, zelfs geen dieren.
Ze is enig, erg alleen kind.
Ze is niet mager en wel lang, maar nog langer is haar haar: met
gemak draagt ze een lange, donkere sleep achter zich aan, veegt
zo een pad. Iedere paardenstaart zou jaloers wegkijken.
Het meest bijzondere aan haar is haar navel, die is van opaal.
Neergelegd door een ekster, toen haar moeder even niet oplette.
Vanaf haar kinderjaren speelt ze met twee imaginaire vriendjes, die
ze steeds verschillende namen en geslachten geeft. Zo kan ze zich
nooit vergissen. Handig.
Het had ook een keerzijde: iedereen pestte haar er mee, maar
moeder zette gewoon twee extra borden op tafel.
Vader merkt toch niets.
Hij is een lamdrinker, die vergeefs zijn geluk zoekt in het kopen van
stukken grond in de hoop daar edelstenen in te zien schitteren.
Moeder en dochter weten meer dan zijn dikste hersenkwab.

Woorden

Inkeer, 2012, tekening, A4

2012_inkeer_A4

Paal en perk meisje

Praten is riskant, vindt Clara.
Liever houdt ze haar mond stijf dicht.
En als ze genoeg heeft van het geleuter zet ze gewoon haar oren
uit en praat inwendig door. Met bewonderenswaardige beheersing
bekent ze dan haar schokkende geheimen, die we waarschijnlijk
nooit komen te weten.
Alles is diep in haar. Alles blijft voorlopig daar.
Ze moet nog leren om woorden te vertrouwen, de mensen komen
dan vanzelf wel mee.

Later voert zij gesprekken met een gemuilkorfde Italiaanse journaliste.
Zonder hinderlijke cameracensuur. Zij krijgt alles te horen.
Zij was het meisje van de inkeer.

Luister

Dagdief, 2014, tekening, A4

2014_dagdief_A4

Verbaasd

Vandaag luisterde ik naar een cd, Swoon, waarop wonderschone
melancholische liedjes staan. Je raakt er zo lekker droevig van, de
kleurige minimale melodietjes raken mij altijd diep. Het warme
stemgeluid, aangevuld met een Ensonic EQS1 synthesizer, vloert
me gelijk. Ik drijft lekker ver weg.
Ook voelt het prettig tijdloos, het zit vol liefde, heel intiem.
Bovendien zijn er maar 300 genummerde exemplaren, dus je bent
so wie so al bevoorrecht.
Tijdens het luisteren kwam ineens een beeld in mijn gedachten:
Ik zat in mijn enorme Parijse woning naar een liedje te luisteren,
terwijl mijn hoofd goedkeurend, ritmisch meeknikte. Ik raakte nog
al onder de indruk van de kracht van het lied. Iets mooiers was er
even niet.
Toen ontdekte ik in de hoek van mijn kamer een oud kind, die zich
in een tutuutje had gehesen. Zij keek mij quasi verbaasd aan, zoals
alleen zulke meisjes dat kunnen doen. Ik vroeg haar wie ze was en
wat ze daar deed. Geen antwoord natuurlijk. Weer die gespeelde
onschuld. Brutaal. Ze bleef me sterk aankijken en ik werd geraakt
door een lied in mij zelf.
De stoelendans kon beginnen.
Hier in mijn appartement botsten twee werelden, die ik  zelf had
geschapen hardhandig op elkaar: de wereld van de schrijver, die
steeds opnieuw ontdekt en de wereld van de bemiddelaar, de
zoekende diplomaat.
Ik weet dat men mij vaak benijd om mijn talent. Heel jammer.
Kennis, woorden, materialen, vormen, details, aanzichten, aspecten,
vergelijkingen, inzichten, verbindingen,niets is voor mij veilig.
Ik steel alles, ben een dagdief.
Intussen is mijn ego er zo aan gewend geraakt dat het gewoon is
en niet anders meer kan.
Ook:
Ik ken mijn plaats en luister graag. Ben niet gauw verbaasd.