Pigment

Schildersverdriet, 2015, bewerkte foto

2015_schildersverdriet_bf

Eigen wil eerst

Als ie fluit, vallen zijn tanden eruit, dat is beter voor het geluid  –
zong het in mijn hoofd. Ik kreeg het er niet meer uit, het was
kamerbreed gevuld.
Ik kan hartelijk lachen om zoiets onnozels, mijn lachsmid woont
om de hoek. In een geordende wereld ben je verplicht enig afstand
te nemen van al te serieuze zaken. Anders red je het niet. Jezelf
flink op de hak nemen hoort daar ook bij.

Maar als je palet je in de steek laat door niet ontvankelijk te zijn,
dan  ervaar ik het als verraad. Mijn kroon verdwijnt in een treurig
bosje bloemen, mijn blijdschap verliest zijn geur. Ineens is je palet
een gevaarlijk monster, je gaat er van stinken, het rot aan jezelf.
De dichte deur is ook nog eens op slot. Geen toegang voor een
vrije muze.
Je ogen zijn dun geworden, maar je weet nog van schone tempels
waar de vloervochtigheid je doet wankelen. Pas op voor een spagaat!
Het wordt nu tijd dat we de baas te worden over het palet.
De kleuren moeten aandragen. Al het stijfzinnige gaat eraan. Al het
zwart druipt weg. Zelfs de zwaarste modderglansen willen sprankelen.
Kleuren die vruchtbaar zijn moeten oevers vinden. De ijdele roem wil
beslapen worden met het geoefende groen. Anders wordt het nooit wat.
Ook:
het palet heeft de elegantie van een wendbare kont en is gewassen
door pigment.

Oud werk

St.Maarten, 2000, tekening, 65 x 95 cm

2000_ st.maarten_k_65x95

Het verschil

Dit werk uit 2000, hoeveel verder zijn we nu al, is ergens wat raad-
selachtig. Kennelijk was het belangrijk om de verbale formulering
St.Maarten los te maken van de beeldende uitdrukking.

Wat moeten we met de verbeelding?
Wilde ik iets mededelen? Was ik verliefd op de datum 11.11?
Feit blijft dat ik tweeslachtigheid boeiend vind. Net zoiets als twee
zielen in de borst. Een soort droom-aspect. Iets moet meerduidig
zijn, anders is het snel te klein. Verlangen en verrassing vallen samen.
Ook boeiend:
aan de oppervlakkige buitenkant is lang niet alles te ontdekken.
Halverwege ontdek je iets onverwachts. Dat hoop ik ook in mijn eigen
werk te kunnen vinden. Raadselachtig werk of raadselachtige mensen
houden je geest scherp.
Voorspelbaar werk doet dat nooit.
Die maakt dat je de aandacht verliest, lang gaat slapen.

Schilderkunst is een middel om beelden te creëren. Ik breng het
liefst de verf dun aan. Niet uit zuinigheid, maar uit liefde. Het moet
transparant, open zijn. Lagen moeten kunnen optellen, strijden.
De compositie is simpel, helder; er zit snel een diagonale werking in.
Altijd onbewust gehad. Het geeft mij een gevoel van evenwicht.
Een werk moet er telkens steeds weer anders uitzien. Een beetje
anders is al snel duidelijk anders. Het goede been hinkt spontaan.
Misschien zou een werk, tekening of schilderij maakt niet uit, steeds
hetzelfde kunnen heten:
De terugkeer van het werk, gevolgd door een nummer.

Voorzichtig

Negatief persoon, 2006, acryl, 100 x 80 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Prudent

Droog is het rondom zijn mond. Er zijn al te veel letters, woord voor
woord, uit dat droge gat gevallen. Het matte gezeur van zijn vaders
stem heeft waarschijnlijk voor altijd zijn geweten verminkt. Hij kan
alleen nog stil, doof verder staren.
Ieder jaar, zo rondom de wisseling, blijft zijn stem steken. Te veel
gedachten blokkeren de stem. Zwijgend zit hij de pijn van zijn geel
gapende rijkdom te likken. De pijn breekt hem niet. Nooit.
Toen ik hem zo op een afstandje zag dacht ik:
Waar hij strak staart sterft ons oog.
Hij heeft nare ogen.
Jammer voor hem dat hij de oorsprong van ieder jaar op die manier
verliest. Dit eenzelvig malen vertaalt geen enkel woord. Stom blijft
stom. Hij zorgt ervoor dat wij blijven woekeren.
De ontraadseling…ach, hou maar op.
Hopelijk drinkt hij nog eens in het schemerrood een beker leven.
Dan kunnen we samen in de eeuwigheid verdrinken.

Leuk

I told you so, 2013, boek 111, pagina 14


2013_b111_p14_I told you so_k

Over de rooie

Ze vertrok.
Zonder twijfel, het was duidelijk. Ik zag het aan het bordje dat
boven haar hoofd hing. ‘Ik vertrek‘.
Nadat ze woest haar koffer pakte, sloeg ze deur achter zich dicht.
Ik kon er niets aan doen, maar alles werkte op mijn lachspieren.
Misschien mijn zenuwen, maar ik vond het ook erg archetypisch,
niet erg origineel.
Ze was over de rooie en ik zag roze.
Daarna was het aardedonker.
Iets had me naar de koude grond gebracht.
Toen ik mijn ogen open wreef, zoals ik dat vroeger deed als ik net
wakker was geworden, zag ik haar bordje schuin naast me liggen.
Snel draaide ik het uit nieuwsgierigheid om en zag dat daar een
rood duiveltje op was getekend met een vet onderschrift: klootzak!
Zou dat voor mij bedoeld zijn?
Misschien had ze het in de haast verloren toen ze vertrok. Het was
vast voor die andere vent bedoeld, die voldeed wat mij betreft totaal
aan die omschrijving. Ik never, nooit, niet.
Mijn tong begon van schrik te rollen, ik zette een enorme keel op.
Wat dachten die hufters eigenlijk? Ik was blij voortaan alleen te
zijn.
En zo dacht ik nog een tijdje na, totdat mijn stoppelbaardgroei zich
hervatte. Ik veerde uit mijn diepe hurkzit, schudde alle schubben
recht, zocht en vond een nieuwe houding.
Terwijl ik naar de hemel keek zei ik: Kom het is al laat, maar nog
niet te laat en ging de werkelijkheid even snel herstellen.
Het bleek leuk werk.

Feest

Achter het behang, 2014, computertekening

2014_achter het behang_ct

Gestreeld, gekrast

Hij vindt een weg in zijn oude woorden. Op zich knap.
Als het er van komt laat me het dan ook zeggen, is zijn idee.
Laat me dat zeggen en antwoord dan niet. Vooral stil blijven.
Pas als ik over je haar strijkt en niet vraag wat je nu voelt,
voel je wat je wilt en dan is het ook zo.
Dan pas laat je de momenten van oude bekenden los. Dan pas
kan het feest echt beginnen. Het feest van het mierzoete vocht,
dat echt geen water heet.
Als je weg bent van woorden is de vrijheid op zijn grootst. Zeg
dan niet dat er niets is of dat je je alleen voelt. Die weg leidt tot
een somber dal. Je bent niet alleen als je mij ziet.
En als ik dan nogmaals over je haar strijk, voel je dan mijn koele
hand op je hete voorhoofd?
Kom laten we naar buiten gaan. De herfst krast de bomen. Het is
wild wandelweer. Buiten zal je bekoelen. Ik zal je niet alleen laten.
Buiten zullen we bladeren vangen in het feest van de wind.
Het is ook feest omdat ik je niet raar vind. Nooit!
Ik zal een foto van je maken en er later na kijken als je er niet
meer bent, oude man, oude vader.

Gemis

Sinking Inside, 2015, bewerkte foto

2015_sinking inside_bf

Op de uitkijk

De cirkel is rond maar laat een vierkant zien. In het afgebeelde
wordt de diagnose gesteld van de uitholling van andere werken en
andere weerspiegelingen.
Deze weerspiegelingen zijn geen utopische denkbeelden zoals bij
bijvoorbeeld Lissintzky of Mondriaan, die aan het begin van de eeuw
meenden dat hun werk gedaan zou zijn wanneer de principes van de
schilderkunst in de maatschappij verwezenlijkt zouden zijn.
Mijn werk is momenteel geplaatst in een wat dove afwezigheid. Ik
zie dat als iets tijdelijks en ga nog niet spreken over mijn utopische
toekomstbeelden.
Sterker nog: ik zie werk als plaatsen waarin tijd ontbreekt.
Waarschijnlijk is het (hopelijk) zo  dat mijn werk een uitzondering
is op het gangbare. Je kunt hier beter geen conclusies uit trekken.
Even meer uitstellend, is beter op zijn plaats.
Vaak ervaar ik zoiets als het sublieme gemis. Het geheugen van
de verbeelding reikt niet zo ver.
Ik moet het voorlopig doen met een zelf wijzende manier van
verbeelden, wat plaatsbepalend O.K. is.
We staan op de uitkijk, zien veel.

Jong

Brunette, 2014, computertekening

2014_brunette2_ct

Mooie woorden

Hoe oud moet je zijn om jong te blijven?
Waarschijnlijk moet je dan eerst het wanhopig verlangen uitzetten
dat taal en geloof belangrijk is. Pas in die wrange machteloosheid
levert je geest een bundel aangrijpende kunst. En de kunst hoort
jong te zijn, jong van idee, niet van uitvoering.
Een niet uitgesproken conclusie is meestal van grote waarde.
Het zgn. modernisme moet worden achterhaald. Kunst is zoiets als
verhemelte in de mond. Door die nadrukkelijke vorm kunnen we
de woorden zo uitspreken als we willen. Het is een zuivere,akoestische
werkelijkheid, geen corruptie van het woord.
Een kunstwerk in de mond vertoont iets wat tegelijkertijd gesproken
wordt, het is erg tijdelijk en tegelijk zeer monumentaal.
Anderen spreken natuurlijk van droomprojecties, dunne aftreksels
van het slappe woord.
En graaf zo maar verder.
Als de lippen leeggeroofd zijn is het stil. Heel stil.

Gluton

Jonge Jaap, 1998, boek 63, pagina 5

1998_Jonge Jaap_boek63_pagina 5

In die tijd

Ik ben geboren op 1 april 1948 in Onstwedde. Dat is een dorpje in
een Nederlandse provincie. Mijn vader heet Klaas Kist en hij is tegen
beter weten in getrouwd met Maartje Boomsma. Mijn moeder
komt uit een groot gezin van wel dertien kinderen, mijn vader uit
een van zes, ook genoeg. Men leeft vrij lang in de familie, dus mijn
toekomst is lang.
Mijn overgrootvader heb ik daardoor nog gekend, hij had een mooie,
lange witte baard. We poseerden nog een keertje ooit, voor de foto
van 4 geslachten. Ergens moet die foto nog bestaan.
Toen ik geboren werd dachten ze dat ik het niet zou halen, ik was te
dun en ongezond blauw. Pas toen ik een andere min kreeg was ik blij
en ging snel groeien.
Mijn moeder heeft dat nooit echt goed kunnen verwerken en noemde
me zelfs een schreeuwlelijke bastaard (wat op zich zou kunnen, maar
ik was er toen niet bij).
Op mijn tweede jaar stuurden ze me naar een kostschool ergens bij
de Duitse grens. Twee jaar is natuurlijk wat jong, ik denk dat ik me
daardoor nog steeds niet kan hechten aan iemand.
Nog steeds ruik ik die kostschool: gluton, etenslucht, pisbroeken.
Je werd er erg streng opgevoed. Dat zou goed zijn voor je.
In die tijd heb ik mijn sterk gevoel voor melancholie ontwikkeld.
Heerlijk om in dat onmetelijk stuk te kunnen verdwijnen!
Het was nog een groot mazzel dat God niet op deze kostschool zat.
Dan was je in geen enkele hoek meer veilig en bleef je een trillend
hondje.

Razenrood

Some day, Some rain, 2005. acryl, 100 x 80 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

De rode gloed

Het ging haar zelden om de plek, veel vaker om het uitzicht.
Ze kon zich buiten de lijst van het landschap begeven zonder eerst
iets nieuw te hebben. Door gewoon in haar eigen wereld te blijven
was dat niet zo moeilijk. Haar wereld was haar alles. Terecht.
Die leenkeurigheid vervreemdde het vertrouwde. Ze sloeg rodig
uit, werd een soort overrijpe vlammenvrouw.
Zij sloeg haar platte ogen neer en zag alleen inwendig. Als zij wil
dan kan zij zomaar….
Maar zij wil helemaal niet, zij kan niets met de lekkende vlammen
van zijn open haard. Het spattende geknetter irriteerde haar buiten-
gewoon. Liever hoorde ze de dichtbije, kwakende kaken van draken.
Haar kalmte onderdrukte haar woede.
Pas toen zij het razenrood van de woede begon te ruiken deed ze de
deur totaal op slot en was ze voor niemand meer thuis.
Zij liet iedereen gloeien en smelten.

Kunst

Some rain, 1999, tekening, A4

1999_some rain_A4

Ooit

Ooit, ergens in 2004, schreef ik:

hoekboek
(schets voor schilders)
verknoopt aan het anekdotische
lezen modernisten hoekboeken
maken zich klein, voelen hoger
zogenaamde intellectuele dimensie
zegt niets over ons bestaan
narratieve verhalen horen bij soms
verzamelaars slaan oprichting toe

Een nogal cryptisch verhaal zul je zeggen of gelukkig maakt de
onderliggende tekening alles enigszins goed.
Wat ik toen eigenlijk precies wilde zeggen weet ik niet meer, maar
in de basis is ergens beslist een lichte boosheid te bespeuren.
Een gezonde boosheid zou ik zeggen, want uit die boosheid groeit
de spruit, die zich voortplant tot een boom.

Misschien vond ik toen en nu dat vele kunstenaars zich bedienen
van mooie geleende woorden. Ze vissen er zeeën mee leeg, om zo
hun oorspronkelijkheid te bedekken. Bereid tot het diepste, het
uiterste dekt allang de lading niet meer.
Dat soort kunstenaars hebben de adem van de haast in zich. Zij
weten niets van de lange geduldige wind, die alles vrij laat vallen
op onverwachte plekken. Nee, zij leven liever in hun stinkende
stad, waar de wegwerpwaaiers van hand tot hand gaan.
Kunst is iets wat begonnen moet worden. Je raakt daardoor in een
staat van niet zijn.
Je kunt kunst niet strelen. Dan struikel je snel. Kunst heeft alleen
maar belangstelling voor ja, voor nee heeft zij geen aandacht.
Als de maker erachter zingt van zijn macht is het mis, bedenk ik
nu.