Half = half, 2012, boek 101, pagina 19
De nieuwe wereld van R.D.
In de samenzwering van de stilte hoor je weinig. Het is het gebied tussen vlakgom
en radeerwater. Alles lijkt vervangen door iets vaags. Het is daar stil. Half dekt half
af onder een dikke laag stof. Niemand weet meer waar hij aan toe is, de tanden
worden geel.
Pas als de werkelijkheid zich losweekt van de surrogaten en andere collages wordt
het pas weer wat. Legers van gemene gidsen, omringd door andere dwarskijkers,
vertrekken in een lange stoet. Hun slakachtige neuzen glimmen al lang niet meer.
Naarmate het oog weer de hand kan laten zien wordt het steeds bontere vlees
weer licht en smakelijk. Het levenssap laat zich niet van de wijs brengen en geeft
opnieuw de onbetaalbare handen nieuwe aanwijzingen.
Je weet van ooit wat rood doet, je loopt graag in het groene gras, je weet wat geel
weet, je blauw kan zwart zien. Als een kind niets krijgt heeft het alles. Uit vodden
schep je opnieuw goud. Half plus half is altijd meer dan vol.
Er wordt lokaal veel gesmoord door het onwetende niets.
Wat mij betreft mag de dove vijand mooi verbranden in de echo van de hete zon.
Als tafel en muur vol oprispingen zijn is het oneindig goed.
Gek ben je niet als je veel wilt. Je bent het wel als je er niets mee doet.
Wat een apart schrijven 🙂