Max-Mix, 2012, computertekening
Vandaar
Het is het oud liedje: die niet en die niet en die niet. Lekker
positief!
Afgestemd op vroeg of laat wil nog niet zeggen dat je gelijk
een meeslepende melodie hebt. Zeker niet als je zender op
dof staat of nog veel erger, als je in een dialect praat.
Als solozang voorbij is en niet meer behaagt dan komt er
uit het niets vaak een nieuwe harmonie tevoorschijn.
Vandaar dat je met groot gemak een gokje kunt wagen als
iets je niet zo bevalt. Op de waagschaal ligt echt geen bom.
Soms is het net alsof de mond op zijn eigen kussen ligt,
dan schrijf ik een boek. Uit alle weke hoeken komt een
weke mond die plooibaar is. Anderen zullen later lezen of
kennis nemen. Je eet wat je leest.
Maar wat ik eigenlijk wil zeggen is dat spierballentaal niet
werkt, het enige wat je hoort is het doffe rollen van de
Achilleshielen, de metronoom van de nieuwe tijd.
Het kromme oor is open voor in en uit. Pas in de nacht is
het oor weer rustig en droomt een vergeten droom. Al het
hoge en het lage zingt zich los. Dovemansoren zijn niets
meer dan lelijke littekens, zij ruisen eindeloos. Zij willen
lusteloos blijven.