Jas uit

Bergjongen, 2012, bewerkte foto

Andere impressie

Wanneer de warme wind zorgen aanwaait of misschien
vreugde, verzet ik mij als een bloem tegen de aarde. Ik
strek me dan zo lang mogelijk uit. Dan wordt mijn opge-
richte berg weer plat land.
Onder de hemel wordt veel behekst weet hij als bergjongen.
Licht, schaduw, klank, knetterende kleuren zijn nooit tevre-
den. Tenminste niet langdurig. Zij zeggen dat ze pijn lijden
en wachten af om een nieuwe compositie binnen te treden.
En als de lentewind weer waait over het platte land, waait
mijn land weer wakker. De gewatteerde jas kan nu wel uit.
Een gloed van nieuwgeboren groen maakt alles lichter. Het
ene na het andere komt samen en loopt dan weer ononder-
broken zelfstandig verder.
Klank wordt taal in het voorjaar en gaat ineens zingen.
Armen gaan in de nacht in elkaar. Twee paar ogen kijken
uit naar de volgende morgen.
Bergjongens zijn als kunstenaars, altijd toegewijd en gedul-
dig. Soms is de hand vol passie, soms is de hand vol ver-
antwoordelijkheid. Hij schrijft, verscheurt, gooit weg, her-
schrijft om te herschrijven en geeft nooit op.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *