Vage kop

Het blauwe colbert, 2012, computertekening

Warhoofd

Eens was alles gelukkig onder de mooie ogen. De bergen
waren hier, de dalen daar, daartussen de baard van het ge-
vaar. Schaduwen werden keurig ik gedeeld, daar hoefde je
je geen zorgen over te maken, de stilte bleef toch onbewo-
gen. Alles leek uitgespeeld.
Toen hij zijn ogen opsloeg werden het eerst oren, zo ver-
doofd was hij. Zijn hoofd was zijn masker, zijn hoofd bleef
zijn masker. Hij was een luie geest. Het hoofd, dat hij voort-
durend klein hield en nat maakte om te kunnen denken,
heeft hij allang verlaten. Iedereen schijnt te willen weten
waarom. En dat vertelt hij niet. Zijn luie geest kan niet snel
schrijven, zijn traagheid is zijn lust.
Anderen zeggen dat hij een nog groeiende steen is in ons
literair vijvertje. Dat hij werkt en luiert op de juiste momen-
ten, want noodklokken hoeven niet altijd te klinken. Je
moet ze gewoon af en toe wat ontlasten. Meer niet.
Hij is een prettig warhoofd die weet dat er al wormen be-
stonden voordat ze mensen konden opvreten.
Kijk, er is van alles, maar niets is op zijn plaats zou je
kunnen zeggen. Dus van alles is nog te weinig of te veel.
Zoiets.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *