Songbird, 2012, bewerkte foto
Hollandse zang
Als hij op zijn kop gaat staan slingert hij zijn staart naar de
maan. Een jas vol veren schoffelt zijn hoofd zoals een
hovenier met een groot hart dat zou doen. Uit de vleugels
vallen enige munten. Dat is alvast geluk!
De op de kop wereld laat oude werkelijkheid vervagen en
brengt nieuwe eetbare vruchten. Het onstuimige bloed
kookt weer van onbekende opwinding. Deze dagdroom van
goud is zo groot als een wolk van een teek en smaakt naar
meer. In de ontwakende ogen bestaat geen tijd, terwijl jouw
aanblik het aandenken constant nadert.
Nog even dan springen gevaarlijke vissen uit zijn pak en
dan ga je naar de bliksem.
Wanneer het wanneer komt weet je niet precies, maar kijk
wel even uit: op dat moment kruipen de muizen uit het oor
van de rat en dan kan je het wel schudden. Je gaat eraan!
Geniet van dit ondersteboven gezicht, stop het in een doos-
je en ga het schuin houden om lief te hebben.
Rondom staan ook de kinderen als schuim op de hoge melk.
Zij hebben allen bloemen in de mond en handen vol vette
wormen.
De zon huilt bij dit alles van vreugde, laat een regenboog
zien.
Na dit buitenkansje kan je altijd nog gaan bellenblazen.
De vogel is dan allang gevlogen en zingt elders zijn lied.