Tovenaar

Capman, 2012, boek 1010, pagina 58

Man met p(r)et

Heel vreemd voelt dat: zodra je iets op je hoofd zet ben je
een soort tovenaar. Je maakt een nieuw lichaam aan en
haalt het wiel uit je oor. Op je tong voel je het rad groeien,
spoedig laat het zijn sporen na. Het verloren pad is zo ge-
vonden als je even een pet opzet.
Als nieuweling, al of niet van adel, bied je al het verse waar
aan wat je maar kan vinden. Het hoeft niet eens voor han-
den te liggen, je kant en klare kop weet het zo te vinden.
Ook vreemd is dat je je daarbij steeds als een lachebek ge-
draagt. Je bent herboren in een leeg heelal, dus ruimte zat.
Met je kokende handen raak je alles aan, alles wordt gelijk
goud. Je koninklijke verbeelding is zo groot als het kind van
je onrust.
Als wat ontbreekt ineens wordt gezien storten alle regerin-
gen spontaan in. Je schoffelt ze snel onder de vette zoden,
laat ze verzanden. Weg ermee!
Maar wordt je wel op tijd  wakker als je pet ineens brandt?

Eén gedachte over “Tovenaar

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *