Hongerogen

Zwarte Akke, 2012, bewerkte foto

Angst voor niets

In een druilerige zomerkou probeer ik je stilte te doorgron-
den. Je uitgestrektheid trekt me aan.
Men is bang voor je. Ze kleuren je zwart. Waarom? Wat heb
je gedaan dat mensen je willen zien als een hoopje verrotte
bladeren?
Ik hoor bij jou juist het vertrouwde leven. In de diepe poel
waar ik als kind speelde hoorde ik ook al vogels roepen. Dat
zal het zijn: we leven waarschijnlijk beide in omgekeerde tijd!
Omgekeerd en bevroren voor anderen, niet door onszelf.
Boven op de ruige rotsen is het altijd eindeloos. Daar zie je
alles voor je hongerogen verschijnen. Wolken, beladen met
de mooiste dromen, schieten voorbij. Je kunt zo opstappen.
Laat de anderen maar mooi de rotsblokken zoeken om rustig
te mijmeren, zij spoelen toch weg bij de eerste wolkbreuk,
terwijl wij leunend tegen het klokgelui met gemak de schemer
in gaan om een nieuwe droom te pakken.
De gapende afgrond doet ons niet stilstaan. We springen er
gewoon overheen omdat we ons overgeven aan het niets.
Als ik een plant naar ons zou noemen is het wolfsmelk.
Kruisbladig trompetteren we de wereld in, wachtend op een
hongerige snuitkever.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *