Rode loper, 2012, boek 102, pagina 50
Weer thuis
De eenvoudigste manier om tot rust te komen is: steeds
weer op een andere manier beginnen. Zo denk ik er over
tenminste. Laat me zo vrij zijn om er in te geloven. Elke
verandering is een vuurknop, een geheime spiegel, die mijn
brandend verlangen naar iets anders openbaart.
Alles kan anders is mij op het lijf geschreven. Als ontelbare
bloemblaadjes weerspiegelen ze vele waarheden en illusies.
De tong van eenander doet me meestal niets. Meestal zijn het
de aangroeiende schaduwen, die mij een roos willen laten
plukken.
Liever leg ik de rode loper uit voor mijn huis. Hobbelend komt
men je dan mijn schemerig gehucht binnen. Opgewonden, ja
dat ben je, kom je me tegemoet. Je behendige gestalte zal de
kamer vullen. Ik zal je een stoel aanbieden.
Ik heb de thee al klaar staan. Je weet dat je welkom bent.
We gaan geen oud pad passeren, daar is te veel kruipend on-
kruid. Met wat scherven krabben we het recentelijk achterge-
laten strooigoed schoon. We glimlachen naar elkaar, omdat
we weten waar het braakliggend land ligt.
Gaande weg zullen we onze huizen verlaten, zeiden we eens,
om later naar elkaar toe te komen.
Dat is mooi 🙂
D.A.: dat is inderdaad mooi, die reacties, dat bombardement van je!!
toegestoken handen schud ik graag. ik drink de woorden met fles en al.
J.