Slakkentijd

Now, never, later, 2012, boek 102, pagina 23

Langzame tijd

Iets wat langzaam is kan niet tijdelijk zijn. Of wel?
Nu we het er toch over hebben, is langzame tijd eigenlijk
kijken met gesloten lippen? Draalt de tijd dan weg naar zijn
langzame rotonde van terloopse onzekerheid?
Tijd roept altijd vragen op, ook al heb je geen tijd.
Tijd is met een vorkje in je leven prikken. Iedere keer als je
prikt verlies je wat. Zo wordt je tijd steeds korter.
Niet dat je je daar iets van aan moet trekken, in tegendeel.
Als sentiment en liefde bij elkaar komen krijg je vanzelf weer
meer tijd. Er is altijd hoop als je de tijd er voor neemt.
Meestal gaat het om de juiste beslissing. Het is zoiets als
van een bloem de bloemblaadjes aftrekken en om de beurt
ja en nee erbij zeggen. Op het eind vergis je je dan per on-
geluk om het gewenste antwoord te krijgen. Je zin.
Je zelf bedriegen kan mooi zijn als je humor hebt en mag,
omdat je op hetzelfde tijdstip leeft.
Iets anders:
Als ik met mijn kalme hand tussen de lakens frommel en
tussen mijn tanden om genade sis, dan weet ik dat ik geen
kolibrie ben al maak ik hetzelfde geluid misschien. En als ik
mijn haar wil knippen omdat mijn hoofdhuid doorpriemd
wordt door doornig haar, dan weet ik dit is maar een droom.
Ook al is het tijdelijk op hetzelfde tijdstip.
Stukje voor stukje spreidt mijn leven als vingers in de land-
streek van mijn plek in de wereld. Je zou er wanhopige ogen
van kunnen krijgen als je niet oppast. Mijn dubbele rij wim-
pers beschermt mijn zachte ogen tegen het woestijnzand van
de werkelijkheid.
In mijn langzame tijd weet ik: alleen tijd rijgt een lang, broos
snoer.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *