Knipoog

Leeg, 2012, computertekening

Fantast

Het verhaal had hij nooit aan iemand verteld.
Niet omdat hij zich er voor schaamde of het geheim wou hou-
den, maar omdat hij het domweg niet beschouwde als een
verhaal van hem. Het was meer een vreemde geschiedenis
die hem kwam aanwaaien.
Hij zag steeds flarden, scènes:

Op een onverwacht moment was hij ineens zichzelf en zat aan
een tafeltje in de hoek van een café. Hij droeg een witte latex
broek en een mouwloos wittig hemdje. Zijn haar was zo kort
geknipt dat het van een afstand net leek of hij kaal was.
Het licht in de bar was gelig gedimd. Er stond rustige muziek
op. Iets van Sarah Vaughan, van die oude dreutel.
Er knipoogde iemand naar hem. Hij knikte terug.
Ze raakten in gesprek. Staken sigaretten op. Keken op hun
horloge.
Of:
Opeens zag hij zijn appartement in een parkje.
De twee grote bomen piepten te voorschijn. Zelfs deze
merkwaardige ruimte werd nog gescheiden door een vuilwitte,
buitenmuur. Voor de privacy.
Er stonden weinig meubels in de tuin. Toch leek het een goed
schilderij (het moest een of ander landschap voorstellen).
In die ruimte kon hij goed wegdromen. Dat deed hij dagelijks
om te overleven. Het liefst met haar.
Of:
Hij zag alles met een duidelijk begin en eind. Ook scherp.
Het leek erop alsof die beelden iets duidelijk wilden maken,
hem iets wilden vertellen. Het deed pijn om zo te zien.
Soms was hij in zijn grote stad op zoek naar werk. Dan belde
hij allerlei nummers uit de krant om zich aan te bieden.
Zonder succes overigens.

Het hele weekend spookten die beelden, die gesprekken door
zijn hoofd. Heel druk en onzinnig.
Dat was vreemd, want alles was immers fictief.
In werkelijkheid deed hij gewoon niets.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *