Inlijsting

De blik, 2012. bewerkte foto

Eigendunk

Op de open plaatsen van je kladpapier is jouw handschrift
onherkenbaar voor een ander. Misschien sloot je te veel com-
promissen of luier je te veel in je leven. Misschien.
Terwijl je kalm of hysterisch in de bruine duisternis met alle
woorden een gevecht aangaat, lukt het je niet dat te zeggen
wat je wilt zeggen. Woorden zijn geen stukjes hout op een
schaakbord. Wat je schrijft is niet wat je aanraakt.
Misschien heb ik je ooit verkeerd begrepen, ging de inkt bui-
ten mijn pen. Dat kan zijn, maar ik heb nergens spijt van.
Als ik onderweg met woorden en zinsdelen je hebt vermoord
dan kwam het door mijn schrijftafel. Die doet mijn woord-
groepen, mijn zinnen en geeft mijn ideeën gestalte.

Een eigen inlijsting kan dus geen kwaad, ik ken mijn waarde.
Een hoffelijk onthaal duwt me ferm omhoog. Mijn onsterfelijk
handwerk kent geen broddel, hoewel ik weet uit de duistere
voorvallen van het leven dat schrijven nooit het leven is.
Schrijven is een vluchtmarathon.
Een wit, leeg vel is wat het is en hoort te zijn. Een pen en de
greep van de hand dat is schrijven. De pen hanteren daar
gaat het om, dat impliceert lijden en verblijden. Immers het
schrijven tilt het zwaarste rotsblok even omhoog voordat het
weer naar beneden valt.
Het schrijven kent geen wettelijk voorgeschreven metaforen.
Onderwerp en bijwoordelijke plaatsbepaling zijn vrij. Het enige
wat je als schrijver moet doen is in beelden te denken en niet
bezorgd te zijn omdat er mensen op het punt staan je te lezen.
Je moet je vuur belichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *