Fantasie

Kleurkop, 2012, computertekening

Onrust

Het razende wiel in het oor maakt hem wat van streek. De
lange jabroer eist zijn tol. Even lijkt het te wemelen van
elastieken halzen, maar dat gaat gelukkig snel over.
Hij springt op naar een nieuwe maan. Zijn kokende hand raakt
het snel aan. Tenminste in de koninklijke roos van zijn ver-
beelding.
Als kind had hij al een te grote fantasie. Het was zijn onbegre-
pen onrust. Hij smoorde zo de akelige alarmen.
Anderen noemden hem een zacht fluitende flapdrol, wat hij op
zijn beurt een eer vond, hij was tenslotte muzikaal. Hoe dan
ook, zijn kolkende brein werkte altijd op volle toeren. Op die
manier word je behoorlijk oud en niet voorgoed vergeten,
scheen hij te weten.
Geen dood doet hem schrikken, hij heeft toch veel te veel
kleur voor die lege brokken. Zijn hartstocht doet menigeen
behoorlijk schrikken. Men is te gauw jaloers.
Op andere tijden zingt hij soms als robot een verlossend lied.
Dat wordt op prijs gesteld, men hoort wel duizend zingende
violen. Ieder gat wordt mooi dichtgeknepen door de mooie,
gevoelige klanken.
Onder de ruisende kruin van het geheugen wordt alles opge-
slagen, klank voor klank, bladzij voor bladzij.
In iedere stoffige bovenkamer wordt een souvenir een relikwie.
Uiteindelijk, als zijn gelaat alleen nog maar een kamerplant is,
ontkleurt alles tot het grijs van een verlaten wrak. Achter de
bleke oogkleppen kleppen de noodklokken al.
Alles eindigt tenslotte.
Tussen de blozende dovemansoren ligt veel herinnering.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *