Hondenhemel, 2000 – 2012, bewerkte foto
Soms is alles eeuwig, als een wolk
Mijn hond stierf in mijn armen, op schoot. Ooit en lang gele-
den was dat een heftige, eenzame dag. Langzaam voelde ik het
leven uit hem wegglijden. De hond werd ineens geschiedenis,
ik ging door.
Veel later maakte ik een werk over hem, Hondenhemel, omdat
ik vaak in de bloemkoolwolken zijn figuur terugzag. Een mooi
teken. Liefdevol bedacht. Nu ik ouder en kleiner word moet ik
vaker aan hem denken.
Het vlees en de geest past zich kennelijk aan. Wellicht leef ik
nog een jaar of dertig voordat de doodskreet gaat krassen.
Je begint soms te denken wat er met je werk moet/mag ge-
beuren.
Alles is niet even ellendig mooi, er zijn vele kapotte of bene-
pen orgeltonen bewaard. Wie gaat daarin kiezen als ik niets
meer kan zeggen met mijn lollige gebaren? Komt het beste
gewoon bovendrijven? Dat denk ik wel. Vaak kan een ander
een werk immers beter inschatten door minder informatie.
Soms zou je wensen dat je je werk ook langzaam kon laten
sterven. Een volumeknop mag dat dan regelen tot dat het
nulpunt is bereikt. Alles weg!
Als mijn schrift niet meer als warm water loopt en vergleden
is in koud vuur, dan leeft mijn late ik niet meer mijn oude ik.
Mijn hand zal misschien vergeefs verdwaald tasten naar iets
wat alleen in de verbeelding kan leven.
Dat zou mooi zijn: over je eigen schaduw heen krommen, over
de Toscaanse heuvels heen en lang, langzaam en voorzichtig
voorgoed verdwijnen. Liefst op een avond.
Laat me dus die dertig jaar tussendoor goed verschijnen.
Later zal ik op mijn beurt wenswolk zijn.