Halfgod

Blue night, 2012, computertekening

Blauw werk

Zij viel niet in dienst van een vurig geloof. Voor haar geen
nodeloze strijd voor de platheid van een groot ideaal. De
schrale schimp van gelovigen deed haar niets. Integendeel
ze vond het maar sneu voor de ander. Ver verwijderd van
geloof in het hiernamaals zag zij de dood gewoon komen
en het leven eindigen zonder een eventueel vervolg.
Aan de andere kant zou zij niet weten wie ze was. Ze deed
haar plicht zonder te weten wat zij vervulde. Als het avond
wordt gaat de wind vanzelf liggen scheen ze te denken. Wij
weten wel beter inmiddels. Wij laten de rozen bloeien.
Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat ze instinctloos door het
leven ging. Niet naamloos, dat was nog erger. Iemand wiens
ziel geen naam draagt heeft geen lichaam.
Gelukkig hoeft niet iedereen een halfgod te zijn, al is dat
vaak leuk gezelschap. Halfgoden hebben veel fantasie en
koesteren menslievende gevoelens. Bij haar gaf menslievend-
heid geen pas. Daar was ze te nuchter voor.
Het was een hele kunst om de geest zo min mogelijk aan de
wil te onderwerpen. Je verkleind daardoor je persoonlijkheid
en banaliteit komt niet voor. Tenminste niet in je eigen ogen.
Misschien was ze daarom wel verheven, vergreep ze zich aan
het grote niets.
Persoonlijk droom ik over macht en roem. Ik wil niet van nut
zijn. Ik wil iets hebben om me aan te ergeren. Ik heb een
hekel aan nut. Ik ben een altruïst op mijn manier.
Zo eindigt dit belangeloos verhaal.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *