Metaphors can open doors, 2012, tekening, A4
Ingetogen / opgetogen
Oorspronkelijk wilde hij een huisje bouwen, een sober huisje,
te klein om in te wonen, met de uitstraling van een villa van
formaat. De omgeving werkte niet direct mee.
Je moest je constant bukken om je te verplaatsen. Kaal en
hoekig met een strakke ruimtelijke vormgeving moest het je
doen denken aan modernistische architectuur uit het tweede
en derde decennium van de twintigste eeuw. Het relatieve
gesloten karakter zou passend zijn. Alles moest niet naar
buiten gericht zijn. Binnen gebeurd toch alles of tenminste
het belangrijkste. Het opvallendste in het gesloten huis zou
dan de trap zijn. Of liever twee trappen, een gewone en een
kleintje ernaast voor het tweede plan. Het zijn onnodige trap-
pen want er is geen verdieping. Omdat nu eenmaal een huis
een trap hoort te hebben is er een trap. Een trap wijzigt een
huis.
Als een soort reus zou je je in dit huis voelen. Een reus, die
op de omgeving neerziet. De eigenaardige verhoudingen van
het huis zijn goed belicht. Het volle licht maakt van het huis
een sculptuur met onrustbarende effecten. Het is een leeg
spookhuis.
Toen kwam er een onverwachte wending. Hij bouwde het huis
niet, sloeg een lange paal tot eigen lengte in de grond. Aan
de paal schroefde hij een bordje waarop een Engelse tekst
stond: Metaphors can open doors.
Dat moest voldoende zijn. Zeker in dat desolaat gebied.
En het huisje?
Het huisje werd ontheemd van de stad, het gevoel ervoor was
verloren gegaan. Hersens kunnen ook slopen of versnipperen.