In het hoofd, uit het hoofd, 1996, tekening, 50 x 65 cm
Gedachte
Het gebaar van afscheid murmelde wat. Adieu.
Murmelen heeft iets te doen met het geluid van de vage wind.
Soms lijkt het ook wel wat op het ketsen van langs elkaar
schurende bakstenen. Een mooi zacht geluid. Aangenaam.
Het geluid bleef lange tijd in mijn hoofd zitten.
De zomer is heet en laat de lucht trillen. Er ontstaat een on-
duidelijk landschap. De aarde ademt heet. In de verte hoor
je de hoge, schrille stemmetjes, kreetjes van spelende kin-
deren. Ze bewegen hun tongetjes in hun rappe mondjes en
leggen de woorden op onze weg. Ik glimlach. Voel me veilig
Vannacht zal ik vast witte schimmen zien. Het is toegestaan.
De natuur wil. Er zullen kleine witte vrouwen of meisjes zijn.
Ze gaan me in de nacht vergezellen tot het slechts onmoge-
lijke vouwen zijn in mijn lakens.
Was het maar nacht, dan kon hij in het hoofd uit het hoofd
doen. Alles blijft, niets gaat meer verloren. Denk je. Hoop je.
Het wordt hooguit een geheim. Meer niet.
Je naait in het donker je eigen masker, haakt je afweerkleed.
Soms lijkt het dat je steelt uit je eigen bagage. En dat mag,
want het is allemaal van het alledaagse jou.
Dan komt een kolossale geest je pakken en slaat je met een
stok op je kop. Je slaap droomt verder.