Blauwsel

De vlag, 1995, tekening, A4

Oude geest

Bij toeval vond mijn oude geest een blinkend licht uit het ver
verleden. Je moet maar geluk hebben, het maakte me blij.
Alle verwaarloosde hekken hoefden niet meer te bekvechten
met de roest, zij waren weer fris geverfd.
Dat is het mooie van terug in de tijd gaan. Dwars door de lucht
is je adem opnieuw helder. Wormen zoeken haastig een uitweg.
Het verleden is vrij van alles omdat het al geleefd is.

Dus beklom ik de ether van deze geest, ik had honger, was be-
zeten. In mijn hand hield ik in een wapperende vlag. Een blauwe,
het symbool van abstinentie. Het ouderlijk huis dicteerde ooit
iets wat je nooit vergeten moest, al vond je het zelf iets bijkom-
stigs.

Iemand blies mijn gezicht aan. Ik werd een bron. Ik werd een
bron van liefde, stond er helemaal voor open. Je kunt er niet
vroeg genoeg mee beginnen voelde ik. Het oerwoud van nieuwe
beelden werd mijn eerste huis (ooit was ik ook zo geboren).
Lang gaf en nam ik, het was een grote ontdekkingstocht. Bij
liefde ben je niet leeg maar juist gevuld.
Ik had me aan de blik van de hete sneeuwklok gebrand. Vrij-
willig en graag. Ik verwachtte dat het nooit zou stoppen. Ik
wilde dat, maar de wind nam plotseling af en gaf loze leegte.
Zinloos speelgoed bleef achter.
Het was laat. Te laat voor de klaagmuur.
Ik sprak over nevel in die tijd. Nevel en toeverlaat.
Niet zolang daarna vond ik nieuwe tuinen en tastte ik in een
ander licht. Een mens weet altijd raad.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *