Potkachelpraat

Complete me, 2012, schets

Slechte kunst

Op de laatste tentoonstelling tot nu toe worden schilderijen
en tekeningen meestal samen met teksten gepresenteerd.
De kunstenaar mag graag duiden, niet voorzeggen.
Het publiek kan zich zo beter inleven denk hij.
Het publiek heeft daar juist grote moeite mee. Zijn wereld
is hun te klein. Ze vragen zich af of het samengaan van zijn
schilderijen en tekeningen ook stilzwijgend kan. Dat zou de
concentratie bevorderen.
En zo ontstaat er min of meer een realisme-debat. Echt iets
van deze tijd. Alhoewel we ook weten dat iedere tijd zich al
te graag wil herhalen.
Wil de kunstenaar eigenlijk nog wel als kunstenaar beschouwd
worden? Een potkachel of een gloeilamp brengen hier geen
uitkomst. Dat was vroeger misschien nog zo. De expositieruimte
is nu meer een soundstudio geworden.
Vandaar die lawaaierige teksten. Terwijl het publiek op zoek is
naar geluiddempend materiaal zet iemand een bankje neer.
Door zijn laagheid lijkt het nog het meest op een katholiek be-
klaagdenbankje, een biechtbank dus.
Het publiek mag daar neerknielen en zich laten gaan.
Wat is nu de rode draad in dit verhaal?
Kunstenaars en publiek zijn ondoorschijnend met elkaar ver-
bonden. Zij kunnen niet zonder elkaar en hebben beide hun
eigen wettelijke voorschriften. Stilzwijgend in functioneel verband
gaat ieder zijn eigen weg. Elkaars verlengstuk wordt helemaal
niet erg gevonden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *