Mooi moment

Zwanenmeer, 2013, computertekening

2013_zwanenmeer_ct

Moeite

De hoge hemel leek even een blank terras. Kort daarna somberde
de lucht donker bezweet. Je kon een flinke bui verwachten, maar
de rode wind verliet de stervende zon snel en er ontstond een
achtergelaten donkere poel.
Ik vond het zo spannend om te zien dat mijn vingers door mijn
vuisten kropen. Alles voelde wild en woest aan. Niets zou meer bij
het oude willen of kunnen blijven. Ik werd spontaan volwassen.
Twee hagelwitte zwanen dobberden stil in de zwarte poel. Schoon-
heid is nooit een ondergang, het is altijd mooier dan het summum
van mijn kindertijd: parelmoer.
Ik was buiten, het was kil zonder zon. Ondanks het late avonduur
stond mijn huisjas open. Door het warme beeld, mijn geluk, had
ik geen last van de kou. Mijn inwendig vuur verwarmde de wereld
om mij heen. Dit moment kon niet gestolen worden, het was te
veel één met mij.
Ik sloot mijn ogen om alles voor altijd op te slaan en besloot voor-
taan niet-wetend te zijn. Mijn onrust verdween. Ik kon niet langer
denker zijn. Alles was van goud. Is dat dan je levensbron?
Ik was voortaan de jongen van mijn herinnering, die net als de late
zomerwind zacht sprak. Ik was de stem die nooit meer zweeg, alles
benoemde.
Tot slot maakte ik met de laatste dorre takken een mooi muziekje
voor mistige dagen. Spinnen schoten haastig weg.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *