Pinokkio is oud, 2012, schets
De leugen
Oude dwergen zijn snel bedwelmd door manshoge hoofden met
lange neuzen. Zeker in een elastieken gebied vol insecten.
Als ik de gebogen broeder onder de loep neem zie ik dat hij ouder
is met zijn tweede gezicht. Hij straalt een dorstige tuin uit. Iedere
gezichtshoek is diep geplooid. Hier moet je niet zingend stil bij
staan. Dan gaan de mussen huilend van het dak vallen en dat is
een zonde.
Wat moet je dan met dit uitwas?
Waarschijnlijk negeren. Het zal opdrogen door iedere bron en in
de grond vergaan. Het gelaat van deze leugenaar zal langzaam
paars worden om zichzelf tot een loeiende bloem te blazen. Hij
zal zichzelf verder duizendkoppig dood bloeien.
Als de stem niet meer een stem is uit de leegte, is de mond niet
meer het einde van een lichaam, maar een bron van proberen.
Uit het vertrouwde vormt zich iets nieuws. Uit die diepte blijf je
jezelf verwonderen en herkennen. Je ziet overal nieuwe gangen.
De bijna overstelpende nieuwe woorden dragen allen een glorie-
rijke wappervlag. Het rechtzinnige hoofd staat blij.
Mijn dierlijke pupillen dwalen met beide handen in mijn ogen.
Mijn kinderbeelden wachten niet af, zij branden mijn gigantische
vingers.
Vraag dus niet hoe ik aan al deze onzin kom. Zoek Pinokkio, hij
is op de hoogte met zijn druipende liegmuil.