Nachtbeet, 2013, computertekening
Voor niets
Wat woorden werden onder elkaar gezet en verdraaid. Ze leken
te dichten in een zeepfabriek. Goed getimed ongemak rijmt snel.
Ook lyriek en liefde slaat gemakkelijk aan. Zijn puffende penis
deed de rest. Plof poëzie en klaar.
Later bleek alles geland op drijfijs wat nog niet goed was ontdooid.
Echt eng. Wie niet gevoelig is voor dit doodfluitend gevaar merkt
niets. Alles gaat gewoon door.
En zo was het. Alles was lekker, verwarmend, overtollig misschien.
Daarna sliepen de tien tenen samen een gat in de dag. Alleen de
regen deed verward, kreeg kippenvel omdat het verhaal verteld
werd in een verkeerde taal.
Toen kwam een zogenaamde wijsneus, die beet de vrouw op een
gevoelige plaats. Dat werd verschrikkelijk verkeerd begrepen, hij
moest weg, werd vieze vlek.
Nu is het zo dat een vieze vlek zomaar een gezicht kan krijgen
tussen de bedrijven door, mits de vette ogen goed verzorgd worden.
Dat spreekt voor zich. Zo ontstonden twee slaperige, vijandige wo-
ningen, vlak voor de hongerige afgrond.
Tegenwoordig wonen in de hersenvlek stille mensen, volledig stofvrij
met hun ooit gesmaakte herinneringen. Het lijkt wel stamppot van
spieren.
Deze droom ben ik dus niet.
Ik hoef zodoende niets uit te leggen.