Aangekondigd vertrek, 2013, bewerkte foto
Vluchter
Hij trok zich terug in het verleden, noemde het toch nieuw terrein
en voelde zich eindelijk thuis. De dagen en nachten daarna waren
goed gevuld. Gevuld met eigen-ik-engelen-geduld.
Hij zou zichzelf definitief uit de roulatie moeten nemen, om de
mensen te beschermen tegen zijn mooie praatjes.
Hij is een hart- en zielenbreker, een opportune kansgluurder. Hij
geniet als de ander bang wordt door zijn verzuurde wijn of be-
dorven vlees verhalen. Hij wil bloeien, anderen mogen misère.
Leg dat maar eens uit aan een te vroeg geboren fantast.
Hij weigert de dialoog in een probleem-besterde lucht. Het alsof
van vele jaren, is gewoonte geworden. Hij bokt de gebakken lucht.
En dan ook nog eens de hele nacht doorvragen hoe laat het is!
Irritant!
Ondertussen heeft hij geen geld, waarschijnlijk betaalt hij voor het
gebodene met gedichten. Hij kan goed schrijven over zwijgende
landschappen. Grote bomen doen daar hun wonderlijke verhalen.
Vreemd genoeg is hij nu vertrokken. Het bed was leeg en al koud
toen hij geroepen werd voor het ontbijt.
Op het kussen lag een kort briefje met: Hooghartige lui zouden
als eerste moeten sterven. Wat niet alleen vreemd was, maar ook
nog eens erg onaardig na de gastvrije ontvangst.
En dat is nu juist zijn ding. Onaardig gevonden worden vond hij erg
prettig, noodzakelijk.
Men zegt dat hij nu gestorven is, maar die wens zal hij zelf wel
verspreid hebben.