Op juist gewicht, 2013, schets
Rond hoofd
Ik was als kunstenaar een kind van mijn tijd. Toen ik vier was ging
mijn eerste tekening over heldhaftige gedachten. Waar het vandaan
kwam weet ik niet, waarschijnlijk had ik iets gehoord van een oude-
re broer. Ik tekende een feniks, de voorbode van een wijs bewind.
Met wat ik tekende kon ik met gemak een tas vullen. Allemaal in
de achteloze uren gemaakt.
Het klinkt wat opschepperig, maar het is ook waar, het is zo ge-
gaan. En nu komt het wonderbaarlijke: nog steeds gaat het zo.
Het is een groot, gewaardeerd wonder. Geen enkele dag zit ik zon-
der idee of verbeelding. De bron vult zichzelf constant aan zonder
er om te vragen.
Misschien heb ik het geluk van de wereld dat ik de huilende wind
kan verstaan. Bij ondergaande zon spreekt hij tussen de bladeren.
Zo weet ik hoe ik schade kan vermijden. Het wordt me op tijd in-
gefluisterd. Daarom zijn mijn botten zorgeloos en loop ik hand in
hand met de hele dag.
Sommige mensen zien mij in de nacht met een hoge mast op mijn
eenzame boot meander varen. Zij vergissen zich, ik ben nooit een-
zaam en vaar niet. Ik veeg hoogstens mijn bloesempad wat schoon.
Te midden van alle inspiratie ben ik mijn eigen vrije bron en dat
zal ook zo blijven. Als kunstenaar ben je eigenlijk vertaler van het
overleven. Overleven kan nooit saai zijn, zelfs niet in barre tijden.
Ik verwacht van mezelf dat ik altijd meedoe, ik heb ooit de honger-
dood overleefd. Ben nu op goed gewicht.