Kleur bekennen

K(l)eurig begin, 2013, schets

2013_kleurig begin_k

Geen opening

Wat is nog de plaats van een galerie?
Het lijkt steeds meer een theater dat nauwelijks van elkaar verschilt
en bovendien gebonden is aan de aanwezigheid van dezelfde groep
mensen. Waar blijven de kunstkenners? Wie steekt zichzelf nog in
brand, symbolisch?
De galerie is nu voor alle restjes. Voor alles wat van tafel valt of is
weggesneden. Ze exposeren het liefst de kuchjes en hoestbuien.
Misschien heel enkel nog het schrapen van een stem. Kom daar
maar eens tussen! Al trek je nog zo’n mooie schildersbroek aan,
vergeet het maar. De bordkartonnen afwijzing doet je gelijk wan-
kelen, je vetrolletjes flubberen van opwinding over je broeksriem,
je schoenen knellen spontaan van je opgeblazen ego. Je verdwijnt
daarna dus maar snel met de kwaaie blik nog op je kop.
Buiten stort je nog net niet in, dat doe je thuis net zo als vroeger
als kind (pas vlak bij huis gaan huilen).
Tijden veranderen hoor ik je zeggen. En dat is ook zo. Ik ook.
Het oude is niet meer het oude, het zeurt omdat het achterblijft,
wordt mager.
We leven in het tijdperk van de reproductie. We struikelen niet
meer over de butlers. We zijn losse draadjes.
Is dat dan erg?
Welnee, het is alleen zoiets als waar het licht is is het donker en
waar het donker is is het licht.
Nu nog even zoeken naar dat pauze-bordje.
Het moet ergens liggen bij het achterdoek.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *