Raar

Zig-Zag, 2013 bewerkte foto

2013_zigzag_bf

Soms

Vandaag mag ze mee met vader, er is geen keus.
Als kind verdwijnt ze vaak in soms. Dat voelt naar. Zeker in de
lege uitgewoonde kamers  (met bloed bespat behang, muggen)
van haar ouders. Vriend en vijand lijken als een behaarde slang.
Dan is het raam naar de andere kant een uitkomst, al is daar een
rottende tuin.
In deze buurt, vol afwijkende wegen, zijn er meisjes die bezwijken.
Een boze ziekte, die Papa heet, pakt en grijpt. Het is hem opgedra-
gen, zegt hij. Het onpeilbare is niet te peilen, dat is de bedoeling.
Men moet stil zijn of stom om in de verte standvastig te blijven.
Als de man haar aanstaart met twee harde ogen wil zij lief zijn.
Lief voor hem. Verloren en bedrogen kijkt ze al weg voordat ze
kijkt.
Thuis is niet thuis, daar zitten de stoelen aan de tafel. Daar tellen
de eenzaamste stenen de muur. Daar zijn geen schitter-sterren.
Daar is alleen de nageurende navel. Daar is het altijd nacht.

Nog zo jong en dan al een bevlekt verhaal.
Als een kind moet zigzaggen is dat afwijkend.
Een kind moet kind zijn, dat is voldoende.
Boze ogen mogen haar niet uitblazen.
Nu niet, nooit niet.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *