Nachtbeer, 2013, schets
Ogenschijnlijk
Het oog is eenvoudig ingericht, het is eigenlijk niets anders dan
een nestje van licht. Soms is het een donkere kamer, dan is het
nacht, hier en daar sijpelt er dan wat gewoonlijk licht door de
duisternis. Hier woont de beer.
Maar wat zit er achter het oog? Het vele geklieder van uiterst
dunne draden wemelt daar rommelig. Daar zou ik niet graag zijn.
Lijkt me nogal verwarrend. Ik denk dat dat de plek is waar alle
vuilnis wordt opgeruimd, zodat niemand er achter komt wat voor
dubbel of eigenaardig leven je leidt.
Anderen zeggen dat achter je oog je ziel zit. Ik vind dat een vreem-
de plek. Achter het hart lijkt me veel logischer. Volgens diezelfde
mensen zit juist op die plek juist een dichte deur of een spiegel.
Aan jou de keus dan.
Achter het oog is het een grote warboel, een schroothoop van rot-
zooi. Het is niet de moeite waard om daar een foto van te nemen,
als dat zou kunnen. Boven het oog, ja daar straalt het voetlicht.
Daar moet je zijn. Daar is het leuk. Daar is de ruimte. Daar ziet
het oog meer. Daar kun je spelen.