Bespiegeling, 2013, computertekening
Over het denken
Niemand kende me onder het masker der gelijkheid, en niemand
wist dat het een masker was, want niemand wist dat er in deze
wereld gemaskerden waren. Niemand vermoedde dat naast mij
een ander stond die uiteindelijk ik was. – F. Pessoa
Het geschenk dat hij ons geeft is de ontsluiting in de ruimte van
de wereld. Een oneindige interval van waaruit aanwezigheid is.
Hij trekt ons onzichtbaar naar dat unieke punt, waar het aanwezige
ding verandert in zuivere aanwezigheid. De aanwezigheid van de
ander in zijn vreemdheid is tegelijk zijn radicale niet aanwezigheid.
Aanwezig, afwezig, daar gaat het om. Vreemde aanwezigheid is
dan alles op zijn mooist. Gewone dingen worden vreemd, vreemde
dingen worden gewoon. Verborgen aanwezigheid, daar heb je niks
aan.
En dan?
Er bestaat misschien ergens een theorie van de afwezigheid. Die
zal dan vast gebruik maken van de logica van de leegte. Die ligt
ten slotte overal en eeuwig op de loer.
Niets is wat het is. Geen mens of ding valt samen met zichzelf.
Alles is min of meer voorwaardelijk. Het bestaat omdat er niets
anders is.
Om helemaal niets te zijn is dus heel knap als je dat voor elkaar
krijgt. Misschien bevindt je je dan in een stukje oponthoud.
Zou je dan jezelf terug kunnen winnen? Lijkt me geweldig!
Waarschijnlijk moet je jezelf dan heel langzaam ontmoeten, zodat
je bewustzijn geen enkele kans krijgt. Je bewustzijn aan banden
leggen kan trouwens nooit geen kwaad.
In die uitgewiste toestand word je volkomen blootgesteld.
Anderen zien dat. Hopelijk.
Hum… eentje om wat dieper over na te denken!