De schilder, 2013, bewerkte foto
Stil avondwerk
Steeds stiller is zijn stillere tred van zijn stem. De gesplitste oren
hebben veel werk te doen. Boven het avondrood schijnt al een
trage maan. De duistere sterrennacht zal zo wel komen.
En dat is mooi, want hij houdt van de nacht. Het maakt hem vaak
vlammend zonder haast.
De nacht is een altijd voorzeggende echo, berg en dal lijken één.
Zwart verbindt het onmogelijke. De toen en de thans willen dansen.
Bronzen beelden mompelen door in oude of jonge bomen.
De nachtduistervis neemt alles op, nachtstemmen zijn gevaarlijk
voor schaduwen. Dat weet iedereen, zeker de meer gevoelige
onder ons.
En de schilder?
Zijn einde is nooit nabij. Zijn drijvende wijsvinger weet de weg.
Zijn wijsheid is een gangbare wijzer, die langs alle tijden loopt.
Hij hoort met zijn handen zijn hartslag en weigert een donkere
droom te zijn. De nacht is donker, hij niet. Hij is een omarmende
honderdman, die naar denkbeeldige wolken wenkt. Van stijgen en
ademhalen krijg je lucht. Het lichaam stapelt zich op van grote
vreugde. Hij is zijn eigen aquarel van de dorst. Zijn zonnige ogen
worden op harthoogte afgeschoten. De tijd staat stil bij zijn blote
voeten. Het werk ontvouwt zich omdat de hand het vertrouwt.