Fata Morgana, 2000, bewerkte foto
Te lege ruimte
En daar is dus buur.
Ik bedoel, daar woont de buurman, met wie ik niks heb. Toch zijn
we buren. Die kwaliteit staat vast in de straat. We hebben een
relatie waarin we afstand bewaren. Vraag me niet waarom, we be-
waren het en dat is het. De afstand tussen de muren en /of verdie-
pingen is ons domein. Dat deel ik met hem en hij met mij.
Ergens zijn we dus gelijk, maar toch voel ik de afstand. Ik ben me
ervan bewust dat ik erken dat ik vooral zelf afstand schep. Het is
mijn minder mooie kant. Ik hou van onthechting, bemin het min
of meer.
Buur zijn is een ingewikkeld ding. Net zoals liefde iets complex
is. Als logica logisch is waarom voelt liefde dan niet als liefde?
Ik denk dat het van de holle muren komt. Die pakken me en
geven mij een verkeerd perspectief.
Misschien ben ik wel een buurweigeraar.
Maar ik houd op mijn manier ook van de buur. Ik houd van zijn
nabije afstand, die we samen in stand houden. We zullen nooit
hechten, maar toen hij vandaag vroeg: Waar ga je naar toe
zei ik prompt: Naar iets ondeugends…..
Zijn licht zal nu de hele avond branden. Zijn hersens staan op
springen. Ik ga hem echt niets vertellen.