Drank

Het afscheid, 2013, bewerkte foto

2013_het afscheid_bf

Aangeschoten wild

Als je denkt dat je hem ziet is hij al weer weg. Maar wat je gedacht
hebt kun je gaan zoeken. Kijk in de ramen van de huizen, daar heb
je kans.
Iemand zegt – Waar is je hoed? Je jas? –  terwijl de zon schijnt.
Of dit een film is vraagt iemand.
Natuurlijk niet of het hele leven moet een film zijn.
Dus zeg ik, nee, dit is een beeldroman en hoop dat dat voldoende
informatie is, zodat ik verder, opnieuw de straat in kan.
In mijn hoofd, in mijn maag hoor ik iets rinkelen. Het blijkt een schip
te zijn. Het vaart met één nacht ijs aan flarden. Geen mens aan dek.
En al dat water schots en schommelt in mij. Ik voel me misselijk.
Nu niet te snel omdraaien om terug naar huis te gaan. Ik ben als
een te volle bakfiets, die moeten ook niet snel de hoek om, dan valt
hij om en lig je overhoop.
Laat me staan, ik ben er niet, ik kan niet met je mee – zeg ik nog tegen
mezelf.
Ineens sta ik voor het hekje. Ik pak mijn hand en doe open.
Dit is helder, de gebutste stoep glanst, ik word zichtbaar in het beeld.
Nu moet ik gaan naar waar ik vandaan kom, maar ik weet dat nog niet.
Er is alleen een zon die mijn hoofd verwarmd. Misschien ben ik alleen
maar theorie. Met de kleur van een grijze vuilniszak.
Ineens ben ik toch binnen, hang mijn tranen aan de haak, doe de jas
er overheen. Vandaag is vandaag, vooruit geen knuisten meer in de
broekzak.
Mijn hoofd heeft de kleur van een ondergescheten stadsduif.
Ik neem de trap op naar het avondlied en hoor de buren praten met
speeksel naar de dingen.
Altijd is er regen. Ik val in het bed.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *