Ego

Vroeger haar, 1968, bewerkte foto

1968_vroeger haar_bf

Eigenwijze tijden

Ik prees me vorige week weer rijk toen ik vrij onverwacht contact
kreeg met een oud beeld van mezelf. Soms spreek je de taal uit
vervlogen tijd. Ik kon bij mezelf aankloppen en zag dat mijn haar
weer zigeunerdonker was. Vanaf onaantastbare hoogte stuurde ik
toen mijn beelden de grote wereld in. Het interesseerde me niet
of het werd begrepen, het moest worden gezien.
Het werd niet altijd begrepen. Dat ik een eigen taal sprak wist ik
toen nog niet. Ik gaf het onnozele volk de schuld van al het on-
nodige onbegrip, ze moesten maar beter uit hun doppen kijken.
In die tijd, ooit, was ik nogal overtuigd van mezelf. Anderen liepen
achter de feiten aan, omdat ze voortdurend ontglipten. Zij faalden
niet graag, maar verzaakten constant, keken daarbij vaak schichtig
om zich heen. Volledige overgave was voor hun een brug te ver.
Ik voelde soms iets wat bij medelijden in de buurt kwam (meelij),
maar dat medeleven bracht geen vooruitgang. We waren geen fa-
milie.
Ik was daarom graag alleen, uit zelfbescherming, amuseerde me
prima. Als ik met rust gelaten werd en in mijn eigen wereldje kon
dobberen kon ik de boot mooi afhouden. Niets was mooier dan me
zelf bespringen, ik gaf mezelf onvoorwaardelijke liefde. Eigen liefde
is inniger dan welke andere liefde ook.
Weten die anderen dat eigenlijk wel?
Vast niet, die verliezen zich veel te snel in wij.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *