Vader

Van binnen bang, 2013, bewerkte foto

2013_van binnen bang_bf

Vage droom

Telkens komt zij los uit het schemer. Tussen de grote oorwieken rust
haar weggedoken kop. In dit onderlicht is zij het boegbeeld van de
weggesneden tijd. Konijn of haas, het maakt niet uit, zij is niet bang
voor het schot, zij is een bewegend zoekplaatje.
Beduimeld licht stinkt als een bliksem in de moerassen. Het is een
taal waar je doorheen moet waden zonder je te vergissen, anders
wordt je stront of een misplaatste grap met de geur van een vuil ei.
Ook in diepe duisternis blijft alles op zijn plaats, dus van alles wat
nog weinig lijkt is vaak snel te veel. Luie geesten hebben daar niets te
te zoeken, zij zijn niet sneldenkend genoeg voor grote vaagheid.
Bovendien brengt de traagheid veel weemoedige gebaren mee en
dan maak je met gemak dolle brokken.
Zij ledigt geregeld haar te ruim geworden muil, heft zelden nog
haar ogen. Het zijn kijkglazen vol wrok en al wat ze hoort is een
raar klinkende snotterklok. Ze is oud, het is magere varkenstijd,
het kiststro ligt al klaar, er is jaren voor gespaard.
In de laatste schaduw van de schemer scharrelt zij in mompel-
donker en ziet als gast in het laatste gelaat haar vader. Hij staart
haar alleen maar aan, zegt niets. Hij is spelbreker en allang dood.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *