Lawaai

Italia venster, 2013, boek 108, pagina 59

2013_italia venster_bk108_p59k

De zon

We leerden: de zon is een gele dwerg, een ster uit de middelgrote
klasse. Ze is verreweg het zwaarste object in ons zonnestelsel. Zij
bestaat voornamelijk uit waterstof…zoiets. De zon is een bijna per-
fecte bol, zij heeft maar één schaafwondje, die alles wat afplat.
Je kunt het maar beter niet controleren, want het felle licht maakt
je snel stekeblind. Zelf heb ik ooit een keer een zonnesteek gehad
en dat was een nare waarschuwing. Nu heb ik groot respect voor
de gloeibol.
Maar dan Italië, mijn tweede vaderland.
Ik heb het land verlaten en nu is het leeg. Er woont alleen nog la-
waai, multo rumore, men woont erin. Er zijn geen echo’s, want
niemand luistert nog, men hoort alleen maar wat men wil zien.

Waar je mij ziet, daar moet ik zijn is mijn idee. Ik heb geen vragen.
Je zou het kunnen filmen, dat alleen varen van mij. Dat er zwanen
voor mij uitgaan, geen ratten. Je zult zien dat mijn oogjes knijpen
van plezier. Ik reis uit mijn verleden en keer terug in mijn geboorte-
land, of met een beetje geluk zelfs in mijn geboortestad.
Dat kan heel natuurlijk zijn zeggen ze, al staat het haaks op echte
tevredenheid.
Niets is voorbij, er is nog veel te doen.
Nulla è finito, c’è ancora molto da fare. Molto vero!
Ik ben mijn eigen zon, door de seizoenen gecorrigeerd.
Al ruikt dit misschien naar heimwee, mijn bord staat niet op zijn kant.
Het raam is niet beslagen, ik zie de dampende velden en waag mij aan
de vergeelde ivoren toetsen, ik speel Schubert.
Die kijkt op, recht in ons gezicht, klaar om in details te treden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *