Lotus lake, 2013, computertekening
Schaduwman
Ik ben een Waterman, mijn hoofd (lees gedachten) gaat als een
waterval, maakt mijn hart nat. Dat is een mooi spons-leven.
Mondjesmaat glijdt mij van alles van mijn tong, ik word er niet
dun van, er is meer dan genoeg. Sterker nog ik groei van genot.
Als ik mijn tanden in één van de woorden zet, keer ik alles binnen
en buiten. Zo komen de meevallers vanzelf boven drijven. Dat is
geen wonder, dat is een kwestie van doen en zijn. Mijn meeslepen-
de drift doet de rest.
Bij rust zie ik half gesluierd door mijn ogen, ik filter de werkelijk-
heid, speel met de elementen of de elementen spelen met mij, dat
mag ook.
Ik ben ruimhartig, ook bij rust. Mijn vruchten gaan ontgrenzend rond,
zij dansen en verdwijnen tot ze al zingend doorschijnend zijn. Door-
schijnende beelden zijn beelden op zijn mooist.
Daarom ben ik van nature zo gelaagd en geen schaduwman.
Als Waterman ben ik graag bij een vijver. Het liefst met lotusbladeren.
Ze zeggen wel eens dat vijvers vol bittere tranen zitten, maar dat
moet je niet geloven. Zoiets komt uit verkeerde hoofden. Zij zijn
gewoon jaloers op jouw evenwicht, ze hebben geen benen maar
hinderpalen en lopen leeg in jubel-jammer.