Kijk op landschap, 2013, computertekening
Richting
Het is zomer, warm. Als wij tegen de avond aan de rand van het
bos komen is de lucht prachtig rood. We zouden hier voor altijd zo
willen blijven staan, als een levende dia. We hebben geen zin om
weg te gaan, maar de zon denkt er anders over, die verdwijnt ten-
slotte. Zij zakt in de horizon.
Terwijl we tijdloos staan te kijken ontwikkeld iemand van ons een
melodie, die een beeld ontwerpt van de weg. Een vorm uit het niets
doemt op, zingt als het ware luidkeels mee. Zoiets maakt je blij.
Voor dat ook verdwijnt zien we nog een glimp van onze schoenen
of van onszelf. Daarna is het nacht, even kleurloos tot onze ogen
weer kunnen kijken.
Steeds vlamt de vraag op waarom dit alles zich zo moet herhalen.
Iemand probeert het uit te leggen, de rest zegt in koor o nee hè…
Nee, doet hij dan maar, de natuur hoort zo stil te zijn als een sta-
melende lijmpot. Wij hebben onze aura uitgeschakeld voor alle
database, heden is niemand thuis.
Dan:
De razende stad met de onverbiddelijke schoonheid lokt. We ver-
trekken. Schoonheid met een diep geheim dat niets verbergt. Zo
zou je de stad kunnen omschrijven. Overal gelijk en hevig daar te
zijn.